Kerk leert armen in Bangladesh niet te wijken voor het water
Dagelijks wordt het genoemd als het over opwarming van de aarde gaat: stijging van de zeespiegel. Met stip op twee: zwaardere stormen. In de delta van Bangladesh bepalen die twee het leven van miljoenen.
Het is een plek waar het vasteland zich in het water van de Golf van Bengalen rommelt, en waar andersom talloze stromen zich vastlopen tot ver op het land en diep in een modderige substantie. Wie vanboven dat spel tussen aarde en zee bekijkt, die ziet een bliksemstraal in slib gevangen en met talloze vertakkingen. Het positieve eraan is dat de vruchtbaarheid van het land groot is, je kunt er prima boeren. De keerzijde: wie daarvan wil profiteren –en dat doen miljoenen arme Bengalen– die riskeert geregeld te worden weggespoeld of weggeblazen door die combinatie van water en wind.
Wie gaat daar nu wonen en werken? Dat zou een logische vraag zijn ware het niet dat voor straatarme Bengaalse families dat geen vraag is: ze hebben geen andere keus.
Niet verkassen, maar weerbaar worden tegen die verwoestende krachten, dát helpt de armen verder, en precies daarmee zijn de christelijke kerken in het gebied bezig. Ze behoren tot de Kerk van Bangladesh, die in dit deltagebied zo’n vierduizend leden telt, verdeeld over 40 kerken.
Verzilting
Belangrijkste motor achter dit werk is Shalom, een diaconale organisatie van de kerk, die wordt geleid door bisschop Shourabh Pholia. Shalom heeft in het buitenland diverse donoren, en in Nederland is dat de christelijke ontwikkelingsorganisatie Tearfund. Jaarlijks gaat er zo’n 60.000 euro die kant op. Namens Tearfund is Martha Zonneveld betrokken bij de projecten, die zich qua locatie concentreren bij de havenstad Mungla, even ten zuiden van de stad Khulna.De gevolgen van klimaatverandering liggen er voor het oprapen, laat Shourabh Pholia vanuit zijn woonplaats Khulna weten. Hij noemt de verzilting van de bodem, waardoor traditionele rijstbouw steeds moeizamer gaat. Een oplossing is rijst die beter bestand is tegen zout, of: alternatieve middelen van bestaan. Visvijvers om zoutwatervis te kweken of garnalen, is zo’n alternatief, of het houden van kippen, of de aanleg van een groentetuin.
Ook Zonneveldt wijst op het belang van werkgelegenheid die bestand is tegen natuurrampen. Is er eenmaal zulk werk voorhanden dan hoeft iemand na een vloedgolf niet meer vanaf de grond te beginnen, maar kan er eindelijk iets worden opgebouwd en uitgebreid. Van mensen die in de delta leven wordt vaak gedacht dat ze taai en veerkrachtig zijn, en dat zijn ze ook. Maar voor wie zijn huis bijna jaarlijks ziet wegspoelen raakt de rek er ook een keer uit.
Shalom en Tearfund hechten veel waarde aan economische kettingrelaties binnen dorpsgemeenschappen: de een verbouwt pinda’s, de ander verwerkt ze, weer een ander maakt er pindakaas van of verkoopt die op de markt.
Bisschop Shourabh Pholia wijst verder op de behoefte aan drinkwater: door verzilting is dat schaars geworden. Door het beschikbaar stellen van tanks waarin regenwater kan worden opgeslagen, helpen gemeenteleden dit probleem te tackelen.
„Onze hulp zet in op preventie”, zegt Zonneveldt. „Dus wie een winkeltje begint moet vanaf het begin weten hoe hij bij een storm of overstroming zijn spullen kan veiligstellen. Zijn de ramen goed af te sluiten, heb je een kist waarin je je spullen kan bergen?” Extra aandacht is er voor de meest kwetsbaren onder de bewoners: moeders, kinderen, invaliden en ouden van dagen. Als zich een storm aandient en iedereen zich uit de voeten maakt, lopen zij kans om achter te blijven. Zaak is daarom dat ruim vantevoren er speciale dorpscomités zijn die mogelijk achterblijvers kennen en hen hoog op de lijst plaatsen bij evacuaties. Overigens heeft ook de overheid waarschuwingssystemen neergezet, maar die leiden soms een slapend bestaan. Concreet kan dat betekenen dat batterijen in megafoons al lang zijn verlopen, waardoor die het niet doen als ze nodig zijn.
Reputatie
Genoeg werk te doen dus voor christenen in de delta. Van hun aantal moeten ze het niet hebben. Landelijk vormen ze slechts 0,3 procent van de bevolking (die voornamelijk islamitisch is). Des te belangrijker is hun reputatie, en die is goed, weet Zonneveldt. „Christenen staan positief bekend in de dorpsgemeenschappen en dat helpt bij het aanpakken van problemen en bij het meekrijgen van dorpelingen daarbij.”
Aan bisschop Shourab de vraag welke houding en christen past als het gaat om klimaatverandering. „Hij of zij heeft het Woord van God en weet dat deze aarde Zijn maaksel is waar wij mensen zorg voor moeten dragen.” Op de vraag of hij een boodschap heeft voor Nederlandse christenen, aarzelt hij geen moment. „Jullie hebben extra verantwoordelijkheid gekregen omdat jullie rijk zijn. Gebruik die rijkdom om de aarde te redden. Verhef jullie stem in de naam van de armen naar wie niet wordt geluisterd, maar die wel de dupe zijn.”