Voorgangers in Limburg worden geconfronteerd met de schade die het water aanricht. De een zit ’s nachts aan het veldbed van evacués. De ander moet gaan kijken bij zijn voorraad Bijbels die in het water ronddrijven.
Ds. Ron van der Spoel, pionier bij het Leger des Heils in Limburg, is in Maastricht tot diep in de nacht in touw geweest voor de evacués die in vier sporthallen zijn opgevangen. Op de opvangplek waar ds. Van der Spoel donderdagavond was, konden zo’n 200 mensen een plek krijgen; de helft was bezet. „Een enorme mix van mensen. Ook bijvoorbeeld Japanse en Chinese studenten die hun kamer uit moesten”, vertelt hij vrijdagmorgen.
Met twee man van het Leger des Heils heeft de predikant vooral een luisterend oor geboden. „Naast mensen op hun veldbed zitten, en luisteren, luisteren, luisteren. Mensen moeten hun verhaal kwijt. Ze zijn vooral onzeker over hoe ze hun huis weer zullen aantreffen. Of hoe het gaat met hun kat. Honden mochten ze meenemen. Die lagen onder hun dekentje aan het voeteneinde, of waren onder de stretcher gekropen. Maar andere huisdieren moesten ze achterlaten. Hoe zullen ze die aantreffen? Daar zaten ze over in.” Op zo’n moment wordt duidelijk hoe belangrijk een huis voor mensen is, zegt de predikant. „Dat is je veilige plek. Het is heel wat als je daar ineens uit moet.”
Wat je kunt doen, is het verhaal aanhoren en mensen proberen gerust te stellen, aldus ds. Van der Spoel. Het is niet het moment om het Evangelie te delen, is zijn ervaring. „Soms zeggen mensen dat ze hopen op een wonder. Dan kun je zeggen dat God inderdaad soms zoiets doet. Maar het belangrijkste is: er in de Naam van Jezus gewoon zijn. Dienen. Aan onze shirts was te zien dat we van het Leger des Heils waren, dus het was duidelijk vanuit welke achtergrond we dit deden.”
Ds. Van der Spoel is ook als pastor betrokken bij de Zuiderkruisgemeente (NGKv). Vanuit die gemeente kwamen hartverwarmende reacties, zegt hij. „Mensen die zelf op vakantie zijn appten dat de sleutel bij de overbuurvrouw is. Hun huis mochten we gebruiken voor opvang. Dan zie je de waarde van een gemeenschap, dat je er als christenen voor elkaar wilt zijn. Zo gaaf.”
Zelf woont ds. Van der Spoel buiten Maastricht, op zo’n 120 meter hoogte. Vanuit zijn huis kijkt hij aan de ene kant richting Valkenburg. „Afschuwelijk. Gewoon beelden die je kent van de Watersnoodramp.”
Vrijdagmorgen moest hij gaan werken aan zijn preek voor zondag. „Het zal geen rampenpreek worden. Meer in de trant van hoe belangrijk het is dat we de liefde van de Heere Jezus laten zien. De tekst staat al vast. Een van de zaligsprekingen: „Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid.” Het is vast mogelijk om de link te leggen.”
Teken
Jan Bayense is sinds 2016 als evangelist werkzaam in het Limburgse Kerkrade. Daar is geen sprake van een noodtoestand, zegt hij vrijdagmorgen desgevraagd. „Kerkrade ligt voor een deel hoog. Bovendien zijn de huizen hier gebouwd op veel water: ze hebben één, twee of drie treden voor je binnen bent. Onze kelder is bijvoorbeeld nog kurkdroog.”
Een deel van de gemeente Kerkrade ligt echter in het dal, zegt Bayense. „Het dorp Eygelshoven bijvoorbeeld. Daar hebben ze al twee keer in een week tijd water gehad. De mensen hadden de boel net helemaal uitgemest, en weer kwam de regen. Erg triest. Drie dagen heeft het aan één stuk geregend. Het water komt gewoon de berg af en zoekt een uitweg. In Eygelshoven kwam het met 60 centimeter door de straten.”
Volgens de evangelist hoefden de mensen in Kerkrade echter hun huizen niet uit. Als dat wel moet, zijn ze bij hem welkom. „Ons huis staat altijd open. We hebben een bed and breakfast en een logeerkamer met zeven bedden.”
Bayense is in Limburg actief met kinderclubs en jongerenevangelisatiekampen. Het materiaal daarvoor, waaronder Bijbels en kinderbijbels, ligt opgeslagen in een schuur bij een boerderij in Wijlre. Donderdag belde de verhuurder: „Je kunt alles wel als verloren beschouwen. Het drijft allemaal rond in het water.” Bayense: „Een voorraad van tussen de 500 en 600 kinderbijbels, gesponsord door een actie van jongerenorganisatie LCJ. En een hele partij Citybijbels, in het Duits en het Nederlands, zo’n 2500. Ik had alles al op pallets gezet. Er is daar nog nooit water binnengekomen. Heel triest.”
De evangelist kon er nog niet heen. Intussen kreeg hij wel al een hoopvol bericht. „Net stuurde iemand een appje: ik vergoed de kosten voor nieuwe Bijbels. Die man had het niet eens van mij gehoord. Zo’n bericht zie ik als een teken dat de Heere overal in zal voorzien.”