Hoewel de overstroming alweer een week geleden is, drong de ernst van de ramp bij Valkenburger Ethel Hendrix pas woensdag echt door. Met tranen in haar ogen: „Ik besefte dat mijn huis mijn thuis niet meer was.”
Op de stoep van huize Hendrix staat haar man Jan met de hogedrukspuit een metalen stereomeubel schoon te spuiten. Het fijne, bruine zand spoelt er vlot van af. Ethel: „Het meubel is van mijn moeder geweest en heeft emotionele waarde. We proberen nu te redden wat er te redden valt. In de kelder lagen de fotoalbums van de kinderen. Die zijn waarschijnlijk verloren.”
In de vensterbank staan dierbare lp’s van het gezin te drogen. Ethel Hendrix loopt naar binnen en wijst naar de lambrisering en de eikenvloer. Alles is alweer weg gesloopt. „De vloer was door het water een heuvelachtige golfbaan geworden.” Een ronkende bouwdroger probeert ondertussen het vocht uit het huis te halen.
Ze vertelt dat ze nu vier jaar langs de Geul woont. Al die jaren is er geklust. Ze verzucht: „We waren net klaar. Nu kunnen we weer opnieuw beginnen.” Toch gaat de blik weer vooruit. Ze laat zich niet uit het veld slaan door de tegenslagen. „We kregen de afgelopen dagen veel hulp. Per dag wel zes tot acht man. Dat is fijn. We gaan nu bezig om er opnieuw ons thuis van te maken.”
Bedompte geur
Ook Jos Spoelder in de Oranjelaan zit niet bij de pakken neer. Klussers lopen in en uit. De vloer is schoongespoten, vertelt hij. Binnen hangt nog wel een muffige, bedompte geur. Een paar ontvochtigers moeten daar verandering in brengen.
Hij wijst op een witmarmeren zuiltje in de tuin. „Zo hoog kwam het water. Zo’n 50 centimeter. De schade? Alles is kapot. Vriezer, koelkast, telefoon, wasmachine, droger en een superluxe led-tv. Alles bij elkaar misschien wel 70.000 euro. Gelukkig betaalt de verzekering alles.”
In de keuken trekt hij de vaatwasser open. „Stuk!” Vanbinnen is de machine grauwig van het Limburgse aarde. Veel keukenkastjes sluiten niet meer. Ze zijn volgezogen met water.
Ook bij Spoelder kwam de bewustwording pas later. Hij vertelt dat zijn vrouw alzheimer heeft, maar redelijk in nog goeden doen was. „Door alle gebeurtenissen –we werden bijvoorbeeld met een reddingsboot in veiligheid gebracht–, herkende ze mij gewoon niet meer. De herinnering lijkt nu weer iets terug te komen.”
Sinds woensdag heeft de zwaarst getroffen wijk weer water, gas en elektriciteit. Toch woonde Spoelder al wat langer op de bovenverdieping van zijn huis na een aantal dagen te zijn opgevangen. „Het was behelpen zonder schoon drinkwater. Zo moesten we water voor het tandenpoetsen uit flessen halen.”
Bij een ramp als deze wordt vaak het negatieve benadrukt, vindt Spoelder. Toch ziet hij vooral een andere kant. „Dat is de saamhorigheid die in de buurt loskwam. Die kan ik alleen maar een tien geven. Soms kwamen wildvreemden hulp aanbieden. Ook de hulpdiensten verdienen een pluim!”
Een bizar detail van de ramp die Valkenburg overkwam staat voor het huis van Spoelder: een verlaten Toyota. Eén deur staat wagenwijd open en de behuizing van de rechterkoplamp staat vol water. Spoelder: „Er kan een goudvis in zwemmen.”
Goedgemutst
Ronduit goedgemutst is Frans de Lange. De gepensioneerde Valkenburger loopt door een park op weg naar zijn auto op een nabijgelegen parkeerplaats. Hij hoopt een nieuwe keuken te gaan uitzoeken. „Onze twee auto’s zijn total loss. Net als een gloednieuw scootertje.”
Net als bij andere Valkenburgers kwam de schok bij De Lange pas later. „Dat is toch mensen eigen? Pas later wordt de ravage je echt duidelijk en zie je de schade.
Bij hem in huis is het op dit moment echt een „stinkzooi”, vindt de Limburger. Ondanks alle schade is hij optimistisch. Alle „verzopen rommel” is inmiddels opgeruimd en dat biedt kansen om nieuwe spulletjes uit te zoeken. „Ieder nadeel heeft dus z’n voordeel. Zo was ik het bankstelletje waar mijn vrouw aan gehecht was toch al zat. Ik snap best dat anderen depressief worden van alle bende, maar ikzelf sta positief in het leven.”