Bij FloraHolland komt (bijna) geen koper meer kijken
Bij veiling Royal FloraHolland wordt de wereldwijd toonaangevende prijs van bloemen en planten bepaald. Nog even, dan gaat er geen stapelwagen meer fysiek door de afmijnzaal.
Van de drie exportlocaties Naaldwijk, Rijnsburg en Aalsmeer is de laatste de grootste. Heel Vaticaanstad past in het handelscomplex.
Het is een bekende uitspraak: vrouwen bloot, handel dood. Kortom, in de zomer is het relatief rustig. Eén van de vier digitale veilingklokken staat dan op zwart en één van de vier loges waar veilingmeesters aan de beeldschermen zitten is leeg.
Dat laatste geldt ook voor de banken in de afmijnzaal van de sierteelt. Snijbloemen komen niet meer voor de klok, zoals dat heet, maar worden wereldwijd digitaal verhandeld. Dat gebeurt overigens nog steeds via het zogenaamde afmijnen en vanzelfsprekend geregisseerd door FloraHolland, vertelt teammanager Arie Bezemer. Hij zwaait de scepter over de vijftien veilingmeesters (planten) op de drie locaties.
In de veilingzaal voor de planten zitten zo’n 50 kopers. „Dat waren er vroeger ruim 200. Onze klanten –enkele duizenden, die over de hele wereld verspreid zitten– kunnen vanaf hun eigen werkplek meebieden zonder enige vertraging, ook al maken ze gebruik van een gewone internetverbinding.”
Bloemen en planten van over de hele wereld, onder meer uit Israël en Afrikaanse landen, worden via FloraHolland verhandeld. Doordat een kweker verplicht is een representatieve foto en kwaliteitskenmerken van zijn plant of snijbloem mee te sturen, komt een koper niet voor verrassingen te staan.
Van alle Nederlandse bloemen en planten gaat 85 procent weg voor export –goed voor een waarde van 6 miljard euro. Roos is de meeste verhandelde snijbloem, orchidee de belangrijkste potplant.
Serie Eenmaal, andermaal
Dit is het vijfde deel in een serie over veilinghuizen en hoe het eraan toegaat op veilingen. Volgende week woensdag deel 6 (slot): autoveiling BCA