Pak koffie kost in Noord-Korea nu 84 euro
De beschikbaarheid van voldoende voedsel voor de Noord-Koreaanse bevolking wordt steeds problematischer. Dat heeft de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un vorige week gezegd in een gesprek met de partijtop. De tekorten zouden vooral te wijten zijn aan de tegenvallende landbouwopbrengsten.
De uitlatingen sluiten aan bij berichten die de laatste weken het land uit druppelen. Het Japanse Rimjin-gang, dat werkt met burgerjournalisten in Noord-Korea, berichtte dat mensen meubels verkopen om aan geld voor eten te komen. Ook zou het aantal dakloze kinderen zijn toegenomen. Verder is sprake van sterk gestegen voedselprijzen: een kilo bananen kost in Pyongyang 38 euro en een pak koffie 84 euro. Ook elders in het land worden hoge prijzen voor rijst, maïs en medicijnen gemeld. Inwoners van de hoofdstad hebben volgens Daily NK sinds april al geen voedselrantsoenen ontvangen.
Volgens een rapport van het Korea Development Institute zou door tegenvallende oogsten een graantekort zijn ontstaan van zeker 1,35 miljoen ton. Ook dreigen maïsoogsten te mislukken. Het land heeft meestal te lage graanopbrengsten maar „dit jaar is het Noord-Koreaanse voedseltekort zo groot dat het dit niet zelf kan oplossen”, aldus Kwon Tae-jin, auteur van het verslag.
Voedseltekorten zijn geen onbekend verschijnsel in Noord-Korea. Volgens de Verenigde Naties heeft zeker 40 procent van de Noord-Koreaanse bevolking direct humanitaire hulp nodig. In april waarschuwde Kim Jong-un al voor voedselproblemen. Het land kende in de jaren 90 een grote hongersnood, waarbij honderdduizenden en mogelijk zelfs miljoenen burgers om het leven kwamen.
Donatie
Noord-Korea is getroffen door een combinatie van problemen. Het land zucht onder internationale sancties, waarvan vooral de zwaardere maatregelen die sinds 2016 werden opgelegd flink pijn doen. Vorig jaar werd Noord-Korea getroffen door meerdere tyfoons en overstromingen, die oogsten verwoestten en tienduizenden burgers ontheemd maakten. Tot slot zorgt het sluiten van de grenzen voor teruggelopen inkomsten en verminderde importen.
Het was daarom extra opmerkelijk dat donderdag in het nieuws kwam dat Pyongyang een bedrag van 250.000 euro zou hebben gedoneerd aan een hulpfonds voor Myanmar. Het zou de eerste internationale donatie sinds 2005 zijn geweest.
Een woordvoerder van de VN liet de dinsdag erop echter weten dat er sprake was van een misverstand. Het bedrag kwam niet van Noord-, maar van Zuid-Korea, als onderdeel van een grotere donatie van in totaal ruim 750.000 euro.
Critici merken op dat Noord-Korea nog altijd enorme bedragen spendeert aan luxegoederen voor het regime en aan de raket- en kernwapenprogramma’s, terwijl dat geld ook in voedselimporten of nieuwe investeringen in de landbouw kan worden gestoken.
Hoe groot de impact van Covid-19 en de economische crisis precies zijn in Noord-Korea, op zich al geen toonbeeld van transparantie, is sinds het uitbreken van de pandemie nog moeilijker vast te stellen. Eind januari 2020 sloot het land de grenzen en sindsdien reisden nauwelijks nog mensen het land in en uit. Ten tijde van het sluiten van de grenzen waren er nog buitenlandse waarnemers in Noord-Korea aanwezig, maar degenen die vertrokken werden niet vervangen door nieuw internationaal personeel. In maart vertrok de laatste buitenlandse ngo-medewerker uit Noord-Korea. Hierdoor is nog minder informatie voorhanden over de actuele situatie in het totalitaire land.
Coronavrij
Noord-Korea beweert al sinds begin vorig jaar volledig coronavrij te zijn, al trekken analisten die beweringen in twijfel. Wel wordt verwacht dat het land de grenzen als één van de laatste naties pas zal openen. Het Noord-Koreaanse zorgstelsel verkeert in een deplorabele staat en kan al nauwelijks reguliere zorg leveren, laat staan een grootschalige virusuitbraak het hoofd bieden.
Vrijdag zei Kim Jong-un dat Noord-Korea zich moet voorbereiden op zowel dialoog als confrontatie met de nieuwe Amerikaanse regering – „en op confrontatie in het bijzonder.” Het is de eerste keer dat Kim een boodschap richting de VS laat uitgaan sinds het aantreden van president Joe Biden. Eerder gaf zijn zus Kim Yo-jong Washington al wel eens te verstaan dat het beter niet „de geur van buskruit” richting Noord-Korea kan verspreiden als het „de komende vier jaar nog vredig wil slapen.”
Het artikel is op 22 juni in de online-versie aangevuld op basis van nieuwe berichtgeving over de donatie die Noord-Korea zou hebben gedaan aan Myanmar.