De Eerste Kamer en het kleine deel van de Raad van State dat ook aan het Binnenhof is gevestigd, gaan ‘samenwonen’ in een gebouw aan het Lange Voorhout waarin vroeger de Hoge Raad was gevestigd. Het is een groot complex dat uit verschillende panden bestaat. Er is ook een achteringang aan de Kazernestraat.

In het complex is een tijdelijke plenaire vergaderzaal voor de Eerste Kamer gerealiseerd. Er komen ook kantoorruimten voor zo’n 75 medewerkers. Scholieren, dagjesmensen en gasten kunnen in beperkte mate toegang krijgen tot het gebouw.

Het pand aan Lange Voorhout 34-36 staat ook bekend als Huis Huguetan. Het is een stadspaleis dat in 1734 werd gebouwd voor de rijke bankiersdochter Adriana Huguetan, een hugenote. Daniël Marot, ook een hugenoot, ontwierp het in de Lodewijk XIV-stijl.

Koning Willem I woonde na zijn aankomst in Nederland tot 1815 in het stadspaleis en de latere koning Willem II tot 1817. Totdat de Hoge Raad in 1988 in het pand trok, was hier de Koninklijke Bibliotheek gevestigd.

Voor de afdeling advisering van de Raad van State komt in het pand ook een vergaderzaal. De Raad komt nu elke week bijeen in een vergaderzaal op het Binnenhof. Dat ritme blijft, alleen de plaats wisselt.

De vicevoorzitter van de Raad van State, Thom de Graaf, krijgt ook een werkkamer in het nieuwe pand met uitzicht op het Lange Voorhout. Hij is daarmee zeer ingenomen: „Ik voel me Louis Couperus.” De negentiende-eeuwse schrijver Couperus was zeer verknocht aan Den Haag. Aan het Lange Voorhout staat een beeldje van hem met daarop het volgende opschrift: „Zoo ik ièts ben, ben ik een Hagenaar.”

Serie
Dit is het vijfde deel in een serie over de gebouwen waar de bewoners van het Binnenhof de komende jaren hun werk doen.