Noord-Korea maakte deze week met veel bombarie een einde aan de betrekkingen met Maleisië. Het land keert zich daarmee nog verder naar binnen.
Noord-Korea was al geen baken van openheid, al bleek het regime achter de schermen toch over banden met veel landen en organisaties te beschikken. Maar het aantal betrekkingen neemt af: sinds maandag is het land weer een officiële partner kwijt.
De diplomatieke rel met Maleisië ontstond nadat het laatstgenoemde land gehoor gaf aan een uitleveringsverzoek van Washington. Voor het eerst in de geschiedenis leverde het een Noord-Koreaanse crimineel uit aan de Verenigde Staten.
Mun Chol-myong wordt verdacht van het witwassen van geld voor Kims regime, onder meer via het Amerikaanse bankwezen. Ook zou hij luxegoederen aan Noord-Korea helpen leveren, in strijd met Amerikaanse en VN-sancties. Hij werd in 2019 opgepakt en is afgelopen weekend overgebracht naar Washington.
Pyongyang sprak van „een enorme vijandelijke daad” en sloot haar ambassade in Maleisië. Zelfs het naambordje werd verwijderd. De felle reactie is opmerkelijk: in 2017 liet de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un zijn halfbroer Kim Jong-nam uitschakelen op de luchthaven van Kuala Lumpur. Op wat gemok en symboolpolitiek na liepen de diplomatieke betrekkingen toen geen wezenlijke schade op.
Zuid-Korea en VS
De relaties met zuiderbuur Zuid-Korea boteren intussen niet. Ondanks herhaalde toenaderingspogingen van Zuid-Korea blijft Pyongyang de zuiderbuur negeren. Begin maart zei de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in voor de zoveelste keer bereid te zijn gesprekken te hervatten met het Noord-Koreaanse regime. Vanuit Pyongyang bleef het echter stil.
De laatste twee contactmomenten tussen de Korea’s waren geen vrolijke: in september werd een Zuid-Koreaanse ambtenaar gedood toen hij met een bootje de zeegrens met Noord-Korea naderde. Drie maanden eerder blies Pyongyang een inter-Koreaans verbindingskantoor op. Sindsdien is er, alle pogingen van Moon ten spijt, nauwelijks onderling contact geweest.
De in januari aangetreden Amerikaanse regering van Joe Biden probeert sinds februari contact te leggen met het Noord-Koreaanse bewind, maar liet vorige week weten tot nu toe geen reactie te hebben gehad. Vervolgens kwam dan toch een levensteken: „Als jullie de komende jaren vreedzaam willen slapen, kunnen jullie beter niet bij de eerste stap gelijk stank veroorzaken”, dreigde Kim Jo-yong, zus van Kim Jong-un. In Washington wordt naar verluidt de laatste hand gelegd aan Bidens Noord-Koreabeleid.
Zondag liet Noord-Korea toch weer van zich horen, al werd dit pas woensdag bekendgemaakt. Het land testte twee raketten, die in zee plonsden, op het moment dat er gezamenlijke Amerikaans-Zuid-Koreaanse legeroefeningen plaatsvonden. Biden reageerde woensdag laconiek: „We zien dat er weinig veranderd is.”
Corona
De isolatie van het land wordt nog versterkt door corona. Rond dezelfde tijd dat het conflict met Maleisië speelde, verlieten de laatste twee internationale medewerkers Noord-Korea. De personeelsleden van het VN-Wereldvoedselprogramma (WFP) wilden na een jaar hun familie weer eens zien. Door corona kunnen ze echter niet meer terugkeren of worden vervangen. Het WFP-kantoor blijft geopend, maar heeft nu alleen Noord-Koreaans personeel. Als gevolg van de coronacrisis vertrokken er de laatste tijd al veel buitenlandse ambassademedewerkers uit het land.
Met China blijven de betrekkingen sterk, wat Kim en de Chinese president Xi Jinping dinsdag nog eens bevestigden. Hoewel vermoed wordt dat Noord-Korea sinds de uitbraak van de pandemie veel hulp uit China heeft ontvangen, is die grens inmiddels ook gesloten. De officiële handel tussen beide landen lijkt vrijwel te zijn opgedroogd.
Raketlanceringen door Pyongyang
De tweede raketlancering door Noord-Korea in een paar dagen tijd heeft het gevaar onderstreept dat uitgaat van het bewapeningsprogramma van het land, stelde het Amerikaanse leger donderdag in reactie op de lancering. Naast de VS heeft ook de Zuid-Koreaanse Nationale Veiligheidsraad diepbezorgd gereageerd op de raketlanceringen door Pyongyang. De Amerikanen hebben laten weten dat zij met hun bondgenoten Zuid-Korea en Japan de situatie blijven observeren en in overleg blijven.