De economie draait als vanouds; zijn we gewoon bang gemaakt?
Van alle kanten werd geroepen dat corona en de lockdown ons in de grootste economische crisis ooit zouden storten. Nu is de lockdown voorbij en de economie draait als vanouds. Zijn we gewoon bang gemaakt?
In de vraag klinkt een zweempje wantrouwen door. Hetzelfde soort wantrouwen dat ik wel vaker bemerk bij mensen die zich afvragen of maatregelen als de lockdown en de beperkte opstart van bijvoorbeeld de horeca wel in verhouding staan tot de ernst van de epidemie. De griepepidemie van 2018 namen we toch ook voor wat ie was, zonder dat bedrijven hun deuren moesten sluiten? Desalniettemin: de vraag hoe het kan dat onze economie het zo goed doet, is reëel en de vraagsteller staat niet alleen met deze vraag. Nederland staat er ondanks de coronacrisis goed voor. Het werkloosheidscijfer is historisch laag en het aantal vacatures groot. Hebben we ons voor niets zorgen gemaakt? Of zijn we misschien banger gemaakt dan nodig?
Om met de deur in huis te vallen: we hebben ons niet voor niets zorgen gemaakt. Er is geen econoom of politicus te vinden die enige ervaring had met het fenomeen van een wereldwijde pandemie die het economisch leven stil zou leggen inclusief de globale verkeersbewegingen. Daarbij komt dat onze westerse economieën niet op een ”klassieke” wijze als gevolg van een uitval van de vraag in een crisis belandden (de vicieuze cirkel van donkere economische wolken, minder vraag naar producten en diensten, bedrijven die daarom mensen moesten ontslaan, wat weer zou leiden minder vraag). Integendeel: een top draaiende economie werd door de pandemie stil gezet. Wat dat voor gevolgen zou hebben, wist niemand.
Nu de rem ervan af is, begint de economie weer te lopen. Maar dat was niet vanzelfsprekend. Eerlijk is eerlijk: we moeten onze regering en een eensgezind (!) parlement de credits geven voor de intelligente steunmaatregelen die ervoor hebben gezorgd dat veel ondernemingen geen mensen hoefden te ontslaan. Daardoor werd niet alleen de werkloosheid sterk beperkt –en een uitval van de vraag voorkomen– maar hiermee hielden bedrijven ook hun kennis en kapitaal binnenboord. Verder bleek dat onze export weer heel snel goed op gang kwam door vraag vanuit het buitenland, geholpen door goede digitale infrastructuur onze economie.
Dit klinkt goed, maar we moeten wel realistisch blijven: de sectoren die blijvend zwaar zullen lijden onder de epidemie, maken in Nederland maar een klein deel van de economie uit. Zou Nederland net als bijvoorbeeld Griekenland voor een heel groot deel van de toeristensector afhankelijk zijn geweest, dan zou onze vlag er totaal anders hebben bijgehangen. Deze sector en ook de reiswereld en andere sectoren waarbij veel mensen samenkomen met veel fysiek contact, zullen nog een lange tijd te maken hebben met onzekerheden de epidemie met zich meebrengt. Want van corona zijn we nog niet af.
„Maar die economie nu, geluk of wijsheid?” vroeg de vraagsteller na mijn uitleg. Nou, wat mij betreft vooral zegen en wijsheid.
De auteur is coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij de reformatorische vakorganisatie RMU