De jeugdzorg in de provincie zit al langer in de problemen. Over het voortbestaan van de relatief grote aanbieder Intervence bestaat al lange tijd onduidelijkheid. Daarbij is een andere aanbieder, Briedis, onlangs zijn keurmerk kwijtgeraakt vanwege tekortkomingen die te groot waren om op korte termijn op te lossen. Daardoor komt nu de ondertoezichtstelling in de knel, waarschuwt de rechtbank Zeeland-West-Brabant.

„Alleen als kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd, kan een rechter een ondertoezichtstelling uitspreken”, legt de rechtbank uit. „Dat er nu in Zeeland geen jeugdzorgaanbieder in staat is om deze gedwongen hulpverlening op zich te nemen, is volgens de kinderrechters dan ook zeer schrijnend.”

De problemen in de jeugdhulpverlening komen ook aan de orde in het jaarverslag van de Raad voor de rechtspraak. Voorzitter Henk Naves waarschuwt in het donderdag verschenen verslag dat daar „onrecht dreigt”, onder meer door de capaciteitsproblemen.

Zeeuwse gemeenten besloten eind vorig jaar de samenwerking met Intervence op te zeggen. Die zou niet efficiënt genoeg werken. Briedis zou een deel van de dossiers overnemen, maar dat gaat niet door. Een plan om de organisatie op te splitsen kreeg ook geen goedkeuring van de landelijke overheid en de inspectie. Nu wordt gekeken naar een overname, mogelijk door Jeugdbescherming west uit Den Haag.