Binnenland

In de ban van bal en stadion; Fruytierleerlingen in gesprek over EK voetbal

Nederland kleurt oranje. Het Europees Kampioenschap (EK) voetbal start deze vrijdag. Voor reformatorische jongeren blijkt het internationale evenement bepaald geen ver-van-hun-bedshow. Sportdocent Dick ten Bolscher gaat in gesprek met vmbo 3.

11 June 2021 14:37
Sportdocent Dick ten Bolscher in gesprek met vmbo 3 over het EK voetbal. beeld Speechless Photography
Sportdocent Dick ten Bolscher in gesprek met vmbo 3 over het EK voetbal. beeld Speechless Photography

Donderdagmorgen, iets voor halfnegen. Op het grasveld bij sporthal De Stroekeld in Rijssen trapt een groepje Fruytierleerlingen –blauwe shirts, zwarte broeken– een balletje. Sportdocent Dick ten Bolscher drinkt samen met drie collega’s in het ochtendzonnetje een kopje koffie. „Bijna te laat hè”, roept hij naar een scholiere die op het laatste nippertje aan komt fietsen. „Valt wel mee hoor”, antwoordt de leerling glimlachend, terwijl ze nog wat extra kracht op haar trappers zet.

Het EK voetbal leeft bij veel van zijn leerlingen, zegt Ten Bolscher. „Zo tussen neus en lippen door vang je heel wat op tijdens de lessen. De wedstrijden gaan echt niet aan hen voorbij.” Terwijl zijn collega’s de leerlingen letterlijk in beweging zetten, strijkt Ten Bolscher met een deel van de vmbo’ers op het parkeerterrein neer om daar met hen in gesprek te gaan over het EK voetbal.

„Wie van jullie gaat het EK volgen?” vraagt hij de derdeklassers. Zo’n twee derde van de leerlingen steekt zijn hand op. „Voetbal is een prachtig spelletje”, zegt Matthias. „En zo’n Europese competitie is gewoon mooi. Al die clubs, al die landen die tegen elkaar spelen: ik volg het zeker.”

De sfeer rond het EK heeft wat, zegt Ilze. „Zelf zit ik op voetbal, ik houd echt van het spel, zeker als dat op zo’n hoog niveau wordt gespeeld.” Daarbij werkt het EK ook verbindend, vindt de scholiere. „Je bent met z’n allen voor Nederland en kijkt de wedstrijden vaak samen. Dat is gewoon gezellig.”

De vmbo’ers zijn vooral benieuwd naar de prestaties van hun eigen elftal. De wedstrijden waarin Nederland speelt, gaat het merendeel dan ook zeker volgen. „Maar ook als Nederland niet speelt, ga ik kijken”, zegt een van de scholieren. „Ik wil de competitie het liefst helemaal volgen.”

„Voor mij speelt voetbal niet zo”, zegt Jurian. „Ik kijk de EK-wedstrijden eigenlijk niet.” „En kijk je dan niet omdat het niet mag van je omgeving of omdat je er niks mee hebt?” vraagt Ten Bolscher. „Dat laatste”, zegt de vmbo’er. „Ik vind het EK niet echt belangrijk.”

Zondag

De meesten vinden het EK voetbal een mooi evenement, vat Ten Bolscher het eerste deel van het gesprek samen. Als land samen ergens naartoe werken, de techniek van het spel volgen; de docent kan er best inkomen dat dat scholieren aanspreekt. Toch zijn er ook kanttekeningen te plaatsen bij zo’n grootschalig evenement als het EK, zegt de docent. „Kunnen jullie iets noemen waardoor je zegt: daarom kijk ik niet of kijk ik minder?”

Hoe supporters zich na afloop van een wedstrijd soms gedragen, is niet goed te keuren, zegt Lisa. „Soms draaien fans helemaal door, zijn ze stomdronken of gaan ze dingen slopen. Dat gaat veel te ver.”

„Nog meer bezwaren?” vraagt Ten Bolscher. Dat er op zondag wordt gespeeld, kan eigenlijk niet, vinden de scholieren. „Op zondag kijken wel?” vraagt de docent. Daarover zijn de meningen verdeeld. „Het is lastig”, zegt Niek. „Doordeweeks kun je je eigen tijd indelen, op zondag niet. Voetbal kijken en naar de kerk gaan, gaan gewoon niet tegelijk.”

Eerlijk zegt Ten Bolscher dat hij er vroeger ook weleens van baalde als een wedstrijd op hetzelfde tijdstip begon als de kerkdienst. „Dan had ik liever achter het scherm gezeten dan in de kerkbank”, blikt hij terug. Het roept herkenning op bij zijn leerlingen. „Als ik zelf mocht beslissen, zou ik wel kijken”, deelt Ilze. „Ook op zondag. Maar mijn ouders willen het niet hebben. Je kunt moeilijk een hele wedstrijd stiekem kijken. Dus kijk ik vaak achteraf de wedstrijd terug.”

