Recepten uit de RD-historie: de Drentse turf van Teunie Koers
De verhouding tussen de Edese buurvrouwen Teunie en Jannie was al prima, maar een krantenrecept voor Drentse koek maakte de band zeker niet slechter.
Kreeg ze het recept nou van haar buurvrouw of gaf die het juist door? Teunie Koers (68) weet het niet meer precies. Wat wel zeker is: inmiddels bakken beiden heel regelmatig Drentse turf, een stevige, kruidige streekkoek uit Drenthe.
Het grappige aan het hele verhaal: Koers heeft eigenlijk niets met Drenthe. En haar man misschien nog wel minder. „Wij wonen bij de bossen in Ede, en hij vindt het Drentse landschap te weinig afwijken van deze omgeving. We gaan liever richting Zeeland of de wadden. Maar ik zou voor de koek best een keer die kant op willen. Om hem te proeven bij een bakker.”
Drentse turf is voor de familie Koers een echte alledaagse koek. „Ik bak hem bijna wekelijks, alleen in de zomer wat minder vaak. Dan is de koek misschien iets te zwaar, ik maak dan graag iets met appel. Maar verder staat er hier haast altijd een cakedoos –ik heb er zo een van Tupperware– op het aanrecht, met de turf erin. Als de kleinkinderen komen is er dan altijd iets lekkers, en niet al te ongezond.”
Dat aspect –niet te ongezond– is belangrijk. „Wij, mijn buurvrouw en ik, zijn sinds een paar jaar op de gezonde toer. Net als mijn dochter en drie schoondochters trouwens. Toen we begonnen met het bakken van deze koek zijn we de hoeveelheid suiker gaan aanpassen. In de oorspronkelijke koek gaat 250 gram donkerbruine basterdsuiker, dat is echt heel veel, vind ik nu! Eerst probeerden we 150 gram. „O, dat is nog zoet genoeg”, zeiden we. Nu zoet ik hem vaak met alleen banaan en wat honing of ahornsiroop.”
Ook het zelfrijzend bakmeel werd langzamerhand vervangen door havermout en volkoren speltmeel. „Met de hoeveelheden varieer ik wel.” Ook met de vulling is veel mogelijk, weet Koers inmiddels. „Je kunt bijvoorbeeld dadel, appel of abrikoos toevoegen. Het gaat altijd goed, de koek kan eigenlijk niet mislukken is mijn ervaring. Ik gebruik ook wel eens gedroogde cr2anberry’s. Die zijn best zoet en dan laat ik de rozijnen dus weg. Met meer vulling moet de koek wel iets langer bakken. Dat is in het begin een beetje uitvogelen. Fingerspitzengefühl noem ik dat.”
Buurvrouw Jannie –ze komt steeds opnieuw ter sprake in het gesprek– bakt de koek meestal met gember, vertelt haar goede vriendin Teunie. En ook wel met peer. Vrijwel wekelijks drinken de twee samen een kop koffie. „We handwerken samen en we praten soms na over een podcast of een preek. We delen heel veel geloofszaken samen, ze is een geloofsvriendin van me. En vaak eten we dan een plak turf bij de koffie.”
Bereiding:
Verwarm de oven voor op 165 graden. Vet de bakvorm in of bekleed hem met bakpapier.
Hak de noten. Boen de sinaasappel schoon en rasp de schil. Pers de sinaasappel uit (er is ong. 80 ml sap nodig).
Meng de havermout met de beide meelsoorten, de bakpoeder, de banaan, het zout en de sinaasappelrasp. Roer er daarna de melk en het sinaasappelsap door. Voeg tot slot de rozijnen, eventueel de appel (of ander fruit) en de nootjes toe. Schep alles goed door elkaar. Giet het deeg daarna in de bakvorm. Bak de turf ongeveer 45 minuten in de oven.
Het originele recept is van Geertje Bikker-Otten en werd gepubliceerd op 13 mei 2017.
Serie Mijn favoriete recept
Naar aanleiding van het 50-jarig jubileum van het Reformatorisch Dagblad vertellen lezers over hun favoriete recept uit de krant.
Deel 7: Drentse turf van Teunie Koers.