Volgens Sluiter vragen per dag gemiddeld vijftien tot twintig mensen telefonisch om informatie. Voor de moord op Van Gogh waren dat er ongeveer drie per dag. Het hoogtepunt lag op 4 november, twee dagen nadat de filmmaker om het leven was gebracht. Sluiter vermoedt dat die dag zeker veertig angstige Nederlanders contact zochten met het bemiddelingsbureau.

Sluiter zegt duidelijk te merken dat veel Nederlanders bang zijn. „Veel mensen die ik aan de telefoon heb, voelen zich niet meer veilig in Nederland. Sommige bellers hadden zelfs het gevoel dat er een burgeroorlog aan zit te komen", zei ze. De moord op Van Gogh en de maatschappelijke onrust die daarvan het gevolg is, moet volgens de directrice vooral worden gezien als de spreekwoordelijke druppel. „Mensen zijn bang voor wat verder nog komen gaat."

Na een eerste oriënterend telefoongesprek hebben tot nu toe twintig mensen aangegeven dat hun plannen zo serieus zijn dat ze graag een zogenoemde assessment willen. Hierbij wordt onder meer bekeken of mensen aan de door Canada gestelde eisen voldoen. De directrice noemt twintig „een verbazend groot aantal. Meestal gaan er weken, zo niet maanden, overheen voordat mensen besluiten een stap verder te willen. Vooral ook omdat aan zo’n assessment kosten zijn verbonden."

De telefoontjes van de afgelopen weken waren afkomstig uit heel Nederland. Sinds de toenemende populariteit van het Vlaams Belang, het vroegere Vlaams Blok, overwegen ook veel Belgen de stap naar Canada te maken, aldus Sluiter.