Spruitjes van Riet van de Cappellen
Tientallen keren maakte Riet van Cappellen (62) uit Krimpen aan den IJssel het spruitenrecept dat ze in 1997 uit de krant knipte. Op het knipsel, inmiddels een „beduimeld vodje”, houdt ze de stand bij. „Eigenlijk is het een heel simpel gerecht, maar het is nog altijd lekker.”
Riet van Cappellen kookt graag en verzamelde in de loop der jaren een flinke stapel recepten uit de krant. Het oudste knipsel uit haar collectie bevat de beschrijving van een ovenschotel met spruitjes en oude kaas. Met als extra toevoeging cashewnoten.
„Als je er met de ogen van nu naar kijkt, is het eigenlijk een heel eenvoudig recept. Maar toen het in de krant stond, was het toch echt wel bijzonder om spruiten zo klaar te maken: gestampt en met kaas en noten. Er waren destijds nog niet zo veel recepten beschikbaar als tegenwoordig: op internet, in tijdschriften. Wat dat betreft is er veel veranderd.”
Het recept voor deze spruitenschotel werd indertijd ingestuurd voor een lezerswedstrijd. Pieternel Hoogendijk uit Krimpen aan den IJssel won er de zesde prijs mee.
„Dat was ook een reden dat ik het uitgeknipt heb. Pieternel is een kennis van mij; ze zit bij ons in de kerk. Inmiddels ziet ze er wel ietsje ouder uit dan op de foto in de krant, net als ik. Het grappige is dat ze er geen idee van heeft hoe vaak ik haar recept al gemaakt heb. Ik heb er gewoon nooit aan gedacht om het tegen haar te zeggen.”
Riet van Cappellen heeft de gewoonte om op recepten te noteren wanneer ze ze heeft bereid. „Dan voorkom je dat je, als er bijvoorbeeld mensen komen eten, hun twee keer hetzelfde voorzet.” Het is natuurlijk ook een indicator hoe geslaagd een recept is.
„Het leuke aan dit gerecht is dat iedereen het eigenlijk lekker vindt. En het is dus ook heel simpel om te maken. Vriendinnen van me zullen misschien zeggen: Ik dacht dat jij wel ingewikkelder dingen zou doen.”
In de loop der tijd zijn er wel wat onderdelen aan het oorspronkelijke recept veranderd. „Nu we nog maar met z’n tweeën zijn, gebruik ik vaak de helft van de ingrediënten.”
„De hoeveelheid kaas en cashewnoten, daar bezuinig ik op. Anders wordt het wel erg zwaar. De kaas hoeft van mij niet per se oud te zijn, belegen is ook goed.”
„In plaats van worcestersaus kun je ook gerust een scheutje ketjap gebruiken. Maar met mosterd ben ik wel wat royaler dan Pieternel. In plaats van twee eetlepels kun je er ook gerust drie eetlepels door doen.”
Blijft er wat over? Geen probleem. „Deze spruitenschotel is prima in te vriezen. Mijn man is via de stichting Ontmoeting maatje van iemand die zelf niet kookt. Voor de coronatijd bracht hij daar regelmatig eten voor een paar dagen. Bijvoorbeeld een diepvriesdoos met een restje van deze spruitenschotel.”
Ingrediënten (voor 4 personen): 1-1,25 kg aardappelen, 1 kg spruitjes, 1,25 dl zure room, 1 ei, zout, peper, nootmuskaat, 2-3 el mosterd, worcestersaus of ketjap, 175 g geraspte (oude) kaas, 150 g grofgehakte cashewnoten.
Bereiding:
Schil en was de aardappelen. Snijd ze in gelijke stukken. Zet ze in een pan met een laagje water op het vuur en breng ze aan de kook. Kook de aardappelen tot ze gaar zijn en giet ze dan af.
Maak de spruitjes schoon. Kook ze gaar met een snufje zout. Dat duurt ongeveer 10 minuten. Giet ze af.
Verwarm de oven voor op 220 graden Celsius. Voeg de spruitjes aan de aardappelen toe en stamp ze samen fijn. Roer er de zure room, het ei, een snufje peper, een snufje nootmuskaat, een scheutje worcestersaus of ketjap, de helft van de kaas en de helft van de noten door. Schep de puree in een ovenvaste schaal. Strooi de rest van de noten en de kaas erover. Laat de spruitjesschotel in de oven in 20 tot 25 minuten goudbruin worden.
Het oorspronkelijke recept is van Pieternel Hoogendijk en werd gepubliceerd op 14 maart 1997.
In de aanloop naar het 50-jarig jubileum van het Reformatorisch Dagblad vertellen lezers over hun favoriete recept uit de krant. Deel 4: spruitjes met oude kaas van Riet van Cappellen