Zeewier op het bord
Voor de kust van Scheveningen is iets opmerkelijks gaande, al zie je daar vanaf het land niets van. Op een locatie zo’n 12 kilometer in zee wordt geëxperimenteerd met de teelt van zeewier. Want dit gewas heeft de toekomst, denken de initiatiefnemers van het project. Je kunt er zelfs kleding van maken.
Ook op zee is er van het experiment niet veel meer te zien dan de vier boeien die de omvang van het gebied –in totaal 6 vierkante kilometer– markeren. „Alles zit onder water”, vertelt Femke Prins van North Sea Farmers, de beheerder van deze proeflocatie. Feitelijk: een paar meter onder de zeespiegel. Want zeewier heeft licht nodig en groeit dus relatief dicht onder het wateroppervlak.
Op de proeflocatie worden alle aspecten die bij de teelt van zeewier een rol spelen onder offshore-omstandigheden uitgeprobeerd. Welke netten kun je het best gebruiken? Hoe veranker je ze in de bodem? Hoe oogst je het zeewier? Hoe vervoer je het vervolgens naar het vasteland?
Het uiteindelijke doel is om het verbouwen van zeewier te combineren met windmolenparken in de Noordzee, en mogelijk ook met mosselteelt, of drijvende zonnepanelen. Volgend jaar zal, als alles goed gaat, de eerste ”zeewierboerderij” in gebruik worden genomen. Prins: „We zijn daarover op het moment in gesprek met twee windmolenparken die allebei graag met ons verder willen. Dat gebeurt in nauw overleg met de overheid, die als vergunningverlener een belangrijke rol heeft.”
Over belangstelling heeft het initiatief niet te klagen. „Wij zijn maar een kleine stichting, maar inmiddels hebben zich ongeveer honderd internationale bedrijven en organisaties bij ons aangesloten. Van windmolenparkeigenaren en een zeewierzaadveredelaar tot levensmiddelenfabrikanten”, vertelt Prins. „Best veel, als je bedenkt dat het om een sector gaat die nog in opbouw is.”
Soort spaanplaat
North Sea Farmers ziet zeewier om verschillende redenen als een gewas voor de toekomst. Prins somt er een aantal op. „Zeewier neemt als het groeit CO₂ op, waardoor het een bijdrage levert tegen klimaatverandering. Je kunt het eten, wat kan leiden tot een lagere vleesconsumptie. Je kunt zeewier gebruiken als alternatief voor plastic, wat tot gevolg heeft dat er minder aardolie nodig is. Van de geperste vezels kun je zelfs kleding of een soort spaanplaat maken.”
Voor een deel bevinden die mogelijkheden zich nog in de onderzoeksfase, voor een deel worden ze ook al toegepast. „Bij Albert Heijn verkopen ze burgers met zeewier erin verwerkt, afkomstig uit de Oosterschelde”, weet Prins. Zeewier bestaat van nature voor een belangrijk deel uit alginaat, dat door cosmeticabedrijven als verdikkingsmiddel onder andere al wordt gebruikt in tandpasta en crèmes. „De mineralen en andere bioactieve stoffen die uit zeewier gewonnen worden, verbeteren de weerstand van planten. Ze worden daardoor minder gevoelig voor droogte en extreem veel neerslag”, vertelt Prins.
Saccharina
Het ene zeewier is het andere niet. Prins vertelt dat er in totaal zo’n tienduizend verschillende soorten zijn. „Op de testlocatie experimenteren we op dit moment met saccharina, ook wel suikerwier genoemd. Het is een snelgroeiende soort die het in de Noordzee goed doet.” Saccharina smaakt zilt en heeft een vrij hoog jodiumgehalte. Om die reden is het niet geschikt om er grote hoeveelheden van te eten. Prins: „Bij nori, het wier dat voor Japanse sushi wordt gebruikt, is dat gehalte veel lager.”
Saccharina is een zogenaamd winterwier. De zaadjes gaan in oktober het water in. In de winter groeit het wier en vervolgens wordt het in het voorjaar geoogst, met speciaal daarvoor ontwikkelde machines. Dat is althans de bedoeling. „De oogst van dit jaar is helaas mislukt. Het type touw dat we gebruikten voor de netten bleek niet geschikt te zijn: het zeewierzaad kon zich er niet aan vasthechten. Gelukkig heeft de installatie waaraan de netten waren bevestigd de stevige voorjaarsstormen van dit jaar wel goed doorstaan. Volgend jaar gaat het dus vast goed komen”, zegt Prins.
Nori
Zeewier is op zich niets bijzonders: het groeit in elke zee. Wie een dagje naar het strand gaat, loopt grote kans van die glibberige slierten te zien liggen. Maar zeewier oogsten en gebruiken zit niet zo in het Nederlandse systeem, al vertelt Prins dat ze zelf wel eens nori heeft geplukt aan de Nederlandse kust.
Waarom er in Nederland traditioneel weinig oog is voor zeewier? Misschien heeft dat te maken met de onstuimigheid van de Noordzee, denkt Prins. „In Aziatische landen, waar vanouds veel meer met zeewier wordt gedaan, is er vaak een minder groot verschil tussen eb en vloed en zijn de zeeën minder onstuimig. Daar lopen mensen bij wijze van spreken zo de zee in om zeewier te oogsten. In de Noordzee, die in de winter en het voorjaar heel ruig kan zijn, gaat dat niet.”
Maar ook in Europa zijn er landen met een lange zeewiertraditie. Ierland is daarvan een voorbeeld. Kookschrijfster Yvette van Boven, die er opgroeide, beschrijft in een van haar boeken waar de lokale bevolking deze algen uit de zee allemaal voor gebruikt en gebruikte: als plantaardig alternatief voor gelatine, als mest voor op het land. En als voedsel – maar dan vanouds vooral voor de armen. Bijvoorbeeld als broodbeleg. „Misschien niet erg smakelijk, maar wel gezond.”
Dat tij is inmiddels gekeerd. Ieren beschouwen zeewier, dat aan de westkust in overvloed aanspoelt, inmiddels als een bijzonder ingrediënt.
Wie weet gaat dat in Nederland ook gebeuren. Sterker nog: feitelijk is dat al zo. Zeewier staat bijvoorbeeld in de belangstelling als voedingssupplement. Maar als je daar een potje van koopt, is het nu vaak nog van Aziatische herkomst. Wellicht staat er binnenkort ”Made in Holland” op.
Bron recept: Groente uit zee. Recepten en informatie over zeewier en algen, Lisette Kreischer; uitg. Kosmos, Utrecht 2015.
Serie Kustverhalen
Acht redacteuren reizen de Noordzee langs en komen allemaal met een persoonlijk verhaal terug. Dit is het vierde deel: zeewierkwekerij bij Scheveningen.