Netanel Yechieli is geen doorsnee bewoner van de Joodse nederzetting Efrat ten zuiden van Jeruzalem. „Ik ben een religieuze Jood, maar ik ben ook heel ruimdenkend. Ik ging naar een moskee en ik bad daar. Normaal zullen religieuze mensen dat niet doen als ze geen moslim zijn.”
„Ik groeide op in een religieus-zionistisch milieu”, vertelt hij. „Dat is een samenleving waarin veel waarden bestaan, maar die ook erg gesloten is. We hadden geen ontmoetingen met Arabieren, druzen of christenen.”
Nu spant hij zich juist in voor ontmoetingen tussen Joden, moslims, christenen en druzen. Hij werkt voor Beit Morasha, een educatief centrum dat leiderschapsprogramma’s ontwikkelt in Israël en in de hele Joodse wereld. Deze zijn gebaseerd op waarden, ethiek en Joodse identiteit. Drie jaar geleden begonnen hij en directeur Shai Hershkowitz met interreligieus werk.
Toen in mei het etnisch geweld uitbrak tussen Joden en Arabieren, merkte hij dat velen daar iets aan wilden doen. „Ze wilden niet dat hun godsdienst gebruikt zou worden voor geweld. En ze wilden contact met de andere groep.”
„In de steden Haifa en Lod hadden Joodse en Arabische groepen elkaar al het hele jaar ontmoet. We zijn ook met zoommeetings begonnen in het Hebreeuws en Engels. Telkens vertelt iemand zijn verhaal. Daarna kunnen anderen vragen stellen.”
„Toen het geweld net uitgebroken was, waren we wanhopig. In het begin laaiden de vlammen hoog op. Maar toen ondertekenden religieuze leiders een document waarin ze zich uitspraken tegen geweld. Dat is belangrijk, want religieuze leiders beïnvloeden anderen. Soms zelfs duizenden of tienduizenden. We vertellen hen hoeveel macht ze hebben, want dat weten ze soms niet.”
Yechieli gelooft dat het geweld veel oorzaken heeft. Religie speelt ook een rol. Hoeveel precies is niet te zeggen. Sommigen willen om religieuze redenen bijvoorbeeld op een bepaalde plek wonen – waar ook al een andere groep woont.
Het doel van Beit Morasha is drievoudig. Het eerste doel is religieuze leiders uit hun godsdienstige traditie aspecten laten nemen die duiden op naastenliefde. En ze daar vervolgens over te laten publiceren. „We willen een platform creëren waar leiders gedachten kunnen uitwisselen. Elke traditie heeft teksten die medemenselijkheid, respect voor elkaar en pluralisme willen bevorderen. Maar er zijn ook teksten, zoals in mijn traditie, die radicale ideeën en haat kunnen aanwakkeren.”
„Het tweede doel is de bekwaamheden van deze leiders te ontwikkelen. Ze hebben religie gestudeerd, maar ze zijn er niet in getraind om tot groepen te spreken. We leren hen hoe ze de dialoog kunnen bevorderen.”
Als derde noemt Yechieli het maken van werkgroepen. „In elke stad gaan deze religieuze leiders in tijden van spanning samen de vlammen doven.”