Politiek

FVD’er Van Houwelingen zoekt graag de grenzen op: Daar word je wijzer van

„Als je iemand zoekt op wie je helemaal aan kunt: ik ben er voor je”, liet hij Forumleider Baudet weten. Het kersverse FVD-Kamerlid Pepijn van Houwelingen weet nu waaraan hij begon. In de Kamer kreeg hij al eens „iedereen” over zich heen. Maar: „Dat is een goed teken, daar ben ik trots op, want het laat zien dat we wezenlijk bezig zijn.”

Coen Hermenet en Addy de Jong
24 July 2021 14:36
FVD-Kamerlid Pepijn van Houweligen. beeld RD, Henk Visscher
FVD-Kamerlid Pepijn van Houweligen. beeld RD, Henk Visscher

Het is enkele uren voor zijn maidenspeech als Van Houwelingen (41) zich, kort voor het zomerreces, op zijn gemak laat bevragen in een van de vertrekken van de FVD-fractie. De parlementariër is een denker, dat is duidelijk. De ene zin is nog niet af, of de andere rolt er overheen. Een interview? Dat is voor de hoffelijk overkomende FVD’er óók een uitwisseling van ideeën. „U vraagt dat nu zo, maar wat is úw gedachte hier eigenlijk bij?”

Van Houwelingen mag dan tot de lichting pas aangetreden Kamerleden behoren, de thema’s waarmee hij zich in het parlement bezighoudt, zijn voor hem allerminst nieuw. Zo stortte hij zich jaren geleden al op het onderwerp van zijn maidenspeech, de EU. De FVD’er is een van de oprichters van het Burgercomité EU, één van de initiatiefnemers van het Oekraïnereferendum in 2016.

Fel verzet

Wie een rode lijn zoekt in zijn politieke denken, stuit al snel op Van Houwelingens felle verzet tegen het fenomeen schaalvergroting. Vandaar zijn recente Kamervragen over de voorgenomen fusie van de gemeente Scherpenzeel. Vandaar ook zijn laatste boek, ”Microfobie”, waarin de politicus zich keert tegen „de cult van het kolossale.”

Moeiteloos somt de FVD’er –op basis van wetenschappelijk onderzoek en verwijzend naar een reeks tabellen– op welke nadelen er verbonden zijn aan schaalvergroting: „Het is niet efficiënt, niet effectief, niet rechtvaardig, niet sociaal, het tast de vrijheid aan en het maakt niet gelukkig. De meerderheid wil het eigenlijk niet.”

Als schaalvergroting zo veel nadelen heeft, hoe kan het dan dat we het op allerlei gebieden zien plaatsvinden?

„Dat is de grote vraag! Ik zie er werkelijk niets positiefs in. Echt niks. Blijkbaar is het een soort geloof geworden, het globalisme. Noem het een bepaalde verlossingsgedachte. Dat is, denk ik, wat er in die hoofden omgaat. Het voelt goed, het voelt warm. Net als bijvoorbeeld het communisme.”

Ziet u het streven naar fusies en steeds grotere samenwerkingsverbanden als een complot van de elite?

„Een samenzwering is het niet, denk ik. Van een complot is pas sprake als iemand A zegt, maar stiekem B bedoelt. Dat veronderstelt al een werkend brein, dat veronderstelt al iets van moed, want het kan zijn dat je vervolgens betrapt wordt en gepakt. Nee, als je dat denkt, heb je een te hoge pet op van de heersende elite in Europa en in Nederland.”

SGP-lijst

„Er is steeds minder ruimte voor grenzen, voor verschillen”, betoogt Van Houwelingen. „Zie ook het veelvuldig gebruik van het woord trans: transnationaal, transgender. Alles moet één worden. Dat vind ik gewoon een heel gevaarlijke ontwikkeling. Ik noem dat de totalitaire verleiding. Zo moeten er ook vrouwen op de SGP-lijst komen; dat bepalen zij voor u. Ik denk dan: waar bemoeien ze zich mee?”

Het centrale thema in Van Houwelingens denken ontstond al in 2009, toen hij als twintiger in Japan promoveerde op een ‘klein’ onderwerp, te weten het functioneren van buurtgroepen. Terug in Nederland ging hij aan de slag bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Daarna volgde een grote overstap: van het rustige, bedaagde SCP naar het Kamerlidmaatschap voor een partij waar ophef eerder regel is dan uitzondering.

Waarom maakte u die stap?

„Eigenlijk had ik nooit de ambitie om politicus te worden. Het is geleidelijk aan zo gegaan. Zo’n negen jaar geleden raakte ik betrokken bij het verzet tegen het overdragen van bevoegdheden aan de EU zonder dat daar een referendum over was gehouden. In dat verband ontmoette ik Thierry Baudet voor het eerst.”

De uitkomst van het Oekraïnereferendum (2016) is door de politiek, net als dat van het EU-referendum (2005), totaal genegeerd, foetert Van Houwelingen. Die „brutaliteit” maakte hem kwaad. „En ja, wat kun je dan verder nog doen? Zegt ú het maar. Inderdaad, op een gegeven moment begin je maar een politieke partij. Dat heeft Thierry dus gedaan.”

Lid van FVD was de econoom en japanoloog al vrij vroeg. Het Kamerlidmaatschap kwam pas in beeld, vertelt hij, na de twist binnen Forum waarbij de wegen van Baudet en Otten zich scheidden. „Ik dacht toen: Thierry moet mensen om zich heen hebben die hij kan vertrouwen. Ik ga in ieder geval niet breken. Dus toen zei ik tegen hem: joh, als je iemand zoekt waar je helemaal van op aan kunt: ik ben er voor je.”

