„Wij neigen naar steun”, zo verklaarde fractievoorzitter Annabel Nanninga maandagavond desgevraagd tegenover het Reformatorisch Dagblad.

De initiatiefwet, die mede wordt ingediend door de Tweede Kamerfracties van PvdA, SP en CDA, beoogt prostituanten strafbaar te stellen die weten dat de prostituee van hun keuze slachtoffer is van uitbuiting, of ernstige reden hebben dat te vermoeden. Een dergelijke strafbepaling ontbreekt momenteel nog in de wet.

Volgens Nanninga kan de wet bevorderen dat seksklanten hun vertier voortaan minder snel zoeken in het illegale circuit en in plaats daarvan kiezen voor een instelling die aan bepaalde vergunningsvoorwaarden voldoet. „Voor ons is dat de aantrekkelijke kant ervan”, aldus Nanninga.

Of de wet het volgende week gaat halen, is na het slotdebat van maandagavond nog altijd niet duidelijk. Volgens woordvoerder Jeroen Recourt van de PvdA leven er in de Eerste Kamerfractie van zijn partij ernstige bezwaren tegen de wet. Afgaande op zijn betoog zijn die voor een belangrijk deel wetstechnisch van aard. Zo kan een klant volgens de wet worden bestraft als hij klip en klare signalen dat er sprake is van mensenhandel of uitbuiting veronachtzaamt, zonder dat de rechter hem voor mensenhandel hoeft te veroordelen. „Begrijp ik het goed dat de wet zich dus eigenlijk niet richt op het bestrijden van mensenhandel, maar op het tegengaan van zwaar immoreel gedrag?”, aldus Recourt.

Segers legde daarop uit dat de rechter moet vaststellen dat van een uitbuitingssituatie sprake is. De klant kan vervolgens worden afgerekend op zijn aandeel in het in stand houden daarvan.

Mochten PvdA en de fractie-Nanninga volgende week beide voor stemmen, dan hebben de initiatiefnemers 33 zetels binnen. Ook de tweekoppige SGP-fractie is voor.

Of GroenLinks (8 zetels), of D66 (7) moeten de wet dan vervolgens aan de benodigde 38 zetels helpen, of de combinatie van de Partij voor de Dieren (3) en 50PLUS (2).

Hoewel D66 in de Tweede Kamer tegenstemde, hield woordvoerder Boris Dittrich van de Senaatsfractie van de partij de deur voor steun maandagavond op een kier. Hetzelfde gold, zij het in wat mindere mate, voor woordvoerster Margreet de Boer van GroenLinks; een partij die in de Tweede Kamer overigens voor stemde.

Beiden noteerden als belangrijke winstpunten dat de initiatiefnemers hun initiatiefwet niet zien als opmaat naar het zogenaamde Zweedse model, waarin betaalde seks is verboden. „Het is een pragmatische keus voor een aanpak die tot het minste aantal slachtoffers leidt”, concludeerde De Boer. Op haar aandringen bevestigde Segers dat hij anderen met zijn wet geen persoonlijke seksuele moraal wilde opleggen. „Het doel is inderdaad het tegengaan van uitbuiting.”

Dittrich concludeerde dat de klant het behoorlijk bont moet maken, wil hij met de wet in de hand kunnen worden gestraft. „De reikwijdte van de wet is echt beperkt tot de evidente gevallen van slachtofferschap van mensenhandel.”

De Partij voor de Dieren was niet bij het debat; 50PLUS-woordvoerster Martine Baay-Timmerman toonde zich uiterst kritisch. Zij vindt het onduidelijk op welke criteria de klant straks kan worden afgerekend.

Volgens PVV en VVD is het bestrijden van misstanden in de seksbranche via de klant de verkeerde route. Om die reden ziet de PVV niets in de wet. Ook de VVD stemt volgende week vrijwel zeker tegen.