Nuchter

Op de Fruytier is het EK zeker onderwerp van gesprek, zeggen de derdeklassers. „’s Ochtends wisselen we als leerlingen de tussenstanden wel uit”, vertellen Jurian en Matthias. „En we bespreken bijvoorbeeld de tactiek van de bondscoach”, zegt Ilze. Nu voetbalt het Nederlands elftal doorgaans met vier verdedigers, drie middenvelders, twee buitenspelers en een spits, legt de scholiere uit. „Vroeger was dat met vijf verdedigers, drie middenvelders en twee aanvallers. Dan hebben we het er samen echt wel over wat beter werkt.”

„Loop je als christen niet het risico dat je voetballers gaat vereren?” vraagt Ten Bolscher. Volgens zijn leerlingen zal dat zo’n vaart niet lopen. „Ik zie topvoetballers niet als een soort god”, zegt Christian. „Maar natuurlijk kijk ik wel tegen hen op.” Dat is ook logisch, vindt Ilze. „Ze kunnen gewoon goed voetballen. Daar heb ik bewondering voor. Maar dat betekent niet dat ik hen verafgood. Je moet wel nuchter blijven.”

Bijbellezen

Professioneel voetbal heeft een gevaar in zich, zegt Ten Bolscher. „Je kunt zo opgaan in de competitie dat je voetbal plaatst boven God.” Louise herkent dat wel. „Als ik eerlijk ben, vind ik voetbal in de EK-periode interessanter dan Bijbellezen of bidden.” Maar stille tijd is wel belangrijker, werpt Matthias tegen. „Dus als je 24/7 voetbal kijkt en er geen tijd en rust meer is om de Bijbel te lezen en te bidden, dan is dat niet goed.”

Tegelijkertijd geldt het gevaar van afgoderij niet alleen voor voetbal, zegt Lisa. „Als je andere interesses hebt, kun je daar ook je afgod van maken. Een hobby als tekenen kun je bijvoorbeeld ook boven het dienen van de Heere stellen.” Daar heeft de scholiere een punt, zegt Ten Bolscher. „Vroeger kon ik mij bijvoorbeeld helemaal verliezen in een boek. Voor niets anders was dan meer plaats. Op dat moment nam zo’n verhaal dan de eerste plaats in mijn leven in. Als je toevallig niet zo van voetbal houdt, kun je dus niet zeggen: Aan afgoderij maak ik mij tenminste niet schuldig. Het gaat er bij iedereen om waar je prioriteiten liggen.”

Je kunt ook niet alle soorten voetbal over één kam scheren, vindt Jurrian. „Er is een verschil of je puur voor de winst voetbalt of vooral voor het plezier. Een balletje trappen met vrienden, daar is volgens mij niks mis mee.” Dat is een lastig punt bij het EK, vinden de scholieren. „Er gaat heel veel geld in de voetbalwereld om”, zegt Matthias. „Het gaat dan echt puur om de winst. Tsja, of je leven in het teken moet staan van zo veel mogelijk verdienen, daar plaats ik wel vraagtekens bij.”

Hoe je het EK beoordeelt, heeft alles te maken met het doel waarmee je in het leven staat, zegt Ten Bolscher. „Kies je voor jezelf en wil je alles uit het leven halen wat erin zit? Of is het voor jullie de vraag: hoe leef ik tot eer van God? In de voetbalwereld is daar weinig plaats voor. Voor je het weet, word je meegesleept in de wereld van geld en genot, van roem en eer.” „Sport is voor mij een leuke hobby”, reageert Matthias. „Maar uiteindelijk staat God voor mij wel op nummer een. Boven voetbal.”

Kruisje

Sommige voetballers combineren geloof en sport, zeggen de leerlingen. „Ze slaan bijvoorbeeld een kruisje voor of na een wedstrijd of zeggen dat ze bidden voor de goede afloop.” Eerlijk gezegd heb ik daar wel wat moeite mee, zegt Lisa. „Ik kan daar natuurlijk niet helemaal over oordelen, maar ik heb dan wel een klein beetje het idee dat je God voor je karretje spant. Dat vind ik lastig. En sowieso: je moet als profvoetballer ook op zondag spelen. Als je echt gelooft, kan dat niet.”

„Aan wat –of beter gezegd– aan Wie geef jij de eerste plaats in je leven?” rondt Ten Bolscher het gesprek af. „Staat God bovenaan? Of ga je helemaal op in de voetbalwereld? Ik hoop echt dat jullie het dienen van de Heere op de eerste plaats stellen of dat in de toekomst zullen doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer