Binnenland
Onderwijs alert op extremisme onder leerlingen

Leraren moeten voldoende toegerust zijn om opkomend extremisme onder leerlingen te kunnen signaleren. Dat is een van de uitkomsten van een bijeenkomst woensdagavond van minister Van der Hoeven van Onderwijs en twintig organisaties uit het onderwijsveld.

ANP

Nieuwe regels en nieuw beleid zijn niet aan de orde. Vervolggesprekken tussen leraren, ouders en leerlingen moeten duidelijk maken hoe scholen alerter kunnen zijn. „Die rondetafelgesprekken moeten uitwijzen wat er aan de hand is", zei Van der Hoeven. „Hoe kun je daar als leraar zicht op krijgen? Van leraren wordt veel verwacht, maar ze hebben niet altijd de deskundigheid om meteen te zien wat er met een leerling aan de hand is."

H. Strietman, directeur van de organisatie van het christelijk onderwijs, benadrukte dat de scholen elkaar hierbij de helpende hand moeten toesteken. Leraren moeten het bij hun collega’s zoeken. In groots opgetuigde programma’s om extremisme te beteugelen, ziet hij niet veel. „Je moet niet in instrumentalisme vervallen".

Strietman riep op tot rust omdat hij merkt dat na de incidenten op scholen angst de school binnensluipt. „We moeten elkaar niet gaan zitten opfokken." Voorzitter Benayad van de organisatie van islamitische scholen ISBO sloot zich daarbij aan. „De emoties moeten getemperd worden. Het is tijd voor bezinning."

Hij vindt dat de problematiek niet plompverloren het klaslokaal in gehaald moet worden omdat jonge kinderen dat niet aan kunnen. Kinderen op een moslimschool in Amsterdam barstten in huilen uit omdat ze de aanslagen op scholen in Eindhoven en Uden direct verbonden met het gijzeldrama in Beslan, waar ze net les over hadden gehad. Die kinderen konden de angst en stress niet meer aan.

De minister sprak met vertegenwoordigers van twintig organisaties in het onderwijs die vorige week ineen aantal grote kranten opriepen tot onderlinge steun en respect na aanslagen op moslimscholen. Ook een aantal onderwijswethouders was aanwezig, onder wie de Amsterdamse wethouder Aboutaleb.

Aanleiding voor het pleidooi van de organisaties en het gesprek van woensdag is de maatschappelijke onrust die is ontstaan na de moord op Theo van Gogh. Onder de ondertekenaars van de oproep in landelijke dagbladen waren onder meer de onderwijsbonden, de werkgeversorganisaties in het openbaar en bijzonder onderwijs, de verenigingen van schoolleiders in het basis– en voortgezet onderwijs en een oudervereniging.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer