Gg Den Helder, klein, maar: „We worden uit- en doorgeholpen”
Den Helder ligt op het hoogste puntje van het vasteland van Noord-Holland. Wie nóg verder wil, kan alleen de boot nog nemen. „De God van Elia leeft nog, ook voor Den Helder.”
Aan de Reigerstraat staat het kerkje van de gereformeerde gemeente. Ouderling A. P. de Vries doet de zijdeur van het slot. In de hal hangt een gedenksteen met de tekst ”Eerste steen gelegd door ds. W. Suyker en ouderling A. v.d. Beek op 6 december 1969, Nehemia 2:20”.
Op zondagmorgen komen hier gemiddeld genomen zo’n 40 kerkgangers, om te horen naar de woorden Gods, om te vernemen wat de Geest tot de gemeente zou willen zeggen, over dingen die door geen oog zijn gezien en die in geen mensenhart zijn opgeklommen.
Ongeluk op zee
Gemeentelid Corrie de Vreugd is moeder van vier kinderen en oma van dertien kleinkinderen. Ze is ook weduwe. In 2006 kwam haar man om bij een ongeval op zee. Hij was nog maar 49 jaar. De Vreugd had de gemeente gediend als ambtsdrager, eerst als diaken, later als ouderling.
Haar verlies is groot. De woorden zijn weinig. „Vooral de eerste tijd was ontzettend zwaar. Het kwam ook zo onverwacht. Dat doet iets met je, met je geest, met je ziel, met je lichaam, met alles. De Heere heeft kracht gegeven. Anders had het niet gekund. Hij had mijn schouders gemeten en wist wat ik dragen kan.”
In 2009 stierf haar vader, G. van Belzen, in de leeftijd van 74 jaar. Hij was 38 jaar ouderling geweest. Het verdriet heeft haar band met de gemeente versterkt. „Ik was nog maar 12 jaar toen mijn vader ouderling werd. Je kunt wel zeggen dat ik bijna mijn hele leven dicht bij het kerkenraadswerk heb gezeten.”
Den Helder mag dan een seculiere stad zijn, Corrie de Vreugd wil er niet weg. „Den Helder is niet vijandig naar het christelijke geloof, maar de mensen begrijpen je gewoon niet. Je hebt zo weinig een klik met mensen. Men zegt algauw: „O, jij denkt zo? Prima hoor. Ik denk anders.” Wat ik mis, is een volle kerk met mensen. Dat hebben wij hier niet. Als we naar de bondsdag van de vrouwen gaan, met z’n tweetjes, dan zie je dat heel veel vrouwen elkaar kennen. Dan zijn wij wel wat alleen.”
Kalender
Ouderling De Vries: „Je moet hier op de kalender kijken om te weten of het zondag is. Als ik op zondagmorgen met mijn vrouw naar de kerk ga, in onze zwarte kleren, hoor ik soms iemand zeggen: „Kijk, daar gaan de christenen weer naar de kerk.” Dan zeg ik weleens: „Joh, ga mee. We hebben nog plek zat.”
Corrie de Vreugd: „Onze gemeente is klein, maar dat heeft ook voordelen. Je weet wat je aan elkaar hebt. Zouden de mensen in zo’n grote kerk met duizend mensen elkaar ook echt kennen?’
De gereformeerde gemeente van Den Helder vormt een hechte groep mensen, zegt De Vries. „Wij zijn nu eenmaal sterk op elkaar aangewezen. Noord-Holland is een geestelijk koude provincie, maar de Heere heeft ons nog nooit vergeten. Wij worden uit- en doorgeholpen. Ook door de predikanten. Vaak bellen ze uit zichzelf op, om te vragen of ze op een zondag voor kunnen gaan. En vaak zeggen ze na afloop van de dienst: „Wat wordt er goed geluisterd hier.” Dan moet er dus afname zijn. Dan moet er wel geestelijk leven zijn. Er zijn bemoeienissen van bovenaf. God weet van dit kerkje af. Hier zitten kinderen van God in de kerk, ja. Als ik ze niet ken, God kent ze wel.”
Vacature
De gemeente heeft een vrouwenvereniging met negen leden, een -12-kinderclub en een +12-vereniging. De kerkenraad bestaat uit twee ouderlingen en een diaken. Er is al lang een vacature voor diaken.
De Vries geeft in één groep catechisatie aan jongeren van 11 tot 18 jaar. „We proberen hen bij te brengen wat op weg en reis naar de eeuwigheid nodig is om gekend te worden. We gebruiken daarvoor de nieuwe methode van Hellenbroek. Dat gaat allemaal over Gods Woord.”
Zorgen heeft De Vries wel over het ledental van de gemeente. Er zijn op dit moment zo’n 55 leden. Het aantal loopt al jaren terug. „Er vertrekt weleens een gezin, omdat de ouders willen dat hun kinderen naar een reformatorische school kunnen. Dat is ontzettend jammer, maar ik begrijp die mensen wel. Om de leer is gelukkig nog nooit iemand weggegaan. Maar het zegt natuurlijk wel wat dat er al zes jaar niet gedoopt is. En op een ledenvergadering zijn we met z’n achten.”
De Vries mag zorgen hebben, moedeloos is hij niet. „De Heere laat dit kerkje niet verloren gaan. Vraag me niet om een tekst daarvoor, want die heb ik niet. We houden het hoofd nog boven water. Er zijn kartrekkers en er zijn karduwers. Samen redden we het.”
Kan De Vries zijn gemeente typeren? „We houden niet van licht en niet van zwaar. Ons gebed is dat er mensen onder het Woord komen, want in de stad lopen er duizenden rond die nog voor eigen rekening leven.”
Consulent van Den Helder is ds. G. Heijkamp uit Enkhuizen. Hij bedient een groot deel van Noord-Holland, van Amsterdam tot Den Helder. „We worden bijzonder door hem gesteund.”
Misschien moet een christen in een geseculariseerde omgeving wel sterker in z’n schoenen staan dan op de Biblebelt? Corrie de Vreugd: „Wij moeten wel veel uitleggen, waarom we doen zoals we doen, waarom we naar de kerk gaan, waarom je niet aan alles mee wilt doen. Maar als de Heere helpen wil en de goede woorden geeft, gaat ’t soms ook vanzelf.”
De Vries is bezorgd over de wereld om hem heen. „In wat voor wereld zijn we toch terechtgekomen! Maar God regeert. En daarom gaat het goed, ook al begrijp ik er soms niks meer van. Er moeten er nog worden toegebracht tot de gemeente die zalig wordt. Anders was het eind al daar.”
De kerkzaal staat vol met tien kerkbanken. Ze bieden plaats aan zo’n 125 kerkgangers. Aan het tentvormige dak hangen vier lampen. Rechts van de preekstoel staat het Johannusorgel. Links van de kansel bevinden zich twee korte banken voor de kerkenraad. De Vries: „In dit kerkje is weleens een zegen van boven ontvangen. Hier heeft de Heere, ondanks ons, Zijn werk gedaan.”