Hoop op betere tijden voor Israël en Palestijnen
De Israëlische minister van Veiligheid en Toerisme heeft alleen maar een vage hoop dat er met de opvolger van Arafat beter zaken te doen is. Maar mooier wil Gideon Ezra het niet voorstellen. „Israël ligt in het Midden-Oosten.”
Ezra (1937) steekt een sigaret op en vraagt wie vandaag de religieuze leider van de calvinisten in Nederland is. Dat protestanten geen paus of een ander menselijk opperhoofd hebben, verrast hem. Rooms-katholieken zijn gemakkelijker te plaatsen.
Vlak voor het interview met Ezra, dat plaatsvond in de Israëlische ambassade in Den Haag, meldden de media dat het veiligheidskabinet van premier Sharon bijeen is geweest om over de begrafenis van Arafat te praten. Ezra’s medewerkers hebben hem al geïnformeerd over de besluiten. De minister diept een papiertje op uit zijn binnenzak. „Het is vrij eenvoudig”, zegt hij. „Het lichaam wordt vervoerd naar Caïro, waar een rouwplechtigheid zal zijn. Daarna wordt het naar Amman in Jordanië gevlogen. Vervolgens wordt het lichaam per helikopter naar Ramallah op de Westelijke Jordaanoever gebracht. Daar wordt Arafat dan begraven”, aldus Ezra.
Belangrijker is echter dat het kabinet eraan heeft toegevoegd dat de Israëlische regering „iedereen zal helpen” naar de begrafenis te komen. „Ook Israëlische Arabieren krijgen volop de ruimte naar Ramallah te gaan.”
De minister van Veiligheid en Toerisme drukt zijn sigaret uit. „Nee, we hebben geen extra veiligheidsmaatregelen genomen. Iedereen wordt toegelaten. Natuurlijk zijn we gereed om alle ongebruikelijke incidenten het hoofd te bieden, maar dat zijn we altijd. Ik ben er zeker van dat ons leger en de veiligheidsdiensten op alles voorbereid zijn. Als de begrafenis vrijdag al plaatsvindt, is het belangrijk te bedenken dat het dan de laatste vrijdag van de ramadan is.”
De minister, die eerder 33 jaar in de veiligheidsdienst werkte, wil weinig kwijt over zijn verwachtingen van het tijdperk na Arafat. „Ik hoop dat er positieve ontwikkelingen zullen zijn. Wat mij betreft handelen de Palestijnen volgens de routekaart voor vrede en treden ze op tegen terroristen in plaats van hen te laten lopen. Verder moeten er natuurlijk verkiezingen komen nu Arafat weg is. Ik hoop op een vreedzame tijd voor beide volken. Maar Israël ligt in het Midden-Oosten, dus er kan van alles gebeuren.”
Minister Ezra hoopt dat de joodse kolonisten op de Gazastrook zich al terugtrekken uit het gebied voordat de regering het volgend jaar zomer ontruimt. „Er komen binnenkort onderhandelingen met de kolonisten. We verwachten zeker dat velen zich eigener beweging terugtrekken nu de Knesset eind oktober de wet heeft goedgekeurd. Ik hoop dat de ontruiming in elk geval zonder terroristische daden van kolonisten of Palestijnen verloopt.”
De minister reageert verrast op de suggestie van sommigen binnen de NAVO om na de ontruiming van de Gazastrook een NAVO-vredesmissie naar het gebied te sturen om het vredesproces te ondersteunen. „Ik heb hier nog niet van gehoord. Ik weet niet of het goed is om daar militairen te hebben die noch de mensen noch de taal kennen. Maar als de NAVO dat zou willen, moet ons kabinet erover spreken. Ik ben er echter niet zeker van dat het antwoord positief zal zijn. Ik vraag me af of een NAVO-missie het juiste antwoord is. Ons eigen leger is in voldoende mate op alles voorbereid.”
Gideon Ezra glimlacht als hij wordt herinnerd aan de ongebruikelijke combinatie van het ministerschap voor Veiligheid en Toerisme. „Voor mij werkt dat heel goed. Om de veiligheid van toeristen te garanderen, hoef ik met niemand iets af te stemmen. Zodra toeristen het land binnenkomen, valt hun complete welzijn onder mijn verantwoordelijkheid. Toeristen brengen geld in het land. Het is alleen jammer dat ik niet al dat geld kan gebruiken voor de politie”, lacht Ezra.
Sinds het uitbreken van de tweede intifada vier jaar geleden is het aantal toeristen scherp gedaald. „In 2000 kwamen er zelfs 100.000 Nederlanders. Dit jaar waren het er tot eind september 30.000. Vergeleken met laatste drie jaar was dat alweer een stijging”, aldus de minister.
Afgelopen maandag ontmoette Ezra de Jordaanse minister van Toerisme, nadat er vier jaar lang geen overleg was geweest. „We gaan weer samenwerken. In het zuiden van Jordanië is bij Akaba de stad Petra die helemaal in de bergrotsen is uitgehakt. Dat ligt helemaal op de route van de toeristen die in Eilat de stranden willen opzoeken. Op die manier kunnen Israël en Jordanië iets voor elkaar betekenen.”
Ezra wil in de toekomst Israël ook gaan verkopen als deel van een grotere regio. „Veel toeristen willen ook andere landen bezoeken. Dat is mooi, zolang het hoofddoel van hun bezoek maar het heilige land is. We zijn van plan de historische plaatsen nog beter te ontwikkelen. Ik zeg altijd maar: Wie op school les heeft gehad uit de Bijbel, heeft geen gids nodig.”
De minister ontmoet wereldwijd veel angst onder mogelijke toeristen. „De mensen denken dat je een helm moet dragen. Maar in de afgelopen jaren is niet één toerist gewond geraakt.”