Onze zoon Hans (22) woont sinds een paar maanden op zichzelf. We merken dat we het lastig vinden om goed contact met hem te houden. We willen niet claimend zijn, maar wel betrokken blijven bij zijn leven. Hoe kunnen we hierin een balans vinden?
De relatie tussen ouder en kind maakt in de loop van de jaren een enorme ontwikkeling door. Zo is een kind in het begin van zijn leven nog honderd procent afhankelijk van anderen. Naarmate het echter ouder wordt, leert het steeds meer op eigen benen te staan.
Tijdens dit proces verandert de rol van de ouders voortdurend. Steeds opnieuw moeten zij zich aanpassen aan de nieuwe levensfase van hun zoon of dochter. Het is daarom niet vreemd dat het voor sommige opvoeders heel moeilijk is hun kinderen volwassen te zien worden.
Om na te gaan wat het loslaten van een volwassen kind zo moeilijk maakt, is zelfreflectie bij de ouders onmisbaar. Het is namelijk erg makkelijk om met een beschuldigende vinger naar Hans te wijzen als inzicht in het eigen aandeel van de ouders aan het probleem ontbreekt.
Oorzaken
Naarmate een kind ouder wordt, kan het voor ouders een hele worsteling zijn om bij hun zoon of dochter betrokken te blijven zonder claimend over te komen. Bij claimend gedrag leggen de ouders beslag op het leven van hun kind alsof hun zoon of dochter een verlengstuk van henzelf is.
De intentie waarmee ouders betrokken willen blijven bij hun kinderen doet er heel veel toe. Is het regelzucht of wordt het contact onderhouden vanuit oprechte belangstelling? Contact dat claimend van aard is, zal bij Hans irritatie opwekken. De communicatie met volwassen kinderen vraagt van ouders dus een dosis fijngevoeligheid.
Levenskeuzes
Het is ook van belang dat ouders zich realiseren dat hun kind nooit een gemis kan compenseren. Het komt bijvoorbeeld voor dat bij het verlies van een echtgenoot de kinderen in een rol geduwd worden waarin ze de taken en de lege plaats van de ontbrekende partner moeten vervullen. In dat geval zijn de verwachtingen ten aanzien van de kinderen te hooggespannen.
Een andere drempel in het contact kan zijn dat ouders misschien onbewust hun kind te afhankelijk willen houden. Dit kan zowel op materieel als op emotioneel gebied zijn. Er is sprake van materiële afhankelijkheid als ouders hun kinderen financieel afhankelijk houden. Bij emotionele afhankelijkheid vragen kinderen voortdurend om bevestiging bij het maken van levenskeuzes of willen ouders dat hun eigen mening doorslaggevend is bij het maken van die keuzes.
In beide gevallen durft het kind niet op zijn eigen oordeel te vertrouwen als er een beslissing genomen moet worden. De ouders behandelen hun zoon of dochter dan nog te veel als een onmondig kind en niet als een gelijkwaardige volwassene.
Kritiek
Een ander knelpunt in het loslatingsproces doet zich voor als ouders hun kinderen fel bekritiseren op een manier die voor het kind kwetsend is. Hierbij gaat het niet om de kritiek die opbouwend bedoeld is en uit liefde gegeven wordt. De heftige, op de persoon gerichte kritiek waar het hier om gaat, kan kinderen beschadigen. Als ouders hun zoon of dochter vaak op die manier bekritiseren, kan dat blijvende verwijdering geven tussen ouder en kind. Daardoor wordt het loslaten versneld en geforceerd.
Zoals gezegd is zelfreflectie van de ouders dus onmisbaar om tot een evenwichtige conclusie te komen waardoor het contact moeizaam verloopt. Natuurlijk kunnen er ook van de kant van Hans factoren spelen die het contact moeizaam maken.
Bij het ouder worden, delen kinderen hun gedachten en gevoelens vaak niet meer in de eerste plaats met hun ouders. Een vriend of vriendin neemt op den duur die plaats in. Dat kan steken bij de ouders, maar is op zichzelf een natuurlijke zaak.
Het is voor ouders veel meer van belang dat de afstand die is ontstaan niet door conflicten en onenigheid tot stand gekomen is. In zo’n geval heeft de situatie namelijk een heel onnatuurlijk karakter en zal er met elkaar gepraat moeten worden om weer tot een gezond contact te komen.
Vergeving
Het is begrijpelijk dat ouders bij het loslaten van hun kinderen aftasten wat hun rol nog is in het leven van hun zoon of dochter. De verzorgende taken zijn immers voorbij. Toch is het niet zo dat ouders geen taak meer hebben in het leven van hun kinderen. Wat ouders kan helpen, is een open gesprek hierover met de kinderen. Hoe kijkt Hans terug op zijn jeugd? Welke verwachtingen heeft hij van het contact met zijn ouders?
Als het contact verslechterd is doordat er in het verleden fouten zijn gemaakt, helpt het vaak het eigen aandeel daarin openlijk te erkennen en daarvoor vergeving te vragen. Dit vraagt een kwetsbare opstelling, maar het levert een kwalitatief betere relatie met Hans op.
Voor een positief contact kan het al stimulerend werken als Hans weet dat zijn ouders beschikbaar zijn als hij hen nodig heeft. Ook al is de fysieke afstand nu groter, dat wil natuurlijk niet zeggen dat de kwaliteit van de contactmomenten minder geworden is.
Zeker in deze hectische coronatijd zal het inzet van beide kanten vragen om deze contactmomenten bewust te plannen. Hans’ volwassenheid brengt echter wel met zich mee dat hij niet meer alles met zijn ouders zal bespreken. Hierin hebben de ouders de grenzen van de kinderen te accepteren. Het ene kind is opener van aard en zal meer delen dan het andere. Dat is afhankelijk van het karakter van ieder kind.
Het is van belang de kinderen in het gezin niet met elkaar te vergelijken, maar ieders eigenheid te accepteren. Het zal de openheid tegenover elkaar niet ten goede komen als Hans in de communicatie het gevoel krijgt steeds beoordeeld en met een ander vergeleken te worden.
Iedere persoonlijkheid bloeit op van individuele aandacht en oprechte belangstelling. Bij kinderen die wat geslotener zijn, vraagt het meer moeite en misschien ook meer tijd om tot diepere gesprekken te komen. Deze kinderen voelen echter haarfijn aan of de belangstelling oprecht is of niet.
Gevouwen handen
Ondanks het feit dat de zorgtaken met het volwassen worden van de kinderen afnemen, blijft de bezorgdheid om hen natuurlijk onverminderd groot. Wat is het een zegen dat de zorgen die er zijn in het gebed bij de Heere neergelegd mogen worden. Als er aan tafel in het bijzijn van de kinderen voor hen gebeden wordt, tonen de ouders hierbij betrokkenheid op het leven van hun kind. Dat kan het gevoel van eigenwaarde van de kinderen zeker vergroten.
De invloed van ouders die de handen vouwen, is zo groot. Vaak wordt dat vergeten of onderschat. In de hectiek van de tijd is menig tafelgebed maar sleur. Ook volwassen kinderen proeven iets van de echtheid van het gebed.
Er zijn gezinnen waar uit schaamte om zich bloot te geven alleen maar formuliergebeden aan tafel gedaan worden. Als die schaamte er niet meer zou zijn, zou de drempel om zich tegenover elkaar te uiten een stuk kleiner kunnen worden. Het zou in ieder geval een grote stap in de goede richting betekenen.