Buitenland
Libanon staat aan de rand van de afgrond

Een gierende inflatie en een munteenheid die ruim 90 procent van zijn waarde heeft verloren. Ziekenhuizen hebben een schromelijk tekort aan medicijnen en bijna 80 procent van de bevolking kan zich geen vlees permitteren. Het betreft hier niet Syrië, maar de dramatische situatie in het kleine buurland Libanon.

Martin Janssen
Rondvlucht in een Libanese legerheli. beeld AFP, Joseph Eid
Rondvlucht in een Libanese legerheli. beeld AFP, Joseph Eid

Hoe dramatisch, bleek recent uit een bericht van de Wereldbank, die waarschuwde dat de economische en financiële crisis in Libanon de ergste in zijn soort is sinds 1850.

De Libanese president Michel Aoun liet zich in september vorig jaar ontvallen dat Libanon in de afgrond zal storten als er geen regering kan worden gevormd. Zijn woorden hielpen niets, want er is nog steeds geen kabinet. Voor veel Libanese politici is het landsbelang de allerlaatste prioriteit.

Dat verklaart ook waarom de internationale gemeenschap dit keer niet staat te springen om het land van de ceder opnieuw uit de brand te helpen. De crisis in Libanon wordt vooral gezien als het gevolg van eigen Libanees falen.

De afgelopen weken veranderde er echter iets aan deze visie. Zo had er op 17 juni een online-conferentie plaats in Libanon die erin resulteerde dat een groot aantal landen Libanon te hulp schoten. De geldbedragen die werden toegezegd waren niet bestemd voor het volk, maar voor het leger.

In mei sloeg generaal Joseph Aoun, opperbevelhebber van het Libanese leger, groot alarm. In het fragiele Libanon stonden de strijdkrachten traditioneel garant voor de stabiliteit van de natie. Een laatste buffer tegen de chaos die door politieke partijen wordt veroorzaakt.

Aoun liet echter weten dat de legerleiding door de economische crisis niet langer in staat was de soldaten te voeden. Bovendien hadden de salarissen van de militairen 90 procent van hun waarde verloren. Een hongerig leger dat iedere motivatie heeft verloren, zou in ieder land een gevaarlijke ontwikkeling vormen – en dus ook in Libanon.

Inmiddels doen verhalen de ronde over Libanese soldaten die in de avonduren bijklussen als taxichauffeur. Onlangs begon het leger een nieuwe attractie voor toeristen: een kwartier lang in een legerhelikopter over Beiroet vliegen voor 150 dollar. Contant af te rekenen, want niemand vertrouwt in dit land nog de banken.

Landen als Frankrijk en de Verenigde Staten begrepen wat er in Libanon op het spel stond en beloofden financiële hulp voor het leger. Het probleem is echter dat Libanon niet zomaar met andere naties kan worden vergeleken. Libanon wordt gedomineerd door een parallel leger, dat over 150.000 raketten beschikt: Hezbollah.

Deze beweging zit in een aparte positie. Ze maakt deel uit van de politieke elite in Beiroet en zou ervan profiteren als de politieke orde wordt hersteld. Anderzijds zal Hezbollah er geen traan om laten als dit mislukt, omdat ze het enige alternatief is voor een politiek vacuüm in Libanon, zeker als dat gepaard gaat met het uiteenvallen van het Libanese leger.

De Libanese strijdkrachten zorgden er altijd voor dat Hezbollah behoedzaam moest opereren. Desintegratie van het leger, dat vooral uit christenen en soennieten bestaat, zou voor de sjiitische Hezbollah dus geen drama betekenen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer