Vanaf haar 18e jaar is ze actief in het vrijwilligerswerk. Petra Bleijenberg-ten Voorde (52) is nu het boegbeeld van het ouderenwerk in Uddel. Vele jaren achtereen bezocht ze zelf mensen op leeftijd, onder wie een bejaarde vrouw. „Ze stond me iedere drie weken in de deuropening op te wachten. Ik kreeg er veel meer energie voor terug dan ik erin stopte.” Ze blijft bescheiden: „Ik voel me niet veel meer dan een onnutte dienstknecht.”
Iedere dag gaat in de boerderij in het buurtschapje De Beek bij Uddel om zes uur de wekker. Bleijenberg is moeder, oppasoma, boerin, onderneemster en vrijwilligerscoördinator en laat graag haar handen wapperen. „Ik ben een echte doener, altijd geweest.” Na haar opleiding aan het vmbo gaat ze dan ook direct aan de slag in een winkel. Later werkt ze een tijdlang als vertegenwoordiger voor een groothandel. „Ik zwierf door het hele land. Een mooie periode.”
Ze heeft een ondernemende geest. Als ze merkt dat het moeilijk is om tijdig aan rouwkleding voor kinderen te komen, begint ze in 2015 een eigen handel in rouwkleding, kindergelegenheidskleding.nl. „Directe aanleiding was een begrafenis in mijn omgeving. In dagen van rouw blijkt het moeilijk om snel aan stijlvolle kleding te komen, zonder teksten of glitters. Omdat ik graag naai, ben ik toen zelf rouwkleding gaan maken. Daar is als vanzelf ook andere gelegenheidskleding bijgekomen, zoals voor bruiloften. Trouwjurken voor volwassenen maak ik niet. Nu ja, meestal niet. Voor mijn eigen dochter heb ik een uitzondering gemaakt.” Boven de garage heeft ze nu haar eigen atelier. „Bij sterfgevallen zit ik in alle vroegte achter de naaimachine.”
Maar ze houdt ook van rust. Die is er voldoende te vinden in De Beek. Het minidorpje bestaat uit een handvol huizen en boerderijen die merkwaardig genoeg tegen Uddel (gemeente Apeldoorn) aan liggen, maar deel uitmaken van de gemeente Ermelo.
De boerderij waar Petra Bleijenberg met haar man Ferdinand woon, is bereikbaar via een onverhard weggetje. Op de plek waar de voorouders van haar man al een boerderij hadden, heeft het echtpaar een nieuw woonhuis gebouwd. Aan de zijkant van de woning, in de schaduw van de pruimenboom, hazelaar en amandelboom is de stilte tastbaar. Alleen vogelgeluiden en het loeien van een van de runderen doorbreken de sereniteit. Zwaluwen scheren over het tafeltje. Bos en hei liggen op loopafstand. Bleijenberg is verknocht aan de natuur en maakt geregeld lange wandelingen met de hond. „Ik ben graag onder en tussen de mensen, maar zoek dan bij tijden weer de stilte op. Wat is eenzaamheid? Een gevoel. Het is daarom heel belangrijk eerst het gesprek aan te gaan en niet al te snel iemand een stempel te geven. Niet invullen voor een ander is het devies in mijn werk. Als ik bijvoorbeeld op de hei ronddwaal, voel ik me verre van alleen.”
Iets voor de ander betekenen. Wanneer is dat begonnen?
„Dat was bij m’n ouders thuis, in Vaassen. Vader was vrachtwagenchauffeur, moeder huisvrouw. Ik was toen 18 jaar en verkoopster. Er was net een nieuwe werkgroep van de VBOK, de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind, opgericht. Meedoen in de werkgroep was natuurlijk ook een stukje nieuwsgierigheid. Vrijwilliger bij de VBOK zijn, betekende veel folderen en achter kraampjes staan. Het was de tijd van de plastic foetuspoppetjes, waarmee de vereniging grote bekendheid verwierf. Ik heb dat gedaan tot m’n huwelijk, in 1992. Ik wilde graag iets voor een ander doen. Dat heb ik altijd gehad. Het zat wel een beetje in de familie, want mijn vader is nog steeds actief met onderhoudswerkzaamheden op de reformatorische basisschool Eben-Haëzer in Teuge, en als collectant. Mijn ouders zijn nu beiden 79 jaar en gelukkig nog vitaal. Ze staan nog steeds altijd klaar voor anderen.”
Toen volgde een verhuizing naar Uddel. Een grote verandering?
Ze moet lachen. „Eigenlijk een cultuurschok. Om misverstanden te voorkomen: niet in negatieve zin. Maar het was wel heel anders dan in Vaassen, hoewel het niet eens zo ver van hier ligt. De Beek hoort bij Ermelo, maar is een Uddels buurtschapje. Zeker in die tijd kende iedereen echt iedereen. Veel familie, veel verwantschap. Een arbeidzaam volkje. Er is veel gemeenschapszin. Tot op de dag van vandaag, hoewel veel duurdere woningen de laatste jaren opgekocht worden door mensen die van ver komen. Maar de saamhorigheid is er nog steeds. Ik sprak onlangs een mevrouw uit Apeldoorn die hier was komen wonen en zich in hoge mate verwonderde over de wijze waarop ze hulp kreeg aangeboden. Werkelijk van alle kanten. Ze was dat niet gewend.”
