De Belgische Ardennen kregen zaterdag opnieuw te maken met zware regenval en enorme overstromingen. En die gaan nog veel vaker voorkomen, verwachten wetenschappers.
Op sommige plaatsen viel er vorige week dinsdag en woensdag meer dan 150 millimeter. Dat is ruim twee keer de normale hoeveelheid neerslag in de hele maand juli. Plaatselijk viel er soms in 48 uur tijd een kwart van de totale jaarlijkse neerslag. Volgens wetenschappers is er wel degelijk iets ernstigs aan de hand.
Waardoor werd die wateroverlast veroorzaakt?
De wateroverlast vorige week in België, Duitsland en Nederland was het gevolg van een lagedrukgebied boven Duitsland. Dat veroorzaakte extreem veel regenval in de Belgische Ardennen, de Duitse Eifel en in Zuid-Limburg.
De onweersbuien bewogen zich uiterst langzaam over de Eifel en de Ardennen. Hoe langzamer zo’n buiengebied zich beweegt, hoe meer regen er plaatselijk valt, en hoe meer kans bestaat op overstromingen.
En dan nu de hamvraag: wat heeft de wateroverlast met klimaatverandering te maken?
Daar blijken twee mechanismen achter te zitten die elkaar versterken. Door klimaatverandering warmt de atmosfeer steeds verder op. De Nederlandse zomers zijn ongeveer 2 graden warmer geworden sinds ijkjaar 1850. Hoe warmer de atmosfeer, hoe meer waterdamp deze kan bevatten. Hoe meer waterdamp in de lucht, hoe zwaarder de onweersbuien kunnen worden. Buien bevatten daardoor ongeveer 14 procent meer water dan in 1850.
Wanneer zware onweersbuien zich ook nog eens langzaam voortbewegen, kunnen er plaatselijk enorme hoeveelheden neerslag vallen. Door beide mechanismen neemt het risico op plotselinge overstromingen sterk toe, vooral in heuvelachtige gebieden.
Dergelijke langzaam bewegende zware buien zullen rond het jaar 2100 veertien keer vaker voorkomen in Europa, vooral in augustus. Dat blijkt uit onderzoek van wetenschappers van Newcastle University en het Met Office, de Britse KNMI. Volgens computermodellen zullen de buien ook nog eens veel zwaarder worden en zich nog langzamer voortbewegen, aldus hoofdonderzoeker Abdullah Kahraman van Newcastle University. De verwoestende gevolgen daarvan zijn inmiddels bekend.
Waardoor bewegen die onweersbuien dan zo traag?
Ook dat kan een link hebben met klimaatverandering. De opwarming van de aarde gaat gewoon door. De Noordpool warmt twee tot vier keer sneller op dan het wereldwijde gemiddelde. Tegelijk zwakt de warme Golfstroom in de Atlantische Oceaan af. Het temperatuurverschil tussen hogere en lagere breedtegraden wordt daardoor kleiner. Dat veroorzaakt een tragere straalstroom, een ‘rivier’ van snel bewegende lucht hoog in de atmosfeer. De straalstroom is deze zomer 10 tot 15 procent zwakker dan normaal. Die heeft daardoor te weinig energie en snelheid om hoge- en lagedrukgebieden van hun plek te duwen.
Door deze vertragende straalstroom houden hogedrukgebieden met abnormaal hoge temperaturen en droogte steeds langer aan, zoals vorig jaar in Nederland. Lagedrukgebieden met extreme hoeveelheden neerslag zoals afgelopen weken, eveneens. Wetenschappers waarschuwen ervoor dat er de komende jaren vaker „zeer extreme extremen” zullen optreden. „De gevolgen zijn ontwrichtend, en zullen waarschijnlijk nog ernstiger worden”, aldus Chris Rapley, hoogleraar klimaatwetenschap aan University College London, in dagblad The Guardian.
Wat verwachten wetenschappers rond regenval en overstromingen voor de toekomst?
Nietsdoen is kostbaar. Dan zullen er geregeld verwoestende modder- en puinstromen door Duitse, Belgische en Nederlandse steden en dorpen razen. De dichtbevolkte gebieden blijken kwetsbaar voor catastrofale overstromingen. De geschatte schade voor de afgelopen overstromingen bedraagt 7,8 miljard euro. Als er geen maatregelen worden genomen, zou de schade door overstromingen tegen 2100 maar liefst 48 miljard euro per jaar kunnen bedragen. Het aantal getroffen mensen zou meer dan kunnen verdubbelen tot ongeveer 350.000, becijferde het Joint Research Centre van de Europese Commissie. De Nederlandse overheid wil daarom de komende jaren jaarlijks 500 miljoen euro uittrekken om overstromingen tegen te gaan.
We moeten ons dus voorbereiden op vaker extreme regenval. Hoe dan?
In het algemeen gaven de grote Nederlandse rivieren niet zo veel problemen als de kleinere zijrivieren. Overheden kunnen ook daar technische maatregelen nemen, zoals het versterken van dijken, het maken van overloopgebieden en maatregelen om water langer vast te houden. Een lichtend voorbeeld is het Nederlandse programma Ruimte voor de Rivier. Doordat riviergeulen zijn verbreed en verdiept en land is ingericht als overloopgebied, zijn de overstromingspieken op de Maas met maar liefst 1 meter verlaagd, aldus Nathalie Asselman, expert op het gebied van overstromingsbeheer en adviseur van de Nederlandse overheid bij het onderzoeksinstituut Deltares.
Ook moeten overheden erover nadenken waar ze klimaatbestendiger nieuwe huizen kunnen bouwen, zegt Fred Hattermann van het Duitse Potsdam Institute for Climate Impact Research tegen persbureau Reuters. Overheden moeten hun risico-inschattingen voor overstromingen herzien, waarschuwingssystemen verbeteren en de bevolking voorbereiden op rampen. Hatterman: „Maar als het echt hevig regent, zal ook dat allemaal niet helpen; we zullen ermee moeten leren leven.”
Christian Kuhlicke van het Duitse Helmholtz Center for Environmental Research: „Als je het water niet kunt tegenhouden, als je je gebouwen niet kunt redden, zorg er dan in ieder geval voor dat alle kwetsbare mensen uit deze plaatsen tijdig kunnen evacueren.”