Formatie kan door, maar vonken doet het nog even niet
Een ruime Kamermeerderheid berustte er woensdag in dat de echte formatieonderhandelingen pas half augustus beginnen, op basis van een concept-regeerakkoord van VVD en D66. Of de huidige patstelling dan doorbroken is, blijft de vraag.
Eindelijk, straalden ze uit; PVV, SP, DENK, BBB en JA21. Wekenlang hadden ze zich verbeten omdat het eindverslag van informateur Mariëtte Hamer, ondanks de afgesproken datum van 6 juni, maar niet naar de Kamer kwam. PVV-leider Wilders deed al tot twee keer toe het voorstel om een tussentijds debat af te dwingen, maar een Kamermeerderheid hield dat tegen. Eerst een rapportage van bevindingen. Dinsdag rondde Hamer die eindelijk af.
De gretigheid waarmee de partijen wier rol in het vervolg van de formatie min of meer is uitgespeeld woensdag wilden debatteren, stond in schril contrast met de nogal summiere inbreng van VVD, D66, CDA, PvdA, GroenLinks en ChristenUnie. De zes gingen onderlinge confrontaties zoveel mogelijk uit de weg. Als hun partijleiders al uit hun stoel kwamen, was dat omdat ze daartoe werden uitgedaagd.
Soms leverde dat dan wel weer informatieve momenten op. Neem de keer dat Wilders D66-leider Kaag eraan herinnerde dat ze doorregeren met de ChristenUnie had vergeleken met doorrijden in een roestige auto. „Ho, ho”, corrigeerde Kaag meteen. „Het fragment dat daarover werd uitgezonden was niet compleet.” Omstandig deed ze uit de doeken dat haar citaat uitsluitend zag op de medisch-ethische dossiers. „Ik heb gezegd: Als je die te lang parkeert, gaan ze roesten. Mijn uitspraak sloeg dus niet op de ChristenUnie en ook niet op Segers.”
De beide partijen hadden volgens haar samen schik gehad, nadat Kaags beeldspraak zoveel aandacht kreeg.
Of ze de ChristenUnie nu wel of niet uitsloot, wilde Wilders weten. Kaag zei daarop niet klip en klaar ja, maar bevestigde alleen dat haar partij kabinetsonderhandelingen met VVD, CDA en ChristenUnie „op dit moment” als niet wenselijk en niet gepast beschouwt. „Overigens ziet ook CU-leider Segers momenteel geen rol van betekenis weggelegd voor zijn partij”, voegde ze daaraan toe.
Toen Segers verderop in het debat aan de beurt kwam, beaamde de CU-leider dat. „Op dit moment zijn we niet nodig en als ik het goed begrijp ook niet door iedereen gewenst”, zei hij met een schuin oog naar Kaag. Als Rutte en Kaag in juli hun hoofdlijnendocument opleveren, zal de ChristenUnie dat volgens Segers constructief beoordelen. Drie criteria zullen daarbij doorslaggevend zijn: betere zorg voor elkaar, een betere zorg voor de schepping en een meer dienstbare overheid.
Een ruime meerderheid van 102 Kamerleden steunde woensdag Hamers’ voorstel om VVD en D66 een aanzet voor een regeerakkoord te laten schrijven: VVD, D66, CDA, PvdA, GroenLinks, ChristenUnie, Volt, SGP en Fractie Den Haan.
Inzichtgevend voor de positionering van de partijen die nog een kans maken op een plek aan de formatietafel waren verder vooral de woordenwisselingen tussen CDA’er Hoekstra en PvdA’er Ploumen en die tussen VVD’er Rutte en GroenLinks-leider Klaver. Volgens Ploumen onderstreepte Hoekstra voor de verkiezingen te pas en te onpas het belang van een breed draagvlak om vervolgens 180 graden te draaien en PvdA en GroenLinks bij de afdankertjes te zetten, naast PVV en FVD. Oneens, reageerde Hoekstra. Hij noemde het al heel wat dat het CDA ondanks het zetelverlies überhaupt wil meeonderhandelen. Het is volgens hem het goed recht van de partij om de samenwerking met de linkse partijen te willen beperken tot één; of PvdA, of GroenLinks.
Hoekstra noemde het jammer dat de twee allebei „een betonnen zwemvest” hadden omgedaan.
Volgens Rutte vergeleek Klaver appels met peren door te klagen dat GroenLinks en PvdA elkaar niet mogen vasthouden en VVD en CDA wel. De VVD móét D66 en CDA wel vasthouden, zo zei de demissionaire premier, omdat de vorming van een meerderheidskabinet anders onmogelijk wordt. Noch GroenLinks, noch de PvdA kan zich volgens hem op dat argument beroepen.
Tegenover DENK-leider Azarkan, die ook om opheldering vroeg, noemde Rutte nog een extra argument: voor het politieke debat is het niet goed als alle middenpartijen bij elkaar kruipen in een kabinet. Dat kan dan alleen nog maar worden gevoerd tussen het midden en de flanken, terwijl de discussie zich nu juist moet afspelen tussen de middenpartijen onderling, zo betoogde de VVD-leider.
SGP-leider Van der Staaij stelde vast dat alle gesprekken die Hamer met de onderhandelaars voerde er niet toe hebben geleid „dat het zo is gaan vonken dat we nu weten wie er met wie wil gaan onderhandelen.” Er is volgens hem veel gesproken, maar niet gekozen. De Kamernestor illustreerde dat met een zin over het toekomstige zorgbeleid. Tijdens de onderhandelingen daarover kunnen er ook medisch-ethische vraagstukken naar voren komen, schreef Hamer, „van het ongeboren kind tot mensen die actief hun leven willen beëindigen.” Van der Staaij: „Welke kant het opgaat, is daar op geen enkele manier uit op te maken.”
Op de schouders van Rutte en Kaag en hun secondanten rust nu de bijna onmogelijke opgave om een hoofdlijnendocument op te stellen, waar eind augustus idealiter maar één coalitie bij past. Dat is wensdenken en slechts haalbaar als de VVD tijdens het schrijven geen ruggespraak houdt met CDA en ChristenUnie en D66 niet met PvdA en GroenLinks. Doen beiden dat wel, dan is de kans groot dat er straks wederom een compromistekst ligt, die voor zes partijen acceptabel is.
Is dat het geval en blijft de patstelling bestaan, dan zullen VVD en CDA de druk op Kaag zeker opvoeren. Kaag moet dan kiezen: of het standpunt van de twee overnemen dat samenwerken met één linkse partij genoeg is, of tussen heug en meug doorregeren met de CU.