Nog voor de zomer komt hij daarop terug. De bewindsman deed die toezegging woensdag in een Kamerdebat.

Na het verschijnen van het alarmerende rapport van de commissie-Joustra over misstanden in interlandelijke adopties in februari besloot Dekker nieuwe adoptieaanvragen tijdelijk op te schorten. Slechts zo’n 400 aspirant-adoptieouders aan wie al beginseltoestemming was verleend mogen de procedure vervolgen. De bewindsman wil eerst in kaart gebracht hebben hoe Nederland het adoptiesysteem opnieuw kan inrichten om de risico’s op misstanden zoveel mogelijk te minimaliseren. Het nieuwe kabinet moet daarna besluiten hoe Nederland verder gaat met het adoptiebeleid.

Komend najaar hoopt Dekker de voors en tegens van de diverse opties zo scherp mogelijk in beeld te hebben gebracht. Op de uitkomst daarvan wilde hij woensdag op geen enkele manier vooruitlopen. Enerzijds hield hij de mogelijkheid open dat Nederland doorgaat met interlandelijke adopties, maar dan onder strengere voorwaarden en bijvoorbeeld alleen met landen waarvan vaststaat dat ze in staat zijn om de zorgvuldigheidsvereisten die zijn overeengekomen in het Haags Adoptieverdrag op een controleerbare wijze naleven. „Maar”, zo gaf hij de Kamer als schot voor de boeg mee, „als de verkenning uitmondt in de aanbeveling om de tijdelijke stop definitief te maken, hoop ik dat dat ook kan rekenen op een eerlijke weging van uw kant.”

Diverse partijen vroegen zich woensdag af of Dekker met zijn keus voor een tijdelijke adoptiestop niet al te impulsief reageerde op de commissie-Joustra. Toch gaf een Kamermeerderheid de bewindsman tot komend najaar de ruimte voor zijn toekomstverkenning, al komt er voor siblings voor die tijd mogelijk een uitzondering. Dekker zal dan ook schetsen hoe het onafhankelijk landelijk expertisecentrum interlandelijke adoptie eruit komt te zien. Dit centrum moet geadopteerden faciliteren bij de toegang tot hun dossiers, de zoektocht naar hun geboorteouders en het vinden van passende psychosociale hulp en juridische ondersteuning.