CDA kan na Omtzigtaffaire bij media geen goed meer doen
Een digitale bijeenkomst van de CDA-top met partijleden over het vertrek van Pieter Omtzigt maakte dinsdagavond tongen los. Wopke Hoekstra zou in deze sessie te loslippig zijn geweest. Vier vragen.
Waarover zou de partijleider uit de school hebben geklapt?
Na een zogeheten persalarm van het ANP kopte de NOS (in een later aangepast bericht): Hoekstra besprak „medische hulp” Omtzigt met honderden CDA’ers. Daarvan ging de suggestie uit dat de CDA-leider over de schreef was gegaan door het delen van vertrouwelijke medische informatie over Pieter Omtzigt, het Kamerlid dat zich zaterdag losmaakte van het CDA. Die suggestie paste in het frame dat de CDA-top al langere tijd bezig zou zijn Omtzigt en zijn pittige kritiek onschadelijk te maken door hem af te schilderen als labiel en deels ontoerekeningsvatbaar.
Daarbij kwam dat het er door de berichtgeving op leek dat het om een besloten Zoommeeting ging, waar per abuis journalisten van het ANP, het ND en NRC toegang toe hadden verkregen. Het zou de zoveelste digitale blunder van het CDA zijn.
Terecht, deze duiding?
Nee. De Zeeuwse CDA-gedeputeerde Jo-Annes de Bat, die de sessie –waaraan volgens hem bijna vierhonderd mensen deelnamen– voorzat, schreef op Twitter dat de partij wist dat er journalisten meeluisterden. Dat strookt met de lezing van een meeluisterend NRC-redacteur. Zij stelt dat waarnemend partijvoorzitter Marnix van Rij de aanwezigheid van de media tijdens de sessie letterlijk benoemde. Nog sterker: demissionair CDA-minister Ank Bijleveld, ook aanwezig in de sessie, richtte zich expliciet tot de media toen ze zei dat die Omtzigt met rust moesten laten.
De suggestie dat Hoekstra vertrouwelijke medische informatie over Omtzigt zou hebben gedeeld, werd op Twitter met kracht weerlegd. Alles overziende is onweersproken dat de partijleider de term „medische hulp” wel in de mond nam, maar alleen in het context van het hersteltraject van de zieke Omtzigt, waarover diverse CDA’ers opheldering wilden. „Ik overdrijf niet als ik zeg dat er de afgelopen maanden vele tientallen uren zijn geïnvesteerd in het contact met Pieter. (…) Hij had gezegd: „Ik moet zestien weken rust houden, en ik moet ook medische hulp zoeken.” Daarna zou hij zich weer bij ons voegen. Dat het desondanks niet gelukt is weer bij elkaar te komen, is zeer teleurstellend”, quote het ND Hoekstra.
Leverde de Zoommeeting nog andere relevante informatie op?
Van belang is dat Van Rij opmerkt dat hij bij zijn voorganger, Rutger Ploum, heeft nagevraagd of die aan Omtzigt inderdaad beloofd heeft dat hij lijsttrekker zou worden in het onverhoopte geval dat Hugo de Jonge zou uitvallen. Volgens Van Rij heeft Ploum hem meegedeeld „dat dit pertinent niet zo is.” Hier staat dus, aldus Van Rij, het woord van de één tegenover dat van de ander. Mogelijk gaat Liesbeth Spies, de CDA-burgemeester die begin juli met een evaluatierapport komt, op dit punt uitsluitsel geven.
Een tweede saillant punt is dat de CDA-top in de Zoommeeting vertelt wie het explosieve memo van de Twentse politicus waarschijnlijk gelekt heeft. „Helaas Marnix, iemand uit de kring waarmee ik het document heb gedeeld, heeft het naar de pers gestuurd”, zou Omtzigt zaterdag in een gesprek met Van Rij hebben gezegd.
Krijgt het CDA door zulke uitlegsessies de geest weer in de fles?
Dat is de vraag. Maandagavond maakte het CDA in reactie op het Omtzigt-memo openbaar welke donateurs welke bedragen schonken. Die informatie roept weer vervolgvragen op. Zijn alle constructies wel even zuiver? Hadden de donateurs echt geen invloed op het verkiezingsprogramma? Zo komt van het één het ander en blijft het CDA geassocieerd worden met allerlei veronderstelde schimmigheden, wat het imago en de interne rust zeker niet ten goede komt.