Als noodoplossing hebben digitale kerkdiensten in de coronatijd hun waarde bewezen, maar ze kunnen ook na deze pandemie toegevoegde waarde hebben.
Dit concluderen theologiestudent Mark Joosse en hoogleraar praktische theologie Hans Schaeffer van de Theologische Universiteit Kampen (TUK). Ze deden onderzoek naar de vorming en beleving van kerkdiensten in de eerste weken van de coronacrisis. De bedoeling van het onderzoek was de theologische bezinning over (digitale) gemeenschapsvorming in de liturgie te stimuleren, zodat gemeenten hun visie rond kerkzijn in (en na) coronatijd verder kunnen ontwikkelen.
Donderdag worden de onderzoeksresultaten gepresenteerd op een onlinecongres vanuit het ”Werkgezelschap Godsdienstsociologie en Godsdienstantropologie”.
Joosse onderzocht de eerste vier kerkdiensten van twintig Utrechtse kerken na het ingaan van de eerste lockdown in maart vorig jaar. Hoe ondergingen de gelovigen de verschillende (en soms ingrijpende) nieuwe vormen van betrokkenheid en participatie?
De onlinediensten bleken in deze eerste fase van de coronacrisis globaal op twee manieren beleefd te worden, soms tegelijkertijd door dezelfde mensen. Enerzijds is er sprake van positieve waardering: ze geven een vorm van verbondenheid en zijn een mooi hulpmiddel om iets van de zondagse kerkgang te behouden. Anderzijds zijn deze diensten beleefd als surrogaatdiensten die de fysieke ontmoeting in live-kerkdiensten onmogelijk kunnen vervangen.
Doordenking
Digitale kerkdiensten kunnen ook na deze pandemie toegevoegde waarde hebben, aldus de onderzoekers. De uitdaging voor kerken, zowel in als na de coronacrisis, is om te doordenken hoe digitale media dienstbaar kunnen zijn aan de liturgische vorming van de gemeenschap met God en met elkaar. Ten diepste zijn voor gelovigen zowel offline- als onlinevieringen immers slechts voorafschaduwingen van de gemeenschap die Gods nieuwe wereld zal brengen.
Bij het ontwikkelen van een eigen visie rond kerkzijn in (en na) corona is volgens de onderzoekers allereerst van belang dat er nadrukkelijk ruimte komt voor de beleving van de (digitale) kerkganger. In de tweede plaats kan een gezamenlijke verkenning door theologen en kerkleden opleveren dat eenzijdigheden in de formele theologie worden blootgelegd. In de derde plaats geeft een gemeentebreed gesprek over de ”lichamelijkheid” van de kerkdienst gelegenheid om zelf iets te belichamen van waar het in het christelijk geloof (mede) om gaat. „Wanneer immers de ervaring van de gelovige serieus wordt genomen, en in relatie gebracht wordt met het brede palet van meningen en ervaringen, ook die uit de traditie en de wereldwijde kerk, ontstaat een zoektocht naar de ”katholiciteit” van de kerk: hoe kan de individuele gelovige zich identificeren met de gemeenschap van gelovigen van alle tijden en plaatsen?”
>
wgsga.nl