Nederlandse fruittelers zullen dit jaar heel wat minder peren oogsten dan vorig jaar. Dat voorspellen koepelorganisaties GroentenFruit Huis en NFO na metingen bij boomgaarden. Het koude voorjaar lijkt de groei van peren dwars te zitten.
De oogst zal dit jaar op 325 miljoen kilo peren uitkomen, verwachten de fruittelersorganisaties bij hun jaarlijkse raming. Dat is 19 procent minder dan een jaar eerder. Deskundige Wilco van den Berg van GroentenFruit Huis wijst erop dat het dit voorjaar erg lang duurde voordat de kou verdween, waardoor bij perenbomen ook minder snel vruchten groeiden.
Daarnaast was de perenoogst in 2020 nog uitzonderlijk goed. Je ziet volgens GroentenFruit Huis vaak dat de oogst na een periode van volle perenbomen lager uitvalt, wat ook wel een beurtjaar wordt genoemd.
Appeltelers hadden minder last van de kou. Naar schatting plukken ze dit jaar zo’n 250 miljoen kilo appels van de bomen, een stijging van 14 procent ten opzichte van vorig jaar. Toen waren de weersomstandigheden juist nadelig voor appels, wat de stijging dit jaar verklaart. „Er zijn dit jaar meer appels, maar het wordt geen topoogst”, aldus Van den Berg.
De elstar is de meest geteelde appel, met een marktaandeel van 40 procent. Bij peren is de conference de onbetwiste leider. Deze peer is goed voor meer dan driekwart van de Nederlandse perenoogst.