Synode PKN zet stap in uitwerking ambtsvisie
Een heldere ambtsvisie. Daar ziet de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) naar uit. Tijdens de generale synode, zaterdag in Lunteren, wordt op dat punt weer een stap gezet. Besluiten volgen echter pas in 2023.
Werkgroepen gaan de in juni unaniem aangenomen visienota ”Geroepen en gezonden” verder uitwerken. Er ligt nu een planning tot april 2023. Dan moet er duidelijkheid zijn op veel punten.
De doordenking heeft tijd nodig, aldus het moderamen (synodebestuur), omdat het om ingrijpende stappen gaat. Als de landelijke vergadering ermee instemt, gaat een aantal werkgroepen aan de slag: een werkgroep ”vervolg ambtsvisie”, een werkgroep ”onderzoek” en een werkgroep ”beroepsopleidingen”.
Kernpunt van de visie is de wens om het ambt van pastor toe te voegen aan de bestaande ambten. Mede door het ontstaan van zogenoemde pioniersplekken en kerngemeenten is de rol van voorgangers binnen de PKN anders geworden.
Uit vragen die synodeleden na juni indienden, blijkt dat zij vooral duidelijkheid willen hebben over het verschil tussen de ambten van predikant en pastor. De naam pastor ligt overigens ook nog niet vast. De afgevaardigden willen ook een duidelijk verschil in opleidingstraject voor predikant en pastor.
In de eerste fase gaat de werkgroep ”vervolg ambtsvisie” aan de slag met de gestelde vragen. Synodeleden kunnen daarop reageren. De werkgroep gaat ook in gesprek met jongvolwassenen. Deze werkgroep moet april 2022 klaar zijn. Dan kan de synode een besluit nemen over de voorstellen uit deze eerste fase.
De werkgroep ”onderzoek” zal in dezelfde periode tot april 2022 zoveel mogelijk feiten over de ambten boven tafel halen en ook onderzoeken hoeveel predikanten en pastors er in 2030 nodig zijn.
In de tweede fase worden er dan beroepsprofielen opgesteld. Hierbij wordt ook de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) betrokken. Daar spreekt de synode in november 2022 over. Een definitief besluit over de ambten volgt dan in april 2023.
De synode buigt zich zaterdag ook over regels voor de opheffing van een plaatselijke gemeente. Een belangrijke vraag is wat er dan met de financiën moet gebeuren. Het is de bedoeling dat de classicale vergadering een leidende rol krijgt.