Democratie en godsdienstvrijheid druisen volgens MacArthur direct in tegen Bijbelse noties. „De Bijbel leert niet dat iedereen evenveel gezag en macht moet hebben. Het gezag van God en van Zijn Woord gaat boven alles en iedereen. Die notie past niet in de moderne democratie”, zo zei de bekende Amerikaanse theoloog recent in enkele toespraken.

Hetzelfde geldt volgens hem van de godsdienstvrijheid. „Godsdienstvrijheid is een manier om mensen naar de hel te sturen. Wie godsdienstvrijheid steunt, bedrijft afgoderij en vertrouwt op mensen die ruimte bieden aan allerlei leugenleer en aan de verbreiding van het koninkrijk van de duisternis. Christenen zijn daarentegen geroepen om de waarheid lief te hebben en de leugen te ontmaskeren.”

MacArthur deed zijn uitspraken in antwoord op de vraag of de godsdienstvrijheid onder de nieuwe Amerikaanse president Biden veilig zal zijn. De prediker uit Calfornië zei daarop niet gerust te zijn. „Als de nieuwe regering de godsdienstvrijheid steunt, bereid je dan juist voor. De vervolging zal worden opgevoerd, want hoe meer steun ze hebben voor de duivelse leugen van tolerantie, hoe minder ruimte ze zullen geven aan de prediking van de waarheid van de Schrift.”

Desondanks zei MacArthur zich niet te zullen inspannen voor het behoud van de rechten. „Ik ga niet lobbyen voor godsdienstvrijheid. Dat is dwaasheid. Pleiten voor godsdienstvrijheid is een list van de duivel om christenen van het geloof af te voeren. Christus heeft mij opgedragen de waarheid te verkondigen. Niemand houdt mij tegen.”

In het achterliggende jaar heeft de predikant uit een voorstad van Los Angeles verschillende hoge boetes gekregen, omdat hij en zijn gemeente zich niet strikt wilden houden aan de coronabeperkingen. Een proces daarover loopt nog. MacArthur zegt daarover niet verbaasd te zijn. „Godsdienstvrijheid zal uiteindelijk zware verdrukking brengen voor christenen die de waarheid willen dienen.”

Geen vrijbrief

MacArthur heeft vanwege zijn standpunt over godsdienstvrijheid forse kritiek gekregen van verschillende christelijke opinieleiders. Mark Tooley van het Institute on Religion & Democracy stelt dat deze vrijheid stoelt op een Bijbelse gedachte. „In de Bijbel wordt niemand gedwongen om in Christus te geloven. Elk mens heeft de vrijheid om tegen de waarheid van de Bijbel in te gaan, al is die weg doodlopend. Godsdienstvrijheid is geen vrijbrief om afgoderij te bedrijven, maar een garantie dat ieder mens in alle vrijheid voor het geloof in Christus kan kiezen. En inderdaad, wie de goede keus doet, doet dat door genade.”

Tooley wijst er op dat theologen van de Vroege Kerk ook de vrijheid van godsdienst verdedigden. „De kerkvader Tertullianus leerde al dat de vrijheid van godsdienst een recht is dat God aan de mens geschonken heeft. Kerkhistorici zoals Robert Louis Wilkens beweren dat de opstellers van de Amerikaanse grondwet de gedachte van de vrijheid van godsdienst direct aan Tertullianus hebben ontleend.”

Tooley is het met MacArthur eens dat de kerk niet afhankelijk is van godsdienstvrijheid. „De uitbreiding van Gods Koninkrijk gaat door, ook als de kerk vervolgd wordt.”

Verwarring

De redactie van het magazine Christianity Today beriep zich in een commentaar op een toespraak van Roger Williams, die rond 1636 de kolonie Providence vestigde en betrokken was bij de stichting van een doopsgezinde gemeente. In 1644 zei hij: „Een afgedwongen uniformiteit van religie verwart het burgerlijke en religieuze; ontkent de beginselen van het christendom.” Volgens Williams werkt het inperken van religieuze vrijheid averechts. „Vroeg of laat leidt het tot strijd, onderdrukking van het geweten, vervolging en hypocrisie.”

Christianity Today noemt het „uiterst onverstandig, ja zelfs gevaarlijk om juist in deze geseculariseerde tijd te zeggen dat godsdienstvrijheid onbelangrijk is.”