De jongerenclub van de SGP is sterk verdeeld over de rol van vrouwen in maatschappij en politiek. Zij wil het debat hierover binnenkort voortzetten.
Dat bleek zaterdag op het digitaal georganiseerde voorjaarscongres van de SGPJ. Op het congres lagen diverse moties voor die betrekking hadden op de positie van vrouwen. Zo vroeg één van de moties aan het SGPJ-bestuur om „er bij de moederpartij op aan te dringen bij komende verkiezingen, te beginnen met lokale verkiezingen, open te staan voor geschikte vrouwen op de kieslijsten.” 40 procent van aanwezige leden steunde de motie, 56 procent was tegen en 4 procent blanco.
Een andere motie wilde dat de SGP-jongeren helder uitspreken „niet tegen politieke functies voor vrouwen” te zijn. Ook die motie werd, zij het nipt, verworpen. 42 procent was voor, 47 procent tegen, 11 procent stemde blanco.
Een geheel andere motie vroeg om het SGPJ-bestuur juist te laten uitspreken „tegen politieke functies voor vrouwen” te zijn, aangezien „de man het hoofd der vrouw is”. Hier stemde 40 procent voor, 47 procent tegen en 13 procent blanco.
Wel een meerderheid kreeg een motie die vroeg om het gesprek en de bezinning over het vrouwenstandpunt van de SGP intensief voort te zetten en binnen de SGP-jongeren te faciliteren om zodoende „te zoeken naar wegen die recht doen aan de verschillende sentimenten die hierover binnen de organisatie leven”. 69 procent stemde voor, 24 procent tegen, 7 procent blanco.
Tijdens de gedachtewisseling over de diverse moties bleken tussen de jonge SGP’ers forse meningsverschillen te bestaan. „Je moet de Bijbel contextueel lezen”, meende één van de leden. „Dit gaat lijnrecht in tegen artikel 10 van het SGP-beginselprogramma”, stelde een ander. „We moeten niet fundamentalistisch omgaan met Bijbelteksten, want dat onderscheiden we ons op dit punt niet meer van moslims”, vond weer een ander. Een vierde stelde dat „de man het hoofd is van de vrouw” en meende dat die tekst niet alleen betrokken mag worden op huwelijk en kerk. En een vijfde: „Noem ons alsjeblieft geen ‘doorgeslagen feministen’. Dat zijn we niet. Geef ons SGP-vrouwen de ruimte om zelf te bepalen of we politiek actief willen zijn of niet.”
Wantrouwen
De voorjaarsvergadering van SGP-jongeren verliep overigens tamelijk heftig. Dat kwam door een door Arthur Polder ingediende en door velen gesteunde motie die constateerde dat „er veel wantrouwen is tussen het bestuur en de leden”, en die ertoe opriep „een onafhankelijke commissie te benoemen” om te komen tot een nieuwe en betere sollicitatieprocedure voor bestuursleden. Het SGPJ-bestuur vatte de motie aanvankelijk op als een motie van wantrouwen. De angel leek uit de discussie te zijn toen de indiener uiteindelijk bereid bleek de zinsnedes over het geconstateerde wantrouwen uit de motie te halen. De motie werd aangenomen met 65 procent voor, 25 procent tegen en 10 procent blanco.