Hoe gaat een christen om met een agressieve antichristelijke journalist of een lesbische buurvrouw? Jezus’ gesprek met de Samaritaanse vrouw is een belangrijk model voor onze grondhouding tegenover media en niet-christenen.
Media hebben een belangrijke functie, namelijk om aan onafhankelijke waarheidsvinding te doen. Het bederf van het beste is echter het slechtste. Media kunnen ook een halve waarheid naar buiten brengen en dat is erger dan een hele leugen. Zo hebben refo’s in de afgelopen maanden ervaren dat er beelden geschetst worden waarin ze zich helemaal niet herkennen. Dan voel je iets van de macht van het onrecht en je eigen machteloosheid daartegenover.
Peter Smit reageert op de recente spanningen in de media tussen de reformatorische en de seculiere wereld (RD 30-4). Hij geeft een aantal handvatten om op de juiste manier met de media om te gaan. Ik heb zijn artikel gelezen als een aanwijzing over de vorm van het gesprek en de manier waarop we ons voorbereiden. Zeer waardevol!
Door de redactie gevraagd naar de inhoudelijke invalshoek in een dergelijke ontmoeting, komen we in het veld van de apologetiek. Voeren we een formeel gesprek waarin we ons beroepen op grondrechten? Proberen we een moreel appel te doen op onze gesprekspartner en aan te sluiten bij universele waarden en normen? Of gaan we vanuit algemene principes bewijzen dat we gelijk hebben en proberen we dat met wetenschappelijke bewijzen te onderbouwen? Gaan we in gesprek over onbewezen vooronderstellingen of moeten we ‘gewoon’ evangeliseren en de Bijbel naspreken? Wat is dat ‘gewoon’ evangeliseren dan?
Er is geen eenduidig recept te geven. Per gesprek en per gesprekspartner zijn er andere invalshoeken nodig en mogelijk. Het maakt nogal verschil of je in een heel negatieve setting acuut het woord moet voeren of dat er een veel opener context is waarin je rustig de tijd hebt om je verhaal te doen.
Ongehoord
Kunnen we toch spreken over een bepaalde grondhouding in onze postmoderne cultuur, waarin de enkele mens met zijn of haar gevoel tot scharnierpunt is geworden? Ik acht de geschiedenis van Jezus’ gesprek met de Samaritaanse vrouw een belangrijk model voor onze apologetische grondhouding. Drie leerpunten:
Ten eerste de grondhouding van nederigheid en liefde. Probeert u zich voor te stellen dat een man in de oosterse cultuur publiekelijk bij de waterput een gesprek aangaat met een vrouw. Dat was ongehoord. Dan behoorde deze vrouw ook nog eens tot een tweederangsvolk waar je liever niet mee gezien werd. Hoeveel schermutselingen hadden plaatsgevonden tussen Samaritanen en Joden! Deze vrouw was zelf ook nog eens een tweederangspersoon omdat ze een tweederangsliefdesleven achter de rug had. Haar karakter lijkt ook niet spontaan en ontvankelijk. Ze maakt een verbitterde, stugge indruk, is aanmatigend en spot met Jezus.
Kortom, er was een maatschappelijke, culturele, religieuze en karakterologische kloof. Helemaal herkenbaar voor refo’s in een seculiere omgeving. Vul voor de Samaritaanse vrouw een agressieve antichristelijke journalist of een lesbische buurvrouw in. Genoeg ingrediënten om het gesprek niet aan te gaan. Genoeg innerlijke weerstanden om niet onbevangen tegenover de ander te staan. Genoeg excuses om na enige woorden verdere pogingen te staken. Denk aan Jona, die vond dat God de vijanden van zijn volk maar het beste kon straffen voor hun zonden. Wie herkent dat niet? Maar Jezus is zoals Jona moest zijn. Hij heeft oprechte belangstelling voor deze vrouw en zoekt haar hart. Zijn nederige hart is het geheim van Zijn volharding. Door Zijn Geest gaan wij met Zijn ogen kijken naar de journalist en hen die we via de journalist bereiken.
Diep verlangen
Ten tweede een apologetisch Evangelie. Jezus spreekt geen veroordeling uit, maar vertelt de vrouw uit Samaria over het levende water. Hoe ad rem! Hij sluit aan bij de situatie van dat moment en verkondigt de boodschap van het Evangelie. Als we erover nadenken, verwonderen we ons erover hoeveel aspecten van het Evangelie in het beeld van water liggen opgesloten. Het wijst onze innerlijke leegte aan, omdat we God hebben verlaten. Het laat de eeuwige dorst buiten God oplichten. Het spreekt over de dorst die Jezus plaatsvervangend leed. Het verwijst ook naar de stromen van de Geest.
Hierbij is het wel de vraag hoeveel aspecten Jezus expliciet heeft gemaakt. We moeten ons realiseren dat we niet altijd alles kunnen zeggen. Dat is ook bevrijdend.
Wat verder opvalt, is dat Jezus evangeliseert op een apologetische manier. Jezus sluit aan bij het diepe verlangen van iedere mensenziel. Diep in iedere mensenziel is een dorst naar vervulling. De een zoekt dat in de ervaring van een verre reis, de ander in een spannende seksuele relatie, een derde zet zich in voor een beter klimaat en strijdt tegen het uitbuiten van kinderen aan de andere kant van de wereld. Zouden we het apologetische gesprek niet op deze golflengte moeten voeren? Om zo aan te wijzen dat alleen Jezus de dorst van ons hart kan lessen.
Toen wij in Katwijk aan de Boulevard woonden, hadden we de (iets aangepaste) tekst van Augustinus achter het raam hangen: „Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in God.” Deze tekst sluit op een fijnzinnige psychologische wijze aan bij de innerlijke onrust in een mensenhart. Voorbijgangers herkenden de onrust, ze lazen de tekst helemaal uit. Duizenden rustzoekers hebben dit woord gelezen.
Wat een wijsheid en fijngevoeligheid is ervoor nodig om het Evangelie te communiceren op een manier die aansluit bij onze gesprekspartner en bij de situatie van het moment. Terecht haalde Smit het woord van Jezus uit Mattheüs 10:19 aan. „Doch wanneer zij u overleveren, zo zult gij niet bezorgd zijn hoe of wat gij spreken zult; want het zal u in dezelve ure gegeven worden, wat gij spreken zult.” We kunnen hier ook het volgende vers noemen: dat het de Geest is Die ons de juiste woorden op het juiste moment geeft. Met de bede: O Zoon, maak mij ook in de media Uw beeld gelijk.
Ideologische strijd
Ten derde de confrontatie met de zonde. Jezus legt de vinger bij de zondige levenspraktijk van deze vrouw. Hij zegt niet dat ze haar hart moet volgen in onreine verlangens. Hij toont evenmin begrip voor de zondige beslissingen die zij heeft genomen, maar confronteert haar met de zonde in haar leven. Jezus begint niet met haar zonden, maar Hij verzwijgt die evenmin. Hij is hierin ook heel direct.
De heiligheid van huwelijk en seksualiteit komt hier aan het licht, het thema waar de ideologische strijd zich vandaag op toespitst. Het gaat hierbij om een kernstructuur van het hele leven. Wie het huwelijk verstaat, verstaat kerk en samenleving, verantwoordelijkheid en Gods zorg. Bovenal is in het huwelijk het hele Evangelie van de hemelse Bruidegom en de aardse bruid opgesloten. Zo biedt de geestelijke strijd van dit moment een geweldige gelegenheid om het Evangelie te communiceren in een apologetisch mediagesprek.
De auteur is hoogleraar theologie en spiritualiteit van het gereformeerd protestantisme aan de Vrijde Universiteit Amsterdam