Van Haga vindt LinkedIn-boycot paardenmiddel
LinkedIn heeft een „buitenproportioneel paardenmiddel” toegepast door het profiel van Tweede Kamerlid Wybren Van Haga te verwijderen. Dat zeiden zijn advocaten woensdag bij de rechtbank in Haarlem, waar het kort geding diende dat Van Haga tegen LinkedIn had aangespannen. „Als je geen kritische vragen mag stellen, dan was de wereld nog plat”, aldus een van zijn advocaten.
LinkedIn heeft het profiel permanent verwijderd omdat Van Haga berichten zou hebben verspreid met misinformatie over corona. De advocaten van LinkedIn voerden aan dat die berichten niet alleen meningen betroffen, zoals de tegenpartij stelde, maar ook medische claims. Van Haga zou herhaaldelijk in de fout zijn gegaan. Zijn profiel was eerder al tijdelijk verwijderd. De advocaten verwezen onder andere naar een mededeling van de Europese Unie van 10 juni 2020 die ten doel had misinformatie over Covid-19 te bestrijden.
Een LinkedIn-woordvoerder verklaarde voorafgaand aan de zitting: „We kunnen bevestigen dat we actie ondernemen wanneer we content of gedrag zien dat in strijd is met ons beleid, inclusief onjuiste informatie over Covid-19. Dat omvat het verwijderen van content of het beperken van een account voor herhaalde schendingen van het beleid.”
Dit beleid is volgens de advocaten van Van Haga juist vaag en onduidelijk, waardoor de politicus de blokkade niet had kunnen voorzien. Het platform had naar hun mening ook veel minder ingrijpende maatregelen kunnen nemen. Ook had LinkedIn volgens hen niet gemeld dat al eerder berichten waren verwijderd. Volgens de advocaten is de vrijheid van meningsuiting van Van Haga beperkt. De LinkedIn-raadslieden merkten op dat het voor Van Haga nog steeds mogelijk is kritiek te uiten via zijn website en andere social media en dat hij over een ander belangrijk alternatief beschikt: de Tweede Kamer.
Van Haga zei juist graag van LinkedIn gebruik te willen maken, omdat het een netwerk van professionals betreft, met wie hij het ‘ontzettend interessant vindt om mee te discussiëren’. Hij vond het jammer dat het platform niet eerst met hem had gesproken, zoals eerder met Maurice de Hond wel was gebeurd.
De rechter doet 6 oktober uitspraak.