Nieuwe leider Fatah staat bekend als havik
Na de benoeming donderdag van de 73–jarige Farouk Kaddoumi als opvolger van Yasser Arafat, heeft de Fatah–beweging van de overleden president een leider die de harde lijn voorstaat. In het verleden sprak Kaddoumi zich meermalen uit tegen vredesoverleg met Israël.
Daarom was het des te verrassender dat hij kort na zijn benoeming liet weten dat hij bereid is met de regering–Sharon over vrede te onderhandelen. Hij waarschuwde Israël wel „de olijftak niet uit zijn handen te slaan", omdat dit een gewapende strijd tot gevolg zou kunnen hebben.
Kaddoumi werd op de Westelijke Jordaanoever geboren. Hij verliet zijn geboortegrond in 1948. Hij verbleef in verschillende Arabische landen en werd politiek actief. In 1965 stond Kaddoumi samen met Arafat aan de wieg van de oprichting van Fatah.
In 1993 keerde hij zich tegen de vredesakkoorden van Oslo tussen Arafat en de Israëlische premier Rabin. Ook weigerde hij samen met andere Palestijnse leiders terug te keren naar de Palestijnse gebieden.
Kaddoumi bleef in Tunesië zitten en week later tijdelijk uit naar de Syrische hoofdstad Damascus. Het is nog onduidelijk of hij terugkeert naar de Westelijke Jordaanoever of de Gazastrook, nu hij tot hoogste leider van Fatah is benoemd.
Tot zijn benoeming tot hoogste Fatah–chef werkte hij als minister van Buitenlandse Zaken van de PLO vanuit de Tunesische hoofdstad Tunis. In 1994 weigerde hij een aanbod om een ministerspost in de Palestijnse regering te vervullen. De afgelopen tijd speelde hij echter wel een belangrijke rol als leider van de politieke tak van Fatah. Zijn vrouw Nabila Rachef Nemr is ook actief binnen de beweging. Zij is lid van de revolutionaire raad van Fatah.
Kaddoumi onderhoudt goede banden met de machthebbers in Syrië en Iran. Bovendien heeft hij veel steun onder de jongere Fatah–leden.
Waarnemers vrezen dat Kaddoumi nu als hoogste leider van Fatah op een machtstrijd zal aansturen met de gematige premier Qurei en de voorganger van de eerste minister, de tot PLO–leider benoemde Abbas. In een interview met de Israëlische krant Haaretz zei Kaddoumi deze week al dat hij niet van plan is zijn aandeel van de erfenis van Arafat op te geven.