Scholen blij met grote zak geld, maar „het is helaas incidenteel”
Een zak met geld maakte het kabinet in februari vrij om coronavertraging in het onderwijs aan te pakken. Inmiddels hebben de meeste scholen hun plannen klaar. Maar het lerarentekort compliceert de zaken.
Ongekend in aard en omvang. Zo noemden onderwijsministers Slob en Van Engelshoven het Nationaal Plan Onderwijs (NPO) dat zij in februari lanceerden. Tot en met het einde van het schooljaar 2022/2023 gaat 8,5 miljard euro extra naar het onderwijs om de gevolgen van de coronacrisis voor leerlingen op te vangen. Het ministerie van Onderwijs maakt naar verwachting deze week het exacte bedrag per school bekend.
Klassenverkleining, extra excursies, de aanschaf van meer laptops: de variëteit in de manier waarop scholen het geld besteden, is groot, zeggen Leon Bolier en Leen Ruijgrok, onderwijsadviseur bij respectievelijk KOC Diensten en Driestar onderwijsadvies. Toch zijn er volgens het tweetal parallellen in de bestedingspatronen van scholen te ontdekken. „Zo valt op dat geen enkele school die we begeleiden bij het opstellen van het schoolprogramma kiest voor verlenging van onderwijstijd”, zegt Bolier. „Het animo voor langere lesdagen of een zomerschool is nihil.”
Rekenen
Globaal geven scholen het geld uit aan vier zaken, merken Bolier en Ruijgrok. Allereerst willen de meeste scholen extra onderwijsassistenten of leerkrachten aannemen. „Door die extra handen voor de klas kun je kleinere klassen vormen, combinatiegroepen uit elkaar halen of leerlingen in kleine groepjes of individueel begeleiden bij de vakken waarvoor ze achterstand hebben opgelopen”, legt Ruijgrok uit. Zo’n gedifferentieerde aanpak –dus toegespitst op de leerling– is meer dan anders nodig, constateert Bolier. De verschillen tussen de leerlingen zijn door de lockdown namelijk fors vergroot, merkt hij. „Zeker voor begrijpend lezen en rekenen lopen sommige leerlingen behoorlijk achter.”
Beiden tekenen aan dat het vinden van extra mankracht echter behoorlijk lastig is. „Iedereen vist in dezelfde vijver”, zegt Ruijgrok. „Op den duur zijn de mensen gewoon op. Het onderwijspersoneel is al jaren niet bepaald dik gezaaid.”
Profijt
Naast het inzetten op extra handen voor de klas besteedt een groot deel van de scholen een deel van het NPO-geld aan scholing van het personeel, constateren beide onderwijsadviseurs. „Zo’n training kan bijvoorbeeld gaan over de vraag hoe je als leerkracht goed kunt inspelen op de verschillende niveaus in de klas”, legt Bolier uit. Bijkomend voordeel van een scholing is dat het incidentele geld een structureel effect krijgt, zeggen beiden. „Leerkrachten hebben van de opgedane kennis jarenlang profijt. Op die manier werk je aan blijvende onderwijsverbetering.”
Excursie
Als derde geven scholen een deel van het geld uit om extra aandacht te besteden aan het welzijn van leerlingen, merken de KOC Diensten- en Driestaronderwijsadviseur. „Tijdens de periode van het thuisonderwijs hebben leerlingen zich over het algemeen minder gelukkig gevoeld en hun klasgenoten erg gemist, blijkt uit de enquêtes die scholen hebben afgenomen”, zegt Bolier. „Onderwijsinstellingen gebruiken daarom een deel van het geld voor bijvoorbeeld het mogelijk maken van meer groepsactiviteiten in de klas, een extra excursie of extra inzet van een orthopedagoog.” Als laatste gebruiken sommige scholen het geld om verder te digitaliseren, bijvoorbeeld door meer laptops aan te schaffen, merken beiden.
De aangesloten scholen zijn blij met de miljardeninjectie, constateert zowel Bolier als Ruijgrok. „Maar het is helaas incidenteel geld. Om daarmee een structurele onderwijsverbetering te bewerkstelligen is nog best lastig.”