Zowel woensdag als vrijdagmorgen werden vanuit Libanon raketten op het noorden van Israël afgeschoten. Er vielen geen slachtoffers, maar de projectielen veroorzaakten wel branden op de beboste heuvels die slechts met grote moeite konden worden bedwongen.

Het was niet voor het eerst dit jaar dat Israël door beschietingen vanuit Libanon werd opgeschrikt. In mei vlogen ook al diverse raketten de grens over.

Niemand heeft nog de verantwoordelijkheid opgeëist, maar het Israëlische leger vermoedt dat Palestijnse terreurgroepen achter de aanvallen zitten. Vooralsnog houdt Jeruzalem de Libanese regering verantwoordelijk voor de beschietingen, omdat zij ervoor moet zorgen dat de rust in het land wordt gehandhaafd en de territoriale integriteit van de buurlanden wordt gerespecteerd.

Dat is formeel natuurlijk de correcte lijn. Maar in de praktijk werken de zaken in Libanon anders. Het Libanese leger kan doorgaans bitter weinig tegen dit soort acties uitrichten. En al helemaal niet in het zuiden van het land, waar de door Iran gesteunde sjiitische terreurbeweging Hezbollah sinds jaar en dag de dienst uitmaakt.

Nu Libanon bovendien steeds verder wegzinkt in een moeras van economische neergang, maatschappelijke onrust en politieke chaos, valt er vanuit Beiroet al helemaal niets te verwachten om de toenemende spanningen aan de grens met Israël te verminderen.

De Libanese regering nam echter nog wel de moeite om in een officiële verklaring haar diepe verontwaardiging over de Israëlische vergeldingsaanvallen te uiten. Die vormen volgens haar een ernstige schending van de Libanese soevereiniteit en een regelrechte schending van VN-reolutie 1701, die na de Libanonoorlog van 2006 opriep tot een staking van de vijandelijkheden. Het staatshoofd vergat er gemakshalve bij te vermelden dat raketten afschieten op een buurland op zijn minst ook in die categorie valt.

Intussen groeit de vrees dat de schermutselingen van deze week tot een escalatie zullen leiden. Minister van Defensie Benny Gantz waarschuwde dat het leger zich op meer acties beraadt. De vraag is of Hezbollah deze Israëlische aanvallen over zijn kant zal laten gaan. Veel zal afhangen van de instructies van broodheer Iran.

De afgelopen dagen zijn ook de spanningen tussen Israël en Iran verder opgelopen. Een vrachtschip van een Israëlische eigenaar werd in de Golf van Oman door onbemande vliegtuigjes aangevallen. Zowel Israël als het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten wijzen met een beschuldigende vinger naar Teheran. Minister Gantz verklaarde donderdag ook nog eens dat Iran over tien weken genoeg nucleair materiaal zal hebben om een atoombom te maken. Hij voegde eraan toe dat Israël „klaar is” om de Islamitische Republiek aan te vallen.

Het zou voor Iran aanleiding kunnen zijn Hezbollah opdracht te geven een front aan Israëls noordgrens te openen. Al was het alleen maar om de aandacht van het nucleaire programma af te leiden.

Met alle verwoestende gevolgen voor het toch al zwaar geteisterde Libanon. Want dat land is altijd het kind van de rekening.