Afscheiding hing samen met geestelijk reveil
Was de Afscheiding en is de kerk met haar verkondiging een zaak van ds. De Cock en anderen? Was het niet God Zelf Die een geestelijk reveil teweegbracht?
Broeder ds. J. M. J. Kieviet acht ik heel hoog, maar ik ben wel geschrokken van zijn artikel ”Was Afscheiding van 1834 een vergissing?” (RD 17-5). Deze bijdrage deed mij veel verdriet.
Allereerst vind ik dat een dergelijk artikel niet zomaar in de publiciteit gegeven moet worden, met als gevolg dat onze kerkmensen via een krant over deze zaak op de hoogte gebracht worden. Wat ds. Kieviet schrijft, is wel van zoveel gewicht dat het eerst op een predikantenvergadering of iets van dien aard ter bespreking had moeten komen.
In de tweede plaats leven we in deze coronatijd als kerken in een fase van afbraak. Overal is het een strijd om als gemeente elkaar vast te houden bij het Woord. We lezen dat velen gaan afhaken en we zien onrust en kritiek in veel gemeenten. Hoe zal het gaan met onze gemeente als straks alles weer open mag zijn? is de vraag van velen. In zo’n situatie komt genoemd artikel niet bepaald als bemoedigend naar binnen.
Kleine kracht
Verder hoef je er weinig fantasie voor te hebben om een artikel in dezelfde geest te schrijven onder de kop ”Was de Reformatie een vergissing?” Natuurlijk wilde men toen ook de wettige voortzetting van de kerk zijn, maar hoe ging het allemaal? Onenigheid en ruzie tussen grote voormannen als Luther en Calvijn, waarbij nogal scherpe woorden vielen. En wat een onenigheid onder de kleinere reformatoren? Een vergissing?
Er worden, in de vierde plaats, wel feilen aangehaald uit het verleden in het verlengde waarvan het bestaansrecht van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) van nu aangevochten wordt. Maar er wordt geen weg tot een oplossing gewezen. Zo blijven we met de brokken zitten en moeten we zelf maar het antwoord geven.
Het artikel is vanzelfsprekend geschreven met het oog op de CGK van onze dagen. Die verkeert in zorg met betrekking tot agendapunten waar men niet gezamenlijk uitkomt. Maar laat het Woord het doen. Dat is ons gebed. Al zou die kerk zeer dun worden. Doch: „Gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn Woord bewaard” (Openbaring 3:8).
Zegen
Waar blijft in de vijfde plaats de liefde tot de kerk in dit alles? Als men spreekt met mensen met huwelijksmoeilijkheden, komt er nogal wat kritiek op elkaar naar boven. Soms gaat men terug naar het begin van het huwelijk. „Toen had ik al mijn twijfels”, hoor je dan. Kijk: zonder de liefde blijft er niets heel. Zo ook met de kerk: als de liefde gemist wordt, dan blijf alleen kritiek over en wordt de kerk afgebroken.
Ten slotte: Was de Afscheiding en is de kerk met haar verkondiging een zaak van ds. De Cock en anderen? Was het niet God Zelf Die een geestelijk reveil teweegbracht, waar De Cock voor gebruikt werd? Is het ook niet zo dat het werk van de Afscheiding een zegen geweest is, ook voor velen in de Nederlandse Hervormde Kerk?
Veel menselijks, maar veel meer Gods werk. Een eenvoudig man werd mede door God gebruikt voor de bekering van De Cock, door te belijden: „Dominee, als ik nog één zucht aan mijn zaligheid moest toedoen, was het voor eeuwig verloren.” Moge die Geest van Pinksteren in alle kerken werken.
De auteur is emerituspredikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken.