Voor de komst van een nieuw groot datacenter bij Zeewolde is meer onderzoek nodig naar de gevolgen voor de aanwezige natuur en de gezondheid van omwonenden. Dat zegt de onafhankelijke Commissie voor de milieueffectrapportage (MER) in haar advies aan de gemeente Zeewolde en de provincie Flevoland. Zo ontbreken plannen hoe er op het terrein zelf meer duurzame energie kan worden opgewekt en er is meer aandacht nodig voor het gebruik van restwarmte.
Het datacenter moet op een bedrijventerrein van 166 hectare komen, en wordt daarmee het grootste van Nederland. Zowel de gemeente Zeewolde als de provincie Flevoland moeten over de komst een besluit nemen, en hebben met een milieueffectrapport de mogelijke gevolgen voor de omgeving onderzocht.
In het rapport ontbreekt een variant die beschrijft hoe het terrein van het datacenter maximaal duurzame energie wordt opgewekt in plaats van alleen verbruikt. „Vanuit het klimaatoogpunt is een variant waarbij maximaal zelf energie wordt opgewekt onmisbaar. Denk hierbij aan het volledig benutten van daken, gevels, parkeerplaatsen, waterpartijen en alle andere open terreinen met zonnepanelen en mogelijk kleinschalige windturbines”, aldus de onderzoekers.
De commissie stelt verder dat „de milieugevolgen van het koelen en van het benutten van de warmte beter in beeld moeten zijn”. Bij het gebruik van het datacenter ontstaat namelijk veel warmte. Om oververhitting te voorkomen wordt daarom gekoeld via de lucht en met water. Warmte die overblijft kan gebruikt worden om gebouwen of huizen te verwarmen. Daarvoor zijn dan wel een buizenstelsel en andere voorzieningen nodig, aldus de commissie. De effecten van de benodigde infrastructuur voor transport en hergebruik van restwarmte moeten nog worden onderzocht, stellen de onderzoekers.
De provincie en de gemeente hebben laten weten het rapport eerst te laten aanvullen. Na de aanpassing wordt het opnieuw door de commissie beoordeeld, en daarna nemen de twee overheden pas een besluit.