Bezoekers van de Londense Westminster Cathedral keken verbaasd toen ze het gebouw moesten verlaten. „De kerk gaat in lockdown.” Kort daarna arriveerden premier Boris Johnson en zijn verloofde, waarna ze in het huwelijk werden bevestigd.
Engelse media verwonderden zich erover dat de premier erin geslaagd was zijn huwelijk, vorige week zaterdag, in het diepste geheim te organiseren. Johnson en zijn bruid zaten waarschijnlijk niet te wachten op voorbeschouwingen in de Britse boulevardpers.
Iets om blij mee te zijn, toch, dat een premier in het huwelijk treedt? Het traditionele huwelijk ligt onder vuur, een op de drie huwelijken strandt, de kerken lopen leeg, maar dat weerhoudt Johnson er niet van om onomwonden te kiezen voor een kerkelijk huwelijk.
Toch klinkt er ook de nodige kritiek. Die hangt vooral samen met Johnsons verleden, waarin hij niet bekendstond om een hoge huwelijksmoraal. Zijn eerste huwelijk eindigde in 1993, na zes jaar, waarna hij binnen twee weken opnieuw trouwde en vijf weken later vader werd van een zoon uit dit tweede huwelijk. Dat huwelijk duurde langer, 27 jaar, maar in die periode kreeg hij verschillende buitenechtelijke kinderen. De tweede echtscheiding werd uitgesproken in november 2020, nadat Johnson een half jaar eerder al een zoon had gekregen bij zijn nieuwe bruid, de 26 jaar jongere Carrie Symonds.
Het is dus niet zo vreemd dat christenen zich deze week afvroegen waarom de Westminster Cathedral –niet te verwarren met de anglicaanse Westminster Abbey– zomaar de weg naar het altaar opende. Nu weten we niet welke pastorale gesprekken en tekenen van berouw daaraan zijn voorafgegaan, dus is voorzichtigheid geboden bij het veroordelen van de premier. Maar afgezien daarvan staat vast dat hij een spoor van vernieling heeft achtergelaten in het leven van een reeks vrouwen en kinderen. Vernieling, want gebroken huwelijken richten, los van de schuldvraag, steeds onherstelbare schade aan. Dat geldt zeker in het licht van Gods wet, tenzij de zondaar berouw heeft, zich bekeert en vergeving ontvangt.
Dat weten de parochianen van de Cathedral, de grootste en belangrijkste rooms-katholieke kerk van Engeland, natuurlijk ook. De kerkorde van Rome is strak en helder over het huwelijk: zowel seksuele gemeenschap vóór het huwelijk als buiten het huwelijk zijn zware zonden, de huwelijksgemeenschap is een onontbindbare band tussen man en vrouw en hertrouwen na een echtscheiding is in strijd met de wet van God. Dan is het dus heel begrijpelijk dat trouwe kerkgangers zich in de Engelse media afvroegen of de kerk er een dubbele standaard op nahoudt, of dat Johnson zijn politieke gewicht in de schaal legde om de hobbels glad te strijken. Een woordvoerder van de kerk ontkent dat: „Bruid en bruidegom zijn beiden parochianen van de parochie van de Westminster Cathedral en gedoopte katholieken. Alle noodzakelijke stappen zijn genomen, zowel wat betreft de kerkelijke als de burgerlijke wetten, en alle formaliteiten zijn vervuld voorafgaand aan de huwelijkssluiting.”
Rooms-katholieke premier
Ook die verklaring riep vragen op bij mensen die óók graag een tweede huwelijk kerkelijk willen laten bevestigen, maar afgewezen worden. Kenners veronderstellen dat de kerkelijke leiding de twee voorgaande huwelijken van Johnson ongeldig vindt omdat die in een anglicaanse kerk gesloten zijn.
De verklaring maakt duidelijk dat het Verenigd Koninkrijk nu voor het eerst een rooms-katholieke premier heeft. Dat is opvallend vanwege de verwevenheid van de Anglicaanse Kerk met de Britse monarchie. Het is immers de premier die koningin Elisabeth adviseert over het benoemen van bisschoppen in de anglicaanse staatskerk. Johnson is inderdaad rooms-katholiek gedoopt, maar ging tijdens zijn studietijd over naar de Anglicaanse Kerk en is nu op zijn schreden teruggekeerd.
Een pikant detail is dat de Engelse staatskerk ontstaan is omdat een verre voorvader van Elisabeth, koning Hendrik VIII, niet mocht scheiden en hertrouwen van Rome. Hendrik verzocht in 1527 paus Clemens VII om zijn eerste huwelijk met Catharina van Aragon te ontbinden zodat hij met Anne Boleyn kon trouwen. Toen de paus weigerde, brak Hendrik met Rome. In 1533 richtte hij de Church of England op en benoemde hij Thomas Cranmer als aartsbisschop. Zijn eerste werk was het uitspreken van de echtscheiding, zodat Hendrik kon trouwen met de inmiddels zwangere Anne. Waar Hendrik zich moest afscheiden van zijn moederkerk om te kunnen scheiden, keerde Boris terug om er te kunnen trouwen.
De Reformatie in Engeland was dus verbonden met regels rond huwelijk, seksualiteit en echtscheiding. Dat de toenmalige paus geen water bij de wijn wilde doen, valt in hem te prijzen. Dat was weliswaar mede ingegeven door politieke belangen, maar het zal zeker zwaar hebben gewogen dat Rome het huwelijk ziet als een sacrament, als een middel om genade te ontvangen.
Die dwaling is door Luther en Calvijn duidelijk weerlegd. Toch kunnen nazaten van de Reformatie in de 21e eeuw nog wat leren van de strakke pauselijke lijn uit het verleden. Ook in de gereformeerde gezindte zijn er zorgen over de moraal rond huwelijk en seksualiteit. Uit onderzoeken op reformatorische scholen blijkt dat een meerderheid van de jongeren geen moeite heeft met seksuele gemeenschap voor het huwelijk. Er zijn maar weinig jongeren die géén porno hebben gezien. Schoolbesturen worstelen met het kledingbeleid, met name bij meisjes. Hier en daar lopen homostellen hand in hand over het plein. Echtscheiding zonder dat duidelijk sprake is van overspel komt regelmatig voor. Werkt een kerkenraad niet mee aan een verzoek om hertrouwen, dan zoekt het stel een kerk waar de regels soepeler gehanteerd worden.
Structurele verschuiving
Hoewel onderzoeken hiernaar ontbreken of fragmentarisch zijn, bestaan er voldoende signalen om vast te stellen dat het hier geen incidenten betreft, maar dat er sprake is van een structurele verschuiving. Christelijke politici, schoolleiders en kerkenraden maken zich –terecht– zorgen over de roze agenda van de overheid, maar tegelijkertijd is er sprake van uitholling van binnenuit. Hoe komt dat toch? Is het niet omdat het besef ontbreekt dat een huwelijk een heilig verbond is, dat voor Gods aangezicht –en daarmee dus ook in de hemel– gesloten wordt? En dat verbondsbreuk, door seksualiteit buiten het huwelijk, een zeer ernstige zonde is? Dat zonde de mens stinkend en walgelijk maakt voor God?
Nee, er is geen enkele reden om luchthartig of verwijtend te spreken over mensen die –vaak na een ware kruisweg– uit elkaar gaan of juist willen hertrouwen. Toch mogen verdriet, lijden of hartstocht nooit zwaarder wegen dan de trouw die onder ede voor Gods aangezicht is beloofd.