U werd ook boerin. Wat betekent dat?
„We hebben een bedrijf met witvleeskalveren. De kalfjes komen na twee weken hier en blijven tot ze 28 weken oud zijn. De eerste vier weken van hun verblijf help ik bij het voeren, ’s ochtends en ’s avonds. Daarnaast doe ik de administratie, was de werkkleding en doe allerlei andere voorkomende werkzaamheden. Dat gaat min of meer ongemerkt. Ik heb zeker goedgevulde werkweken. Maar door de nodige discipline lukt het prima. Het lukt tot op heden om het overzicht te behouden.”
De administratie van een boerenbedrijf vergt anno 2021 nogal wat.
„Dat is zo. Door de regelgeving heb je met van alles te maken. Aanvankelijk bestonden we van circa 1000 runderen, op twee locaties. Nu zijn er dat nog 380. Als we groter waren geweest, hadden we waarschijnlijk voor een opkoopregeling in aanmerking kunnen komen. De elkaar snel opeenvolgende veranderingen zijn belangrijk, maar beheersen ons niet. Persoonlijk vind ik het oneerlijk dat de milieuproblemen zo sterk bij de boeren worden neergelegd. Als je zag hoe schoon de lucht werd aan het begin van het uitbreken van corona, gaf dat wel iets aan. Maar als ik eerlijk ben, lig ik er niet wakker van. Er zijn zo veel andere zaken waarover je je zorgen maakt.”
Wat betekende de verhuizing naar Uddel voor het vrijwilligerswerk?
„Bij de VBOK ben ik gestopt toen ik ging trouwen. De eerste jaren kwam ik niet aan wat anders toe, maar toen onze jongste dochter naar school ging, heb ik me gemeld bij de plaatselijke afdeling van de Nederlandse Patiënten Vereniging in Ermelo. Ermelo is een echte zorggemeente met psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk, blindeninstituut Bartiméus en verschillende instellingen voor ouderen. Ik heb een workshop bij Bartiméus gevolgd en verschillende malen met een blinde vrouw boodschappen gedaan. Daarnaast ben ik ingezet voor aanwezigheid bij terminale patiënten. En ik bezocht een eenzame, oudere mevrouw. Dat heb ik elf jaar lang gedaan. Tot haar overlijden, enkele jaren geleden. Gaandeweg ontstond er echt een band. Ze was veel alleen, haar kinderen woonden ver weg. En dan kan een dag van 24 uur lang duren. Ik kwam er één keer in de drie weken, op een vast tijdstip. Ze stond vaak in de deuropening op me te wachten. Dat was echt een lichtpuntje in haar leven.”
Later stapte u over naar vrijwilligerswerk in Uddel. Hoe ging dat met die mevrouw?
„Haar heb ik tot het einde toe bezocht, de rest van het werk in Ermelo is gestopt. Maar er kwam genoeg bij. Naast werk voor ouderen in Uddel, heb ik ook een cursus voor receptioniste gedaan en was ik geruime tijd een dagdeel per week verbonden aan de Oranjehof in Elspeet. M’n zus werkt daar, zo kwam ik met dat zorgcentrum in aanraking. Een tijdje heb ik ook meegeholpen in de winkel van Kroonheim, de gehandicapteninstelling van Adullam in Uddel. Haha, het wordt zo nog een heel lijstje. Maar ik voel me gewoon een van de vele vrijwilligers. Doordat ik veel naar buiten treed, ben ik wel een beetje hun gezicht geworden. Maar ik wil graag vooral hun werk uitdragen en aanprijzen.”
Moeder, vrijwilliger, ondernemer. Is er nog tijd over voor uzelf, voor hobby’s?
„Ik zit al anderhalf jaar op altfluitles en heb een tijdje orgelles gehad. Ik wandel graag en de laatste jaren gaan mijn man ik vaak op zaterdag fietsen. Ik houd verder van lezen. Ik begin de dag wel vroeg, maar probeer rustig af te bouwen door ’s avonds een tijdje een boek te pakken of wat anders te lezen.”
Hoe kwam het vrijwilligerswerk in Uddel op uw pad?
„Dat begon in 2013. Ik werd via een kennis gevraagd voor de coördinatie van bezoekwerk onder ouderen en een plek in het bestuur. Ze hadden iemand nodig, het zou niet veel werk zijn. Dat heb ik geweten, want dat pakt bij tijden echt wel anders uit. Vrijwilligers, verenigd in Hart voor Ouderen, proberen met iedereen boven de 70 jaar in gesprek te gaan. Daaruit komen adressen voor het bezoekwerk. Dat was tot voor kort gescheiden van De Wilhelminahof, een ontmoetingscentrum met dagactiviteiten voor ouderen om de mantelzorgers te ontlasten. Twee aparte besturen, die dit jaar zijn gefuseerd onder de naam Uddel Samen. Ik ben voorzitter van Hart voor Ouderen, coördinator van de groep die bezoekt en bestuurslid van Uddel Samen. Het is mijn taak een match te vinden tussen bezoekende vrijwilligers en ouderen.”
