Pulsvissen, al twee decennia Europees getouwtrek
Na een aarzelende start stapten zo’n tachtig Nederlandse kottervissers over op elektrisch vissen met de pulskor. Vissers zijn blij met de brandstofbesparende en efficiënte nieuwe techniek. Maar de weerstand bij andere Europese landen en bij milieuactivisten groeit. In 2019 besluit de Europese Unie tot een verbod. Een overzicht van twintig jaar touwtrekken.
Nederlandse vissers experimenteren begin deze eeuw met een nieuwe techniek: de pulskor (kor betekent net). Hierbij wordt het vistuig voorzien van elektroden, die kleine stroomstootjes (pulsen) afgeven. Bodemvissen zoals tong schrikken daardoor op zodat ze omhoog zwemmen en in het net terechtkomen. Bij de traditionele boomkor gebeurt dit ‘wekken’ met kettingen die over de zeebodem slepen. Voor de proeven is een speciale ontheffing van Brussel nodig. Vissen met behulp van elektriciteit is in de Europese Unie namelijk verboden.
De pulstechniek wordt in de loop van de jaren verfijnd. Aanvankelijk staan vissers niet te trappelen om hun schepen erop aan te passen. Het ministerie van Landbouw verstrekt in 2008 subsidie om vijf kotters uit te rusten met de pulskor. Als blijkt dat pulsvissen een brandstofbesparing oplevert die kan oplopen tot 50 procent gaan vissers overstag. Ze staan in de rij voor nieuwe ontheffingen.
Tot begin 2014 weten opeenvolgende Nederlandse visserijbewindslieden in Brussel in totaal 84 vergunningen los te peuteren, waarvan de meeste een tijdelijk karakter hebben en gekoppeld zijn aan verder onderzoek naar de duurzaamheid van de techniek. In Zeeland, Zuid-Holland, Den Helder, Texel en Urk laten vissers hun kotters ombouwen naar puls, een investering van 200.000 tot 500.000 euro per schip.
Lobby
Intussen lobbyt Nederland in Brussel om de pulstechniek definitief toegelaten te krijgen. Voorstanders vinden pulsvissen winst voor de visser én voor het milieu. Behalve de besparing op brandstof –en dus ook op CO2-uitstoot– wijzen ze erop dat de bijvangst van ongewenste vis fors afneemt en dat de zeebodem minder wordt beroerd dan bij het traditionele ‘bokken’ met de boomkor. Milieuorganisaties houden echter vragen bij de langetermijneffecten van pulsvissen op het leven in zee. Het wetenschappelijk onderzoek gaat door.
Op 11 mei 2017 zet de Europese Raad van visserijministers de klok terug. Hoewel de Europese Commissie de pulstechniek wil vrijgeven, besluit de Raad om terug te vallen op de bestaande regel dat een lidstaat maximaal 5 procent van zijn vissersvloot mag laten experimenteren met elektrisch vissen. Dat zou voor Nederland neerkomen op 22 schepen.
Vrijgeven
Op 21 november 2017 neemt de visserijcommissie van het Europees Parlement een voorstel aan om de pulsvisserij vrij te geven als wetenschappelijk is aangetoond dat de innovatieve techniek niet schadelijker is voor het zeebodemleven dan de traditionele boomkorvisserij.
Intussen neemt het verzet tegen de pulsvisserij toe. Gematigde critici, waaronder Nederlandse milieuorganisaties, vinden dat Nederland te hard van stapel is gelopen met de omschakeling van de kottervloot naar puls. Fel verzet komt met name van Franse maar ook van Britse zijde. Kleinschalige kustvissers uit die landen zien hun vangsten teruglopen en stellen dat de Nederlandse pulskotters daar de schuld van zijn. De activistische Franse milieuorganisatie Bloom bespeelt de publieke opinie met horrorverhalen over geëlektrocuteerde vis.
Onverwachts
Op 16 januari 2018 neemt het Europees Parlement in Straatsburg onverwachts een amendement aan om de pulsvisserij totaal te verbieden. De uiteindelijke beslissing over de toekomst van de pulsvisserij moet worden uitonderhandeld tussen drie partijen: de Europese Commissie, de lidstaten en het Europees Parlement.
Het wordt steeds duidelijker dat Nederland alleen staat. De meeste lidstaten van de EU hebben geen belangen op de Noordzee en al helemaal niet bij de pulsvisserij. Grootmacht Frankrijk, dat zelf een verouderde vissersvloot heeft, is faliekant tegen. In de praktijk zijn het alleen Nederlanders die hun kotters naar puls hebben omgebouwd. De paar Duitse en Belgische pulskotters zijn zogeheten vlagschepen: geregistreerd in dat land, maar eigendom van Nederlandse vissersfamilies.
In februari 2018 benoemt visserijminister Carola Schouten oud-landbouwminister Cees Veerman tot gezant met de opdracht om Frankrijk te overtuigen van de voordelen van de pulsvisserij.
Eind januari 2019 blijkt dat Veermans missie is mislukt.
Op 13 februari 2019 bereiken onderhandelaars van het Europees Parlement, de Europese Commissie en de lidstaten een akkoord over de toekomst van pulsvissen. In de maanden daarna scharen het Europees Parlement en de Europese Raad zich achter het akkoord. De techniek wordt gefaseerd afgebouwd. Op 1 juni 2019 is het voor 35 Nederlandse schepen afgelopen. Twee kotters volgen een paar weken later. Eind 2019 moeten nog eens 20 kotters naar een andere techniek omschakelen en op 1 juli 2021 is het ook afgelopen voor de laatste groep van 22 schepen.
Europese Hof
In april 2019 kondigt minister Carola Schouten aan het verbod op pulsvissen te zullen aanvechten bij het Europese Hof van Justitie. Zo’n besluit tot een verbod mag alleen worden genomen op basis van de best beschikbare wetenschappelijke adviezen, stelt Schouten. Daarvan is geen sprake omdat het onderzoek naar pulsvissen op dat moment nog loopt. Begin oktober meldt Schouten aan de Tweede Kamer dat ze inderdaad naar het Europese Hof van Justitie is gestapt. Nederland vindt dat de Europese Raad en het Europees Parlement „meerdere bepalingen” hebben geschonden in de aanloop naar het verbod.
Op 20 mei 2020 brengt de gezaghebbende Internationale Raad voor Onderzoek der Zee, naar de Engelse naam afgekort als ICES, een positief rapport uit over pulsvissen. Volgens de biologen van ICES is elektrisch vissen met de pulskor niet schadelijk voor het leven in zee. De effecten op het milieu zijn juist positief. ICES concludeert dat op grond van meerjarig wetenschappelijk onderzoek.
Uitgesteld
Op 16 november 2020 maakt de Europese Commissie bekend dat de eerder aangekondigde evaluatie van het verbod op de pulsvisserij met een half jaar wordt uitgesteld tot de zomer van 2021.
De visserijcommissie van het Europees Parlement bespreekt diezelfde dag het ICES-advies. De Nederlandse Europarlementariërs Peter van Dalen (ChristenUnie), Bert-Jan Ruissen (SGP) en Annie Schreijer-Pierik (CDA) juichen het rapport toe en dringen aan op heroverweging van het pulsverbod. Diverse andere leden van de visserijcommissie zijn kritisch. De Franse voorzitter Pierre Karleskind zegt te betwijfelen of het ICES-onderzoek voldoende aanleiding is om een nieuw besluit over pulsvissen te nemen.