Organist Liuwe Tamminga (1953-2021) verloor zijn hart aan Italiaanse orgelmuziek
De Nederlandse organist Liuwe Tamminga is woensdag overleden. Dat melden diverse bronnen, onder wie Luca Baccolini uit Bologna. Tamminga woonde en werkte sinds begin jaren tachtig in deze Noord-Italiaanse stad. Hij was er organist van de San Petronio en curator van de Tagliavinicollectie.
De in het Friese Hemelum geboren Tamminga werd in 1982, samen met de in 2017 overleden Italiaanse organist, klavecinist en muziekpedagoog Luigi Ferdinando Tagliavini, benoemd als bespeler van de twee historische orgels in de San Petronio in Bologna: een instrument uit 1475 van Lorenzo da Prato en een orgel uit 1596 van Baldassarre Malamini.
In 2018, tijdens een interview met het Reformatorisch Dagblad, legde Tamminga uit wat hem zo aansprak in deze instrumenten: „Italiaanse orgels uit de 15e eeuw waren bedoeld om zangers te imiteren en niet om de samenzang te begeleiden. Ze hebben een lage winddruk, wat zorgt voor een vocale klank. Deze instrumenten klinken nooit opdringerig.”
De organist studeerde aan het conservatorium in Groningen orgel en klavecimbel bij onder anderen Wim van Beek en Willem Frederik Bon. Hij won in 1980 het Nationaal Orgelimprovisatieconcours Bolsward. Op het conservatorium en in de eerste jaren erna was hij vooral in 20e-eeuwse Franse muziek geïnteresseerd. Zo volgde hij in Parijs improvisatielessen bij André Isoir en Jean Langlais. Tijdens zijn verblijf in de Franse hoofdstad was hij er ’s zondags meestal in de Saint-Germain-des-Prés te vinden als vervanger van Isoir.
Na het bestuderen van Italiaanse orgelwerken onder de hoede van Ferdinando Tagliavini sloot Tamminga deze muziek in zijn hart. Hij gold wereldwijd als een autoriteit op het gebied van de interpretatie van Italiaanse orgelmuziek. Hij gaf talloze concerten en masterclasses. Organist Janno den Engelsman, die lessen bij Tamminga volgde, typeerde diens speelstijl als precies en verfijnd. „Niet academisch, maar muzikaal, waardoor de 16e-eeuwse Italiaanse muziek tot leven komt”, aldus Den Engelsman in een gesprek met het Reformatorisch Dagblad.
Tamminga maakte talrijke cd’s. Zo kwam vorig jaar nog een opname met werken van Giovanni Gabrieli uit die Tamminga in de jaren negentig samen met Leo van Doeselaar speelde op ‘zijn’ orgels in Bologna. Tamminga ontdekte diverse manuscripten van onbekende 16e-eeuwse componisten en gaf die uit. Hij beperkte zich echter niet alleen tot Italiaanse renaissance- en barokmuziek, maar zijn cd’s bevatten ook werken van de 19e-eeuwse Italianen Puccini en Verdi.
Sinds 2010 was Tamminga conservator van de Collezione Tagliavini in het San Colombanomuseum in Bologna. Het betreft een door Tagliavini bijeengebrachte verzameling van zeventig historische muziekinstrumenten, waarvan zo’n veertig toetsinstrumenten: klavecimbels, fortepiano’s, klavichords, spinetten en orgels. Hij gaf rondleidingen, ontving muziekstudenten in het museum en organiseerde concerten.
De Fries voelde zich thuis in Bologna. „Het is geweldig om omgeven te zijn door zo veel historie en door zo veel kunst. En ik heb de mooiste muziekbaan van de wereld.”