Voordat FVD bestond overwoog hij eens serieus om SGP te stemmen, maar zo ver kwam het niet. „Toen heb ik volgens mij op de Libertarische Partij gestemd.”

Nieuw geloof

In zijn boek ”Microfobie” komt ook de achteruitgang van de rol van het geloof in de samenleving aan de orde. „Ergens vind ik dat wel een verlies, ja. En we hebben er ook niet echt iets voor teruggekregen, voor zover ik weet.”

Van Houwelingen wil zichzelf geen gelovige noemen. „Het geloof in God moet je overkomen. Mij is dat niet ten deel gevallen.” Wel heeft de agnost „heel veel sympathie” voor religie. „Mensen die geloven vind ik op een bepaalde manier interessanter dan mensen die niet geloven.”

Dat ”Microfobie” veel los zal maken, gelooft het FVD-Kamerlid niet. „Ze zullen het wel negeren.” Dat laatste gebeurde bepaald niet met ”Oneigentijds”, het boek dat hij vele jaren geleden –hij was nog SCP-ambtenaar– schreef. Enkele weken na het Oekraïnereferendum, in april 2016, onthulde NRC dat achter het pseudoniem Vossius ene Pepijn van Houwelingen school, betrokken bij datzelfde referendum. Onder de kop ”De machtsfantasie van een referendumactivist” typeerde de krant het boek als „een duister essay vol bewondering voor Hitlers Derde Rijk.”

Terugblikkend op die periode noemt hij de interpretatie van NRC van destijds „bizar.” „Verheerlijking van het Derde Rijk? Op sommige plaatsen in het boek verwerpt de hoofdpersoon het. Dit personage past de ideeën die leefden in het klassieke Griekenland toe op onze tijd. Ja, dat leidt dan tot veel politiek incorrecte uitspraken. Dat is toch heerlijk!”

Maar de hoofdpersoon in dit boek verkiest op een gegeven moment toch het Derde Rijk boven de huidige westerse samenleving?

„Nou, let op: het is het personage, hè, het karakter in het boek dat dit zegt; niet ik. Verder –ik moet wel in mijn geheugen graven, hoor, want het is meer dan tien jaar geleden dat ik dit schreef– bedoelde het personage, denk ik, dat er in het Derde Rijk een soort vitaliteit, groei en dynamiek zat. Die energie tref je vandaag niet meer in aan in de samenleving.

Kijk, een jaar geleden was ik op Texel. In een paar jaar tijd is daar in de jaren veertig het hele eiland volgegooid met bunkers. Dus het is gewoon de hoeveelheid energie die loskomt. Dat is, denk ik, wat het karakter ermee bedoelt.

Verderop in het boek verwerpt het personage trouwens ook allerlei walgelijke dingen. Maar dát zul je nooit in NRC lezen.”

U noemde uw boek destijds „ideeënkunst”, bedoeld om „de grenzen van het toelaatbare, het redelijke en het menselijke te onderzoeken.” Waarom zou iemand die grenzen willen onderzoeken?

„Dat is nou het leuke van onze partij. Die andere breinen zitten volgens mij op slot. Wat wij intern doen, en ook leuk vinden –Thierry doet dat ook vaak– is het innemen van een extreem standpunt, en dan kijken hoe de ander erop reageert.”

Wat is daar precies leuk aan?

„Nou ja, ik vind dat mooi. Mijn brein gaat daarvan werken. Je wordt er wijzer van. Alleen, in onze huidige samenleving worden zulke gedachte-experimenten minder geaccepteerd. Mede daarom vinden we bij FVD de scheiding tussen publiek en privaat zo belangrijk.

En let wel, als je bijvoorbeeld de kant van antisemitisme of racisme op gaat –ik zeg het nog maar een keer– dan doe je wat ons betreft niet mee aan de discussie. Dan ga je een grens over.”

Blijft wel staan dat, als er ophef is rond FVD’ers, dat vaak te maken heeft met uitlatingen over de Tweede Wereldoorlog en antisemitisme. Hoe komt dat toch?

„Dat zoeken ze ook op, hè. Wie ik met ”ze” bedoel? De pers. Die probeert ons elke keer in díé hoek te drukken. Dat is toch duidelijk. Dat is hun doel. Intern noemen wij dat de Ollongren-doctrine. Als mensen vinden dat de democratie behouden moet blijven maar de elite vervangen moet worden, dan zijn ze volgens de rijksoverheid radicaalrechts.

Het is eigenlijk: alle pijlen op FVD. Gisteren gebeurde het nog. Kreeg ik in het debat weer iedereen over me heen. Wat overigens een goed teken is. Ik ben daar trots op, want dat laat zien dat we wezenlijk bezig zijn. We zijn blijkbaar toch iets van een bedreiging, anders zouden ze niet altijd met tien man tegelijk op ons inhakken.”

Dat zou kunnen. Maar het is ons nog niet helemaal duidelijk waarom de ophef rond FVD zo vaak in die specifieke hoek zit.

„In onze cultuur is dit nu eenmaal het meest verwerpelijke. Hét grote morele ijkpunt is de Tweede Wereldoorlog. Als je iemand kunt associëren met het absolute kwaad is dat natuurlijk het meest effectief. Dan kun je ’m kaltstellen.”

Volgens Van Houwelingen maakt FVD veel minder en subtieler gebruik van vergelijkingen met de oorlog dan anderen. „Neem de 4 meitoespraak van Arnon Grunberg op de Dam, waar hij situatie van de Marokkanen erbij haalt. Dat mag dan weer wel. Ik kan er geen chocola meer van maken. Dit is echt gewoon op ons gericht.”

serie Nieuw in de Kamer

Dit is het eerste deel in een serie over kleurrijke nieuwe Tweede Kamerleden. Volgende week zaterdag deel 2: Derk Boswijk (CDA).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer