Het lijkt woensdagmorgen alsof alle boeren uit de Krimpenerwaard op hun trekkers naar Den Haag onderweg zijn. De actiebereidheid blijkt inderdaad hoog, maar toch zijn er wel degelijk boeren die niet meegaan richting de Hofstad.
Aan de kilometers lange Beijerscheweg in Stolwijk zijn zo’n zes boerenbedrijven te vinden, vertelt Veehouder Gerrit Boer (37). Hij woont er zelf ook. „Vroeger woonden hier meer boeren, maar dat worden er steeds minder.”
Boer –die zelf niet op de trekker klimt vandaag– ziet de afname van het aantal boeren in zijn omgeving als een logisch gevolg van het landelijke beleid. Vanaf de jaren tachtig wordt de sector al „gedwongen” om de veestapel in te laten krimpen. Het totale aantal dieren in de veehouderij is sinds 1994 dan ook flink geslonken, stelt de veehouder.
Boer kent de cijfers goed. „Neem het aantal runderen. In 1994 waren dat er 4,8 miljoen, nu 3,8 miljoen. Ook het aantal varkens, schapen en geiten is sinds die tijd gedaald.” Deze inkrimping biedt volgens Boer voldoende ruimte om alle 3600 boerenbedrijven die door het schrappen van de oude stikstofregeling PAS opeens een natuurvergunning moeten aanvragen, te legaliseren.
Het rapport ”Naar een ontspannen Nederland” van hoogleraar Jan Willem Erisman en landschapsarchitect Berno Strootman valt Boer dan ook rauw op zijn dak. „Onze gezamenlijke veestapel is al aanzienlijk verminderd, en dan staat er in dat rapport dat het nog niet genoeg is. Ze baseren zich op rekenmodellen die discutabel zijn. Dat zorgt voor veel onvrede bij boeren.”
Gewassen
Boer hoeft niet lang na te denken over een voorbeeld. Zo zorgt de landbouwsector óók voor het vastleggen van CO2, in gewassen. In rekenmodellen wordt hier echter geen rekening mee gehouden, constateert Boer. „En ik zou nog veel meer voorbeelden kunnen noemen.”
In Boers ogen zijn de overheden erop gericht om stikstof dat wordt uitgestoten door de agrarische sector, „in te ruilen” voor de stikstof die wordt uitgestoten door industrie, verkeer en woningbouw. „Doordat de veestapel inkrimpt, kan Schiphol bijvoorbeeld weer uitbreiden. En het type stikstof dat het vliegveld uitstoot is zelfs nog schadelijker.”
Volgens de veehouder kampen boeren ook met negatieve beeldvorming. „Onlangs riep het Zuid-Hollandse Landschap mensen op om vooral de petitie te ondertekenen als ze meer natuur willen. Maar het natuur in de landbouw wordt niet als zodanig aangemerkt. Terwijl wij boeren actief aan natuurbeheer doen. Zo houden we rekening met de vogels in het broedseizoen. Dan maaien wij met ruime afstand om de nesten heen.”
Daarom ziet hij genoeg aanleiding voor de boeren om te protesteren. In het verleden heeft Boer vaker met protestacties meegedaan, maar dit keer kiest hij ervoor om –vanwege recente gezinsuitbreiding– thuis te blijven. „Anders had ik ook nu meegedaan. Actievoeren is goed om misstanden aan de kaak te stellen. Niets doen is in deze tijd geen optie.”
De veehouder vindt het moeilijk in te schatten of de acties succes zullen hebben. In ieder geval hebben de boeren zo weer even de aandacht van het grote publiek te pakken, meent Boer. Maar, misschien nog wel belangrijker, de landbouwsector pakt zo de nodige tijdwinst. „Zo is er meer tijd om de modellen tegen het licht te houden en kunnen we aantonen dat ze onjuistheden bevatten.”
Avondeten
Joke de Jong (23) runt samen met haar man een melkveebedrijf. Dat doen ze naast hun werk. De man van Joke heeft een fulltimebaan van 40 uur bij een staalconstructiebedrijf, terwijl zijzelf 16 uur in de week werkt op de administratieafdeling van een bouwbedrijf. „We maken dus lange dagen. Het komt regelmatig voor dat we pas om negen uur ‘s avonds aan ons avondeten toekomen”, vertelt ze.
De Jong is positief ingesteld, maar de laatste ontwikkelingen stemmen haar niet bepaald hoopvol. „Ik ben bang dat de boeren straks niet alleen moeten verdwijnen uit het Groene Hart of de Gelderse Vallei. Misschien gaat het wel gebeuren dat op steeds meer plaatsen in het land maar één of twee koeien per hectare mogen worden gehouden.”
Het echtpaar zou nog graag groeien de komende tijd, maar door de huidige ontwikkelingen zien ze dat voorlopig niet gebeuren. „We hebben dit boerenbedrijf van mijn schoonvader overgenomen. Hij kon altijd rondkomen met achttien melkkoeien. Wij hebben er nu 26, maar wij kunnen hier nauwelijks onze boterham mee verdienen. We hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd om dit te bereiken. Maar als ik het nieuws zo hoor, denk ik soms: waar doen we het eigenlijk nog voor?”
Ook de Jong en haar man doen niet mee met de protestacties. Dat heeft vooral een praktische reden. „Mijn man wordt op zijn werk verwacht en ik zorg thuis ook voor ons zoontje. Maar als we in de gelegenheid waren geweest, hadden we wel meegedaan.”
Barricades
Normaal gesproken is de boerin geen persoon die snel op de barricades staat. Daarom is ze ook niet zo’n voorstander van protestacties. Nu liggen de zaken voor haar anders. „Vergelijk het met de Mars voor het Leven. De mensen die hieraan meedoen zouden ook niet zo snel demonstreren, maar vanwege de ernst van de zaak doen ze het dan wél. Nu gaat het natuurlijk niet om mensenlevens, maar het bestaansrecht van veel boeren staat op het spel. Dat is ook belangrijk.”
De Jong vindt dat boeren ook de verantwoordelijkheid hebben om voor hun voortbestaan op te komen. Maar uiteindelijk ligt alles in Gods hand, onderkent ze. „Als Hij wil dat we blijven op de plek waar we nu zijn, dan blijven we daar ook.”