Een match vinden. Hoe gaat dat?
„Iedereen die dat wil, wordt geholpen. Christelijk of niet. Uddel telt tachtig geregistreerde mantelzorgers. We hebben zestien bezoekvrijwilligers en acht mensen die zich inzetten voor Hart voor Ouderen. In de praktijk trekken mensen niet aan de bel. Maar als je eenmaal in gesprek bent, komen er vaak vragen naar boven. Mensen geven zelf aan waar ze behoefte aan hebben. Enige levenservaring is wel belangrijk voor dit werk. Daarom zie ik het als Gods leiding dat ik voordien zelf de nodige vaardigheden hebben kunnen opdoen. Ik heb in de voorbije jaren geleerd om te luisteren naar de behoeften en omstandigheden van anderen. Daarvoor heb ik ook trainingen gevolgd. De vrijwilligers zijn afkomstig uit allerlei leeftijdsgroepen, de jongste is 21 jaar.”
Doen de kerken ook mee in Uddel Samen?
„De diaconieën van de drie plaatselijke gemeenten dragen bij als het gaat om voedselhulp. De samenwerking met én tussen hen is uitstekend, net als de samenwerking op andere terreinen. De vrijwillige hulpdienst bestaat al 35 jaar en is daarmee ouder dan De Wilhelminahof, die zo’n 25 jaar geleden met dagbesteding begon. De hulpdienst startte ooit met het bezorgen van maaltijden en medicijnen. De gemeenschapszin in Uddel is groot. Dat zagen we enige tijd geleden ook toen er bij een gezin brand was. Van alle kanten kwam er hulp.”
Wat is uw belangrijkste drijfveer om dit doen?
„De Bijbel vraagt van ons dat we omzien naar onze naaste. Ik zie dat sterk terug in de geschiedenis van de verlamde man. Hij had zijn vrienden echt nodig om hem op het dak te helpen en te laten zakken voor de voeten van de Heere Jezus. Ook de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan spreekt me erg aan. Dat wil niet zeggen dat ik de Bijbelse boodschap rechtstreeks uitdraag. Er is me altijd voorgehouden dat je als vrijwilliger geen evangelist bent. Daar dien je rekening mee te houden. Maar ik vond het wel heel treffend wat die mevrouw in Ermelo tegen me zei in verkiezingstijd: „Jij stemt natuurlijk SGP.” Ze sprak niet echt over geestelijke zaken, maar wist me wel te plaatsen, terwijl we het daar niet over hadden gehad. Ze had dus bepaalde verwachtingen van me.”
Welke?
„In algemene zin heb ik het dan over bijvoorbeeld vriendelijkheid, eerlijkheid en hulp. Als er een opening is om iets over geestelijke zaken te zeggen, probeer ik voorzichtig iets aan te geven van wat het Woord ons voorhoudt. Maar lang niet altijd komt het tot gesprekken over dood en eeuwigheid, hoewel dat bij ouderen soms wat gemakkelijker gaat dan bij jongere mensen.
Het heeft ook met plaatselijke verschillen te maken. In Ermelo wonen minder mensen die niet met de Bijbel zijn opgegroeid dan in Uddel. Daar staan wat dat betreft veel neuzen dezelfde kant op.”
Wat merkt u van eenzaamheid onder ouderen?
„Die heb ik door de jaren heen verder zien toenemen. Veel meer gehuwde kinderen hebben beiden een baan en wonen vaak verder van hun ouders. Als je dan alleen overblijft, wordt het heel stil. Maar ook door corona. En dan heb ik het niet alleen over ouderen. Ook onder jongeren en ook in Uddel. Bij besprekingen is dat de laatste tijd een terugkerend agendapunt. We willen de komende jaren meer aandacht geven aan de jeugd en voor hen als ontmoetingsplek fungeren.”
U geniet zichtbaar van bezoeken en gesprekken. Waarom?
„Ik houd van het contact met mensen. Van hun veelzijdigheid. Van de gesprekken over vreugde, verdriet en bijzondere momenten. Iedereen heeft zijn eigen verhaal. Op een gegeven moment weet je van zo’n mevrouw echt bijna alles. En dat geldt voor al de vrijwilligers die dit werk doen. Want ik ben daarin echt niet bijzonder.”
Meer dan dertig jaar vrijwilliger, op verschillende plaatsen, in verschillende omstandig- heden. Wat zou u anders doen als u opnieuw zou kunnen beginnen?
„Het heeft natuurlijk zo moeten zijn, maar ik geloof niet dat ik het anders zou doen. Je moet liefde hebben voor je naaste. Dan mag je dit met voldoening doen.”