Over het Witte Huis raast een wervelstorm van kritiek op de aftocht van de Amerikanen uit Afghanistan. Critici spreken van een smadelijke afgang.
Nog maar goed een maand geleden voorspelde president Joe Biden dat de terugtrekking van de Amerikanen in niets zou lijken op het vertrek van de VS uit Vietnam in 1975. „Onder geen beding zul je, zoals toen, Amerikaans ambassadepersoneel op dakterrassen zien staan, wachtend tot ze worden opgehaald door een helikopter.” Bovendien zei Biden dat het „zeer onwaarschijnlijk is dat de taliban de boel zullen overlopen en de baas zullen worden in het hele land.”
Inmiddels weet de Amerikaanse bevolking dat hun president er goed naast zat. In de afgelopen week rukten de taliban razendsnel op en sinds zaterdag vliegen, net zoals in 1975, Amerikaanse helikopters boven Kabul om ambassadepersoneel in allerijl in veiligheid te brengen.
Verwijten
Weg uit Afghanistan, dat wilden de Amerikanen al lang. Zij zijn oorlogsmoe. Zo’n 70 procent van de bevolking steunt het besluit dat de VS zich terugtrekt. President Barack Obama deelde dat verlangen al, president Donald Trump besloot tot vertrek en president Biden deed het. Hij zei niet de vierde president te willen zijn die de oorlog in Afghanistan als een blok aan het been meesleept.
Nu echter het gedroomde vertrekt eindigt in een nachtmerrie, slaat de stemming om. Amerikaanse politici en burgers zijn ontzet over de „enorme” inschattingsfout over de opmars van de taliban en spreken nu al over het „trauma van een smadelijke nederlaag en een van de grootste militaire fiasco’s uit de geschiedenis.” Daarnaast stelt men hardop de vraag of Washington „wel een minuut” heeft nagedacht over een exitstrategie.
Uiteraard is het met name de politieke oppositie die scherpe kritiek uit. De Republikeinse fractieleider in de Senaat, Mitch McConnell, spreekt van „een totaal mislukte terugtrekking en een beschamend voorbeeld van gebrek aan leiderschap.” Zijn partijgenoot, Michael McCaul, lid van het Huis van Afgevaardigden, zegt dat Biden nu „bloed aan zijn handen” heeft. Steve Scalise, eveneens Republikeins afgevaardigde, sprak van het „Saigonmoment van president Biden.” De val van de Vietnamese stad Saigon (het huidige Ho Chi Minhstad) in 1975 betekende het einde van het door Amerika gesteunde Zuid-Vietnamese regime en een gevoelige nederlaag voor de VS.
Ook de media tonen zich verbaasd over de inschattingsfout die Biden en het Pentagon hebben gemaakt. „Hoe konden onze militairen en de inlichtingendiensten deze misrekening maken,” vroeg The Washington Post zich af.
Minister van Buitenlandse Zaken Anthony Blinken bestrijdt dat het vertrek uit Afghanistan een grote mislukking is. De vergelijking met de terugtocht uit Vietnam is volgens hem onterecht. Hij stelt dat de Amerikaanse missie in Afghanistan met succes is afgerond. „Degenen die 9/11 op hun geweten hebben zijn verslagen, daar ging het om.”
Biden schreef zaterdag in een verklaring dat langer blijven in Afghanistan geen verschil had uitgemaakt. „Een ongelimiteerd verblijf van de VS in een land dat verscheurd wordt door een burgerlijk conflict, is voor mij niet aanvaardbaar.”
De president wees er zaterdag ook op dat de kritiek die hij nu moet incasseren voor een deel zijn voorganger Trump toekomt. Diens regering ging vorig jaar in Doha, in Qatar, om tafel met de taliban. Die onderhandelingen leidden tot overeenstemming over de terugtrekking van de Amerikanen uit Afghanistan. De boodschap van Biden was zaterdag: „Ik voer nu uit wat Trump eerder heeft besloten.”
Aftreden
De Republikeinse senator Ben Sasse uit Nebraska lijkt deze visie van Biden in zekere mate te delen. Hij spreekt van de Biden-Trumpdoctrine van zwakheid. „Samen hebben ze bewust besloten het verlies in Afghanistan te nemen.”
Trump denkt daar duidelijk anders over. Hij vindt dat zijn opvolger moet opstappen wegens de snelle verovering van Afghanistan door de taliban. In een verklaring zei Trump zondag dat „het tijd is dat Joe Biden in schande aftreedt voor wat hij heeft laten gebeuren.” Geheel in stijl voegde hij er fijntjes aan toe: „Dat zou niet moeilijk moeten zijn, want hij was toch al niet legitiem gekozen.”