Afgelopen dinsdagavond was het een feit: het coronabeleid gaat een nieuwe fase in. Wat doen de kerken?
De anderhalvemetersamenleving is bijna voorbij. Maar er wordt wel een prijs voor betaald. Tal van plaatsen zijn alleen nog toegankelijk met een zogenoemde coronapas. Daarmee komt er een tweedeling in de samenleving tussen gevaccineerden en niet-gevaccineerden. Het hoofdredactioneel commentaar (RD 15-9) stelt terecht de vraag hoe de kerken verder moeten gaan met de inrichting van de erediensten. Deze vraag zal onder trouwe kerkgangers verschillend worden beantwoord. De één zal aangeven dat de kerken terug naar het oude normaal moeten gaan. De ander zal aandacht vragen voor de groep kwetsbaren. Wat te doen?
Laten wij vooral luisteren naar de Schrift. Daarin wordt ons voorgehouden dat wij niet naar het patroon van de wereld moeten handelen. De apostel Paulus geeft uitvoerig onderwijs over het ”hoe dan wel”. Maar liefst twee hoofdstukken (14 en 15) gaan over het rekening houden met de ”zwakken” in de gemeenten. De apostel houdt een vurig pleidooi om verdraagzaam te zijn. „De een gelooft wel dat men alles eten mag, maar die zwak is, eet moeskruiden. Die daar eet, verachte hem niet die niet eet; en die niet eet, oordele hem niet die daar eet; want God heeft hem aangenomen” (Romeinen 14:2, 3). De apostel heeft het hier over mensen die in hun geweten zwak zijn. Het gaat dan onder meer om het (niet) eten van bepaald voedsel, het wel of niet vieren van de oudtestamentische feestdagen. Deze verschillende opvattingen mogen er zijn, aldus de apostel.
Binnen de bandbreedte van de Schrift (en daarmee Gods geboden) mag er verschil van inzicht zijn. Er dient blijvend respect te zijn voor elkaars opvattingen, zoals in onze gezindte mensen verschillend kunnen denken over de geoorloofdheid van vaccinatie. Er zijn mensen die daartegen gewetensbezwaard zijn. Daarover mogen wij niet lichtvaardig oordelen. Anderzijds moet deze groep ook niet veroordelend spreken over mensen die wél zien dat vaccinatie een middel is dat de Heere kan zegenen in de strijd tegen het coronavirus. Tot zover is er dus in de christelijke gemeente een appel op eenieder om naar elkaar te luisteren en elkaar niet bij voorbaat ”af te schrijven”.
Maar nu wordt er ook een offer gevraagd van jongere mensen en niet-bezwaarden ten aanzien van met name de ouderen en niet-gevaccineerden. Gaat de verdraagzaamheid zó ver dat er offers mogen worden gevraagd? Ja, houdt Paulus ons voor. „Maar wij die sterk zijn, zijn schuldig de zwakheden der onsterken te dragen en niet onszelven te behagen” (Romeinen 15:1). Dat betekent dat wij moeten ”verdragen”, ja, zelfs de lasten van de bezwaarden op ons moeten nemen en hen „helpen dragen” (kanttekening 6). Een paar verzen verder wijst hij op het beeld dat Christus Zelf heeft nagelaten. Hij nam de zonden van de Kerk op zich (Romeinen 15:3). (Daarover schrijven de Statenvertalers: „Daaruit blijkt dat Christus niet Zijn gemak en voordeel heeft gezocht, maar het onze, en zoveel om onzentwil gedaan heeft, zo behoren wij insgelijks te zoeken het beste van onzen naaste, en alles te doen wat tot zijn zaligheid dienstig is” (kanttekening 16).)
Laat ik maar heel concreet zijn. Dat betekent, vertaald naar het zich nu voordoende dilemma, dat het niet juist is als wij nu meteen –met een beroep op de vrijheid die kerken is gegeven– het kerkgebouw laten volstromen en de oren sluiten voor mensen die hierover zeer bezorgd zijn en daarom niet meer naar de kerk durven te komen. Laten wij daarentegen de lijn van de voorzichtigheid hanteren. Mogelijk wat opschalen, maar bij voorkeur de gemeente nog in drie of vier diensten op een zondag laten samenkomen, zodat wij niet weer ”schouder aan schouder” in de banken zitten. De Heere, ”de God der lijdzaamheid” –Die deze gezindheid in de harten van mensen wil geven– geve ons allen dat wij zo als christelijke gemeente met elkaar blijven omgaan. En dat wij bij dit alles ”eensgezind” onder elkaar zullen blijven, naar de gezindheid van Christus (Romeinen 15:5). „Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was” (Filippensen 2:5).
De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente in Dordrecht en bijzonder hoogleraar Kerk, Recht en Samenleving (vanuit RMU) aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Weerwoord gaat in op vragen die in deze tijd op christenen afkomen.
> rd.nl/weerwoord