„Zet inheemse planten in de tuin en geen exoten”
Exotische tuin- en vijverplanten die zich in het wild ongebreideld vermenigvuldigen omdat ze hier geen natuurlijke vijanden hebben, zorgen voor grote problemen. De campagne ”Tuin er niet in” moedigt mensen aan vooral inheemse planten in de tuin te zetten.
Floron, de organisatie die zich inzet voor de bescherming van wilde planten, grijpt het begin van het tuinseizoen aan om samen met de Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een campagne te lanceren tegen verspreiding van invasieve exotische planten. Invasieve exoten hebben geen natuurlijke vijanden, gaan woekeren en kunnen andere planten verdringen of op een andere manier narigheid veroorzaken. Bekende voorbeelden zijn de Japanse duizendknoop, alsemambrosia en reuzenberenklauw.
De actie is gericht op geïnteresseerde particulieren en ook op professionals, zoals natuurgidsen en hoveniers en wordt gesteund door de Koninklijke Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG), de organisatie die tuincentra en hun leveranciers verenigt: Tuinbranche Nederland; Tuin en Landschap, Stichting Steenbreek, Vogelbescherming Nederland, De Vlinderstichting en de Bijenstichting.
Verstekeling
Volgens Floron komen in de Nederlandse natuur al zo’n 160 potentieel invasieve exoten voor. De meeste zijn ooit hier terecht gekomen als sierplant voor in tuin, vijver of aquarium. Een deel is als verstekeling meegekomen met transporten. De meeste van deze planten vormen geen probleem omdat ze zich niet zelfstandig kunnen handhaven of verspreiden, aldus Floron. Enkele exoten kunnen wel zelfstandig voortbestaan en een klein deel hiervan doet het zelfs zo goed, dat ze een bedreiging vormen voor inheemse planten en dieren of zelfs voor de mens.
Deze schadelijke exoten komen vaak onbedoeld in de natuur terecht omdat ze zich via uitlopers of zaden gemakkelijk verspreiden. Zaden kunnen als pluis door de wind worden meegenomen of door vogels die bessen eten en de zaden verderop uitpoepen, waarna ze ontkiemen en er een nieuwe plant uitgroeit. Ook snoei- en tuinafval dat in de natuur wordt gedumpt, kan gevaarlijk zijn.
Japanse duizendknoop en watercrassula zijn daarvan beruchte voorbeelden omdat zelfs het kleinste stukje kan uitgroeien tot een nieuwe plant die funderingen en dijken kan beschadigen. De grote waternavel kan zulke dichte tapijten vormen dat andere waterplanten geen zonlicht meer krijgen en worden verstikt. Zo’n dikke groene mat kan zelfs de afvoer van water verhinderen en overstromingen veroorzaken. Alsemambrosia kan ernstige hooikoorts veroorzaken en reuzenberenklauw hevige huidirritatie en brandwonden.
Floron heeft geïnventariseerd welke soorten tot problemen kunnen leiden. Planten die bessen produceren of hun zaad via de wind verspreiden zijn verdacht. Ook is gekeken of risicovolle planten al eerder in Nederland zijn gesignaleerd, of ze van buiten Europa afkomstig zijn en welke impact ongecontroleerde verspreiding zou hebben, zegt Floron-projectleider Michiel Verhofstad. Ook zijn soorten aan de lijst toegevoegd die nu al worden bestreden. „Uit een groslijst van 900 mogelijk invasieve soorten zijn er uiteindelijk 160 gekozen.”
Database
Lang niet iedere tuinliefhebber kent de mogelijke invasieve exoten in tuincentrum of kwekerij. Daarom heeft Floron folders, een website en een database met 1500 soorten planten samengesteld waarop te zien is welke soorten mogelijk invasief zijn. Ook staat erbij welke inheemse soorten je in plaats daarvan kunt gebruiken.
Op de website van Floron kan iedereen controleren of een geplande aankoop risicovol is. Daar komt bij dat vlinders, bijen en andere insecten meer hebben aan inheemse dan aan exotische planten en bloemen omdat ze er nectar kunnen vinden en hun eitjes erop kunnen afzetten. Insecten zijn niet zelden afhankelijk van één of enkele waardplanten waar ook de rupsen of larven het juiste voedsel vinden om zich te ontwikkelen.
Floron en NVWA staan niet alleen in de strijd tegen invasieve planten. De Koninklijke Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners wil „actief bijdragen aan het terugdringen van invasieve soorten”, laat directeur Egbert Roozen weten. „Onze leden zijn hoveniers en groenvoorzieners, zij adviseren tuineigenaren en gemeenten over beplantingen en spelen niet alleen bij de aanleg, maar ook bij het beheer van groenprojecten een belangrijke rol”, schetst hij.
Kwekers
Tuinbranche Nederland, waar het gros van de tuincentra is aangesloten, waaronder Welkoop en Intratuin, is actief is betrokken bij het samenstellen van de lijst van inheemse soorten die de exoten kunnen vervangen. „Aanpassingen hebben tot gevolg dat kwekers moeten omschakelen”, aldus woordvoerder Toon Wurfbain. Als voorbeeld noemt hij de Chinese bruidssluier en de Japanse duizendknoop waarvan kruisingen eveneens problemen kunnen veroorzaken. De kweker van deze bruidssluier is al bezig over te schakelen op een clematis die niet kruist met de duizendknoop, illustreert Wurfbain.
Tuinbranche Nederland is er nog niet aan toe verdachte planten volledig uit het assortiment te schrappen. „We kunnen winkeliers niet verbieden exoten te verkopen, al doen we wel ons best de verkoop van inheemse soorten te stimuleren. Dat is goed voor vlinders en zweefvliegen en beter voor de biodiversiteit in het algemeen.” De tuinbranche wil niet belerend zijn als klanten toch exoten willen aanschaffen.
Intratuin, met 53 tuincentra in Nederland de grootste speler in deze markt, doet niet actief mee aan ”Tuin er niet in”. „Wij zijn zelf al bezig om in speciaal ingerichte hoeken de verkoop van inheemse tuinplanten te promoten”, aldus een woordvoerster. Intratuin stimuleert klanten onder andere tegels te vervangen door groen en regenwater op te vangen.