De overstromingen in Limburg van afgelopen zomer waren in diverse opzichten extreem en ongeëvenaard. Bovendien was in het getroffen gebied meer corona dan elders.
Dat zegt een samenwerkingsverband van kennisinstellingen onder leiding van TU Delft en onderzoeksinstituut Deltares. Nooit eerder ging zo’n enorme hoeveelheid water door de Maas en zijn zijrivieren. Ook de gemeten hoeveelheden neerslag waren ongekend, zeker voor de zomer.
Ook de schade was ongekend, groter dan tijdens de overstromingen langs de Maas in 1993 en 1995. Het consortium raamt de kosten op 350 tot 600 miljoen euro. Omgerekend naar het huidige prijspeil kostte de overstroming in 1993 zo’n 200 miljoen euro, terwijl die van 1995 voor 125 miljoen euro aan schade veroorzaakte. Die twee overstromingen waren overigens in de winter.
De onderzoekers schatten dat een gebeurtenis als deze slechts eens per honderd tot duizend jaar voorkomt. „De piekafvoer op de Maas bij Eijsden en een aantal zijrivieren is de hoogste afvoer ooit gemeten”, melden ze. „Deze overstroming heeft records gebroken, qua neerslag, afvoer en schade”, vat onderzoeksleider Bas Jonkman samen. „Hiervan moeten we leren om ons systeem toekomstbestendig te maken”, zegt de hoogleraar Waterbouw van de TU Delft.
Het onderzoek is de eerste verkenning, waarin het vooral draaide om de feitelijke omstandigheden. De onderzoekers concluderen dat de primaire waterkeringen langs de Maas de „uitzonderlijke belasting” over het algemeen goed hebben doorstaan, op een aantal incidenten na. Zo spoelde op een aantal plaatsen zand weg onder de dijk. Op grote schaal waren tijdelijke hulpmiddelen nodig, zoals zandzakken.
Geuldal
De ernstigste schade deed zich ook niet langs de Maas voor, maar in het zuiden van Limburg, in het Geuldal. Daar overstroomde het normaal zo rustige riviertje de Geul, met een enorme ravage in het toeristische Valkenburg tot gevolg.
Dit soort extreem weer valt door klimaatverandering vaker te verwachten, waarschuwde het klimaatpanel van de Verenigde Naties (IPCC) vorige maand in een rapport waaraan jaren is gewerkt door klimaatwetenschappers.
Na de wateroverlast kreeg Limburg landelijk gezien de grootste toename in het aantal nieuwe gevallen van het coronavirus. Het overstroomde Valkenburg aan de Geul zit in de top 5 van de provincie Limburg. Dat suggereert dat de wateroverlast hier mogelijk heeft bijgedragen aan de verspreiding van het virus.
De wateroverlast zorgde ook voor de verplaatsing van veel afval. Van alle plastic dat gewoonlijk in een jaar tijd door de Maas gaat, werd 95 procent nu in twee dagen tijd verplaatst.
Slachtoffers
Overigens werden Duitsland, België en Luxemburg in juli veel zwaarder getroffen door de wateroverlast. De extreme regen viel daar vooral in heuvelachtig gebied, waar het water aan de oppervlakte werd afgevoerd en niet in de grond zakte. Dorpen onderaan hellingen raakten zwaarbeschadigd of werden volledig weggevaagd. Terwijl in Nederland geen dodelijke slachtoffers waren te betreuren, kwamen in de omliggende landen meer dan 200 mensen om het leven. De schade liep in de tientallen miljarden euro’s.