Minister Van Engelshoven van Cultuur heeft er de Tweede Kamer dinsdag officieel van op de hoogte gesteld: eind deze maand begint een archeologische opgraving onder het kerkgebouw. Als de grond doorzocht is, kan hij worden weggegraven. Onder de zuidelijke kooromgang wordt een nieuwe kelder aangebracht. Die wordt verbonden met de bestaande voorhal uit 1925. De koninklijke grafkelder krijgt nu ook een rechtstreekse ingang aan de buitenzijde van het bedehuis.

De uitbreiding, die ruimte maakt voor ruim twintig bijzettingen, zou in 2013 al beginnen, maar liep vertraging op toen de restauratieplannen van de Nieuwe Kerk werden gewijzigd. De werkzaamheden vallen bijna 2 miljoen euro duurder uit dan was voorzien. Het Rijk betaalt 3,6 miljoen euro, het Koninklijk Huis 300.000 euro. De uitbreiding zou in 2022 klaar moeten zijn.

De huidige crypte is bijna vol. De laatsten die er zijn bijgezet, waren prins Claus (15 oktober 2002), prinses Juliana (30 maart 2004) en prins Bernhard (11 december 2004). Prins Friso werd op 16 augustus 2013 in Lage Vuursche begraven, dicht bij het kasteeltje waar zijn moeder woont.

In 1584 werd Willem van Oranje in het koor van de Nieuwe Kerk begraven. Tussen 1614 en 1623 werden het praalmonument –een gedenkteken „als soodanighen Prince waerdig is”– en de grafkelder gerealiseerd. De kelder is meermalen uitgebreid. Op de ingang ligt een grote steen waarin het wapen van Oranje-Nassau is uitgehouwen. In het Latijn is op de steen vermeld: ”Hier verwacht Willem I, de Vader des Vaderlands, de wederopstanding”. Naast het praalgraf bevindt zich een kleinere toegang, afgesloten door een hardstenen zerk met ook daarop het familiewapen.

Sinds 1584 zijn bijna alle leden van het vorstenhuis met hun echtgenoten bijgezet in de kelder onder de Nieuwe Kerk. Hier heerst de majesteit van de dood. Er zijn 49 personen ter aarde besteld. Drie kistjes hebben het opschrift ”onbekend”. Vermoedelijk bevatten twee ervan een doodgeboren kleinkind van Willem van Oranje.