De Russische president Vladimir Poetin heeft een artikel geschreven waarin hij zijn visie geeft op de geopolitieke stand van zaken tussen Rusland en Oekraïne. Die twee landen zijn volgens hem één volk.
President Poetin lijkt een nieuwe hobby te hebben: de leider in het Kremlin schrijft artikelen met daarin zijn visie over zijn favoriete onderwerpen. Waar Poetin in mei nog een artikel liet publiceren door het Duitse weekblad Die Zeit met daarin kritiek op de „agressieve politiek” van de Europese Unie en de Verenigde Staten, ging het deze week in zijn eigen woorden over de „historische eenheid van Russen en Oekraïners.”
Poetin kondigde het artikel eind juni al aan in een televisieprogramma, waar hij live vragen beantwoordde van bezorgde Russische burgers. Hij zei toen dat hij Oekraïne niet als onvriendelijk land beschouwt.
In het ruim 5000 woorden tellende essay van de president klinken alle clichés over de „broederlijke drie-eenheid” van Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland. Zo betekent het woord ”okraina” in de meeste Oost-Slavische talen ”periferie” of ”grensland” en dat is ook hoe men Oekraïne volgens Poetin moet zien: als één van de regio’s van het grotere Rusland. Oekraïne speelde daarin zelf een grote rol, want dertig jaar lang bestuurden Oekraïense leiders, Nikita Chroesjtsjov en Leonid Brezjnev, de Sovjet-Unie.
Het idee dat het Oekraïense volk apart stond van het Russische, ontstond volgens Poetin in de 19e eeuw, opgedrongen door een Poolse elite. Het had echter „geen historische basis” en werd „gebaseerd op verschillende ficties.” De Sovjetleiders gingen er helaas in mee en gaven de Oekraïners meer autonomie. Het uit elkaar spelen van Oekraïners, Wit-Russen en Russen is een strategie geweest van „verdeel en heers”, meent Poetin.
Jaloers
Datzelfde gebeurt nu, redeneert Poetin. Oekraïne is het slachtoffer van een „anti-Rusland project”, opgedrongen door de EU, VN en VS. Daar is „geen plaats voor een onafhankelijk Oekraïne.” Samenwerking met het Westen leverde volgens Poetin niets op: Oekraïners verdienen nu minder dan 400 dollar per maand, dat is minder dan de armste landen van Europa – Albanië, Moldavië en Kosovo.
De EU zou vandaag de dag „jaloers kunnen zijn op de diepgaande samenwerking die we 30 jaar geleden hadden.” „Ik ben ervan overtuigd dat de ware soevereiniteit van Oekraïne juist mogelijk is in partnerschap met Rusland,” stelt Poetin. „We zijn tenslotte één volk.”
De Oekraïense internationale krant Kyiv Post reageerde meteen en noemde het artikel van Poetin „meer propaganda dan geschiedenis” en de vermeende eenheid tussen de volkeren een „mythe”, gebruikt voor „Russisch imperialisme” zoals de tsaren ook ooit de geschiedenis herschreven. Ook vindt de krant het opvallend dat het artikel zowel in het Russisch als Oekraïens werd gepubliceerd.
President Vladimir Zelenski vergeleek de relatie tussen Rusland en Oekraïne met die van „Kaïn en Abel” en vroeg zich in een persconferentie lachend af waar Poetin de tijd vandaan haalde om zo’n lang artikel te schrijven. Zelf had de Oekraïense president het artikel nog niet kunnen lezen. Als Rusland en Oekraïne één volk zouden zijn „dan zou er een geel-blauwe (Oekraïense) vlag over de Doema in Moskou wapperen”, zei hij.
Dat Poetin in het artikel zaagt aan de basis van de territoriale grenzen van Oekraïne is volgens Michael McFaul, voormalige ambassadeur voor de VS in Moskou, „eng.” De beweringen van Poetin dat de moderne Oekraïense staat „grotendeels ten koste van het historische Rusland” is ontstaan en dat „Rusland is beroofd” zijn volgens McFaul „onjuist en lomp.”
Inspirerend
In Rusland zijn de reacties positiever. De vicepremier van de voormalig Oekraïense Krim, Georgi Moeradov, vond het artikel dermate inspirerend dat hij zich er een „coauteur” van voelde. „Dit zijn precies de gedachten die door het hart gaan, onze gevoelens, pijn en ambities.” Poetin verwoordde volgens Moeradov in het artikel de visie van de inwoners van het schiereiland en heel Rusland.
Het artikel raakt een gevoelige snaar in binnen- en buitenland. Laat dat nou precies zijn wat Poetin wil bereiken: net als zijn voorgangers de geschiedenis herschrijven om zo keuzes te rechtvaardigen.