’s Lands grootste visafslag staat niet aan het water
Wie vanaf de A6 Urk binnenrijdt, ziet rechts een groot, wit gebouw. ”Visveiling Urk” prijkt op de gevel. ’s Lands grootste visafslag staat niet aan de haven maar op het bedrijventerrein.
De verklaring is eenvoudig: alle vis wordt hier met vrachtwagens aangevoerd. De Urker kotters, die meestal van maandag tot vrijdag op zee zijn, liggen in het weekend in de havens van Harlingen, IJmuiden en andere kustplaatsen, tot in Denemarken en Frankrijk toe. Maar de vangst gaat naar Urk.
„Hier zitten de vershandel en de verwerkende industrie die de vis kopen. Daarom maakt de visserman hier de beste prijs”, legt directeur Teun Visser uit.
Visveiling Urk is een coöperatie met zo’n negentig leden. Zij genieten bepaalde voordelen. Er zijn ook aanvoerders die geen lid zijn. De afslag heeft twee locaties. De hoofdvestiging in Urk behaalde vorig jaar een omzet van 86,5 miljoen euro. Belangrijkste soorten die hier worden geveild zijn schol, tong, tarbot en langoustine (Noorse kreeftjes). Harlingen –omzet 13 miljoen euro– is helemaal gericht op garnalen.
Het veilen gaat bij afslag: de elektronische klok wijst de gestaag dalende prijs aan. De koper die als eerste zijn knopje (tegenwoordig een toets) indrukt, is de nieuwe eigenaar van de betreffende partij vis. Dat kopen kan trouwens ook op afstand, via internet.
De Urker mijnzaal heeft twee beamers. Op de ene is de klok geprojecteerd, op de andere staat informatie over de vis: soort, sortering (maat), gewicht, gevangen door welk schip. Voordat de verkoop rond 7 uur begint, zijn in de hal achter de kantoren tientallen mensen al uren aan het werk om de vis te sorteren en te wegen. De vis blijft in koelcellen staan tot na afloop van de veiling. Kopers kunnen er vooraf al een kijkje nemen om de kwaliteit te beoordelen.
Serie
Dit is het derde deel in een serie over veilinghuizen en hoe het er aan toegaat op veilingen.
Volgende week woensdag deel 4: Venduhuis